Maatregelen Q-koorts
10 juni 2008 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister de Kamer op de hoogte stelt van de
bestaande initiatieven en de voorgenomen maatregelen om de
verspreiding van Q-koorts zoveel mogelijk te beperken.
Meer informatie
* Maatregelen Q-koorts
Kamerstuk | 10-06-2008 | PDF-Document, 48 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Geachte Voorzitter,
Inleiding
De afgelopen weken is opnieuw een aanzienlijke toename waargenomen van het aantal
besmettingen bij de mens met Q-koorts in de noord-oostelijke regio van de provincie
Noord-Brabant. Dit heeft geleid tot onrust bij de lokale bevolking.
Met deze brief brengen wij u op de hoogte van aanvullende maatregelen die wij uit
voorzorg gaan treffen om de verspreiding van Q-koorts zoveel mogelijk te beperken.
Q-koorts
Q-koorts is een ziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetii
(hierna: bacterie). Q-koorts is een zoönose. Dit betekent dat verspreiding van dier naar de
mens kan plaatsvinden. Q-koorts komt van oudsher over de hele wereld en bij veel diersoorten
voor - niet alleen bij alle landbouwhuisdieren, maar ook bij soorten als vogels,
honden, katten, ratten en in het wild levende dieren. Teken kunnen een vector zijn in de
overdracht tussen dieren.
Met name kleine herkauwers worden beschouwd als een belangrijke besmettingsbron
voor de mens. Na uitscheiding kan de bacterie lang overleven in de buitenlucht en soms
over grote afstanden verspreid worden. Mensen kunnen besmet worden via een aantal
wegen waaronder het inademen van besmette, fijne deeltjes. Bij de mens verloopt de
ziekte vaak zonder of met alleen milde klachten. Er kan zich echter ook een ernstiger
beloop voordoen.
Het belangrijkste klinische verschijnsel bij herkauwers is abortus (verhoogde verwerping)
bij drachtige dieren, veroorzaakt door de bacterie. Tijdens en na de abortus scheidt een
dier grote hoeveelheden bacteriën uit, die in de mest terechtkomen. Kleine herkauwers
bestemd voor melkproductie worden voor het overgrote deel in zogenoemde potstallen
gehouden.
Een potstal is een stal waarbij de mest op gezette tijden wordt bedekt met een nieuwe
laag stro. Als het mengsel van mest en stro een bepaalde hoogte heeft bereikt, wordt de
stal geleegd. Vooral tijdens het uitmesten van de stal kunnen veel bacteriën in de lucht
komen. Dit levert een risico op voor zowel de volks- als diergezondheid. Mogelijk is het
uitrijden en onderwerken van de mest op het land ook een risicofactor, maar dat lijkt een
minder grote rol te spelen dan het uitmesten van de stal. Veel van deze potstalmest wordt
namelijk buiten de provincie Noord-Brabant afgezet en leidt daar voor zover bekend niet
tot problemen bij de mens.
Reeds genomen initiatieven
Naar aanleiding van de uitbraak van Q-koorts in 2007 in Herpen, Noord-Brabant is al een
aantal afspraken gemaakt tussen het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
(VWS) en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) om beter zicht te
krijgen op de problematiek rondom Q-koorts en om verspreiding van Q-koorts naar de
mens zo veel mogelijk te voorkomen.
Zo zijn er aanvullende hygiëneadviezen voor bedrijven met kleine herkauwers opgesteld
en heeft voorlichting hierover plaatsgevonden. Ook zijn de hygiënemaatregelen gepubliceerd
op sites van het ministerie VWS en LNV en de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD).
Voorts is onderzoek in gang gezet bij de GD bij zowel grote als kleine herkauwers om een
beter inzicht te krijgen in de omvang van het probleem. Dit onderzoek wordt door zowel
de sector als door de overheid gefinancierd.
Er vindt onderzoek plaats naar de risicofactoren voor de verspreiding van Q-koorts.
De betrokken onderzoeksinstituten (het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM), het Centraal Veterinair Instituut (CVI) en de GD) zijn daarnaast bezig met het
ontwikkelen en valideren van geschikte testmethodes om de bacterie te kunnen aantonen.
Als laatste initiatief geldt een onderzoek naar interventiestrategieën. Hierbij gaat de
aandacht vooral uit naar een nieuw vaccin bij dieren dat op dit moment getest wordt in
Denemarken en Frankrijk. Bekeken wordt of ook in Nederland dit vaccin experimenteel
ingezet kan worden.
Aanwijzing Q-koorts als besmettelijke dierziekte en meldplicht
Om maatregelen op bedrijven te kunnen nemen, is het noodzakelijk Q-koorts als besmettelijke
dierziekte aan te wijzen. De minister van LNV heeft deze aanwijzing inmiddels in
gang gezet zodat spoedig maatregelen genomen kunnen worden. De aanwijzing is
opgenomen in de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke
dierziekten, zoönosen en TSE's (Regeling preventie). Houders van kleine herkauwers,
gehouden in potstallen, zijn verplicht verschijnselen van Q-koorts te melden. Deze meldplicht
geldt ook voor de dierenarts.
Maatregelen ten aanzien van mest
Deskundigen zijn het erover eens dat mest waarschijnlijk een belangrijke rol speelt bij de
verspreiding van Q-koorts in de provincie Noord-Brabant.
Als zinvolle, voorlopige maatregel op basis van het voorzorgsbeginsel zijn wij van plan
een verbod voor de duur van drie maanden op te leggen voor het uitmesten en uitrijden
van potstalmest van bedrijven waar een ernstige besmetting is vastgesteld. In deze
periode vindt namelijk in de mest een aanzienlijke reductie plaats van de besmetting in de
mest. Als uitmesten in deze periode onvermijdelijk is doordat de potstal vol is, zal onder
nog nader uit te werken voorwaarden, de mest wel uit de stal verwijderd en eventueel
afgevoerd kunnen worden.
Overige maatregelen en adviezen
Naast deze specifieke maatregel ten aanzien van mest op bedrijven met een besmetting
zullen generieke adviezen gegeven worden om verspreiding van Q-koorts in de toekomst
te voorkomen. Hierbij wordt gedacht aan het vervroegen van het moment van uitmesten
tot voor het begin van het lammerseizoen. Hierdoor kan de mest tot zeker drie maanden
na het lammerseizoen in de potstal blijven waardoor een grote reductie van een eventuele
besmetting kan worden gerealiseerd.
Bedrijven met kleine herkauwers worden vaak bezocht door recreanten en andere
geïnteresseerden. Contacten van burgers met besmette bedrijven zijn ook uit voorzorg
onwenselijk. Tijdelijk bezoekers niet toelaten op zo'n bedrijf lijkt ons een zinvolle
maatregel.
Er is ook een beperkt aantal bedrijven dat zelf kaas maakt. Dit gebeurt vaak met rauwe
melk. Consumptie van rauwe producten afkomstig van besmette bedrijven wordt door het
RIVM afgeraden. Het lijkt daarom in eerste instantie zinvol om pasteurisatie in bepaalde
gevallen voor te schrijven. De minister van VWS gaat hierover in overleg met het RIVM.
Met bovenstaande maatregelen trachten wij de verspreiding van Q-koorts zo veel mogelijk
te beperken. De genoemde maatregelen zijn erop gericht zo spoedig mogelijk actie te
kunnen ondernemen om het risico van verspreiding te verkleinen. Wij werken ons beleid
hierop verder uit. Indien nodig zullen wij u hier weer over informeren.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID
VOEDSELKWALITEIT, WELZIJN EN SPORT,
G. Verburg dr. A. Klink
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit