Rechtbank Groningen


Verkort vonnis 10 juni kort geding busstaking

Verkort vonnis in de zaak van de Provincie Groningen, de Provincie Drenthe, de Provincie Fryslân en de Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer (Rover) tegen FNV Bondgenoten, CNV Bedrijvenbond en De Unie, Vakbond voor Industrie en Dienstverlening.


----------------------------------

Verkort vonnis d.d. 10 juni 2008

In de zaak van

de Provincie Groningen, de Provincie Drenthe, de Provincie Fryslân en de Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer (Rover),

tegen

FNV Bondgenoten, CNV Bedrijvenbond en De Unie, Vakbond voor Industrie en Dienstverlening.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat de maatschappelijke schade van een algehele staking op dit moment niet in een redelijke verhouding staat tot het belang van de werknemers om voor hun rechten op te komen. Een staking buiten de spitsuren is op dit moment niet onevenredig en de schade die daaruit voortvloeit moet worden aanvaard.

De voorzieningenrechter erkent dat er om uit de impasse van het arbeidsconflict te komen, er druk op de ketel mag blijven bestaan. De sleutel ligt weliswaar is Den Haag, maar staking is een grondrecht van de werknemers, ook in de verhouding met de rijksoverheid.

Gelet op dit één en ander legt de voorzieningenrechter een beperking aan op het stakingsrecht voor een periode van twee maanden. Als er half augustus 2008 nog geen oplossing is, geldt deze beperking niet langer.

De beslissing

De voorzieningenrechter


1. gebiedt de bonden om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis hun leden te berichten dat over de periode 12 juni 2008 tot en met 12 augustus 2008 stakingen in het openbaar vervoer, dat wordt uitgevoerd ingevolge de concessies als bedoeld in de dagvaarding sub
1.5., en overigens in de provincies Groningen en Drenthe, alsmede in de provincie Fryslân en/of openbaar vervoer ingevolge de door de provincie Fryslân verleende concessies, onrechtmatig zijn voor zover deze ritten betreffen die aanvangen dagelijks tussen 07.00 uur en 09.00 uur en tussen 16.00 uur en 19.00 uur en dat het hun leden derhalve niet is toegestaan betreffende deze ritten op enigerlei wijze hun werkzaamheden te staken, zulks op straffe van een dwangsom van EUR 10.000,00 (zegge: tienduizend euro) voor iedere dag of gedeelte van een dag dat één der bonden met dit gebod in gebreke blijft/blijven, zulks met een maximum van EUR 200.000,00 (zegge: tweehonderd duizend euro),


2. bepaalt dat de proceskosten worden gecompenseerd en wel in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,


3. verklaart het bepaalde onder 1. uitvoerbaar bij voorraad,


4. wijst af het meer of anders gevorderde.

De volledige tekst van het vonnis zal op woensdag 11 juni 2008 worden geplaatst op www.rechtspraak.nl.

Bron: Rechtbank Groningen Datum actualiteit: 10 juni 2008 Naar boven