Antwoorden op kamervragen van Ouwehand over het verbod op dierproeven voor cosmetica en de implementatie van REACH
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP-K-U-2849036
11 juni 2008
Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Ouwehand
over het verbod op dierproeven voor cosmetica en de implementatie van
REACH.
Vraag 1
Kunt u uiteenzetten hoe de implementatie van REACH (de Europese
herziening van de
stoffenregelgeving) zich verhoudt tot het verbod op dierproeven voor
cosmetica in Nederland?
Antwoord 1
Het verbod op het uitvoeren van dierproeven voor cosmetica is
opgenomen in de Wet op de dierproeven. De implementatie van REACH
(Registration, Evaluation and Authorisation of CHemicals) brengt
daarin geen verandering. Dat betekent dat in Nederland het verbod op
dierproeven ook van toepassing is en blijft op het testen van
(ingrediënten voor) cosmetica .
Vraag 2
Kunt u uiteenzetten hoe de implementatie van REACH zich verhoudt tot
het Europese verbod op dierproeven voor cosmetica dat in 2013 van
kracht zal zijn?
Antwoord 2
Regelgeving ten aanzien van chemische stoffen (de REACH-verordening)
en het toekomstige Europese verbod op dierproeven voor cosmetica
zullen complementair aan elkaar zijn. Voor de consequenties van de
verhouding tussen beide vormen van EU-regelgeving verwijs ik u naar
mijn vorig antwoord. Het verbod betekent dat chemische stoffen
uitsluitend bestemd voor toepassing in cosmetica niet getest mogen
worden met behulp van dierproeven. In plaats daarvan zullen de
eigenschappen en risico's van deze stoffen op alternatieve wijze
geïnventariseerd dienen te worden.
Ik wil u ook erop wijzen dat het Europese verbod op cosmetica deels al
eerder dan 2013 in in gaat, bijvoorbeeld voor het testen van huid- en
oogirritatie. Deze testen zullen al vanaf 11 maart 2009 verboden zijn.
De datum van 11 maart 2013 is de eind datum voor het Europese verbod
op alle diertesten voor cosmetica.
Vraag 3
Bent u bereid een Nederlands marktverbod in te stellen voor cosmetica
die getest is op dieren? Zo ja, op welke termijn? Zo neen, waarom
niet?
Antwoord 3
In de EU-Cosmeticarichtlijn is al een marktverbod ingesteld voor
cosmetica die zijn getest op dieren met ingang van de al genoemde data
in het vorige antwoord onder de voorwaarde dat een alternatieve
methode is vastgesteld. Ik zie geen noodzaak om hier bovenop een
Nederlandse marktverbod op te stellen.
Vraag 4
Kunt u uiteenzetten of u gevolgen verwacht van de inwerkingtreding van
REACH voor fabrikanten van bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen en diervoer
die hun producten en ingrediënten niet op dieren (willen) testen? Zo
ja, welke? Zo neen, kunt u dit toelichten?
Antwoord 4
Allereerst wil ik u er op wijzen dat diervoeders uitgezonderd zijn van
de werkingssfeer van REACH.
Chemische stoffen die in schoonmaakmiddelen worden gebruikt, worden
meestal ook in vele andere producten toegepast. Het zal dan ook zelden
voorkomen dat een dierproef wordt gedaan op een stof die uitsluitend
in een schoonmaakmiddel wordt gebruikt. Overigens vinden, zover mij
bekend, geen testen plaats op het eindproduct. Het eventueel testen op
dieren van de in producten ( als mengsel van stoffen) voorkomende
stoffen onder REACH vindt alleen plaats als gevalideerde alternatieven
of andere bepalingsmethoden niet mogelijk zijn. De verplichting om
eerst gebruik te maken van alternatieve testen en/of bestaande
(analoge) dossiers is het uitgangspunt van REACH. Hiermee is een
balans gezocht tussen de bescherming van de volksgezondheid en het
gebruik van de dierproeven.
Vraag 5
Kunt u garanderen dat fabrikanten die een dierproefvrij beleid voeren
onder REACH in staat zullen blijven om producten op de markt te
brengen die niet op dieren zijn getest? Zo ja, kunt u dit toelichten?
Zo neen, bent u bereid maatregelen te treffen om deze fabrikanten de
mogelijkheid te geven hun beleid te handhaven?
Antwoord 5
De garanties bestaan reeds in REACH, in de zin dat REACH er expliciet
in voorziet dat aan informatievereisten op andere wijzen kan worden
voldaan dan met dierproeven voor het bepalen van de toxiciteit van
stoffen. Zie ook mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Bent u bereid de mogelijkheden te onderzoeken naar etikettering van
producten die op dieren zijn getest? Zo ja, op welke wijze en op welke
termijn? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 6
Nee. Het verstrekken van informatie (op het etiket van producten) is
primair gericht op de bescherming van de gezondheid en de belangen van
consumenten. De informatie op het etiket vormt de basis voor het maken
van goed doordachte keuzes. Bij schoonmaakmiddelen e.d. gaat het
daarbij in eerste instantie om het veilig gebruik van de producten.
Voor zowel de etikettering van levensmiddelen als consumenten
producten geldt Europese wet- en regelgeving
In die geest ben ik van mening dat de mogelijkheid van etikettering
vanuit andere invalshoeken zoals milieu, economische, sociale en
ethische aspecten ook een Europese aangelegenheid is. Het is
kabinetsbeleid om nationale koppen op EU-regelgeving zoveel mogelijk
te voorkomen. Dit om een gelijk speelveld voor het bedrijfsleven te
creëren.