Nicis: Stedenbeleid ook na 2010 urgent

12/06/2008 12:25

Nicis Institute


- Na 12 jaar stedenbeleid burger nog steeds niet centraal.


- Stedenbeleid onorthodox voortzetten, burger wél centraal.


- Eindigheid minister voor Jeugd en Gezin.


-Perverse financiering van bureau's Jeugdzorg.

Den Haag, 12 juni 2008 - "Alle problemen in dit land worden in kokers opgelost. Dat moet veranderen" Deze uitdagende stelling legde prof. dr. Pieter Winsemius, oud-minister van VROM vanmorgen voor aan bestuurders en ambtenaren van de grote steden. "De burger staat niet centraal en er is geen overkoepelende visie op sociale problemen. Dan is het moeilijk om de goede mensen te motiveren." Winsemius sprak op het congres over de bouwstenden voor het grotestedenbeleid na 2010 in het Worldforum Convention Center in Den Haag.

Volgens Winsemius is stedenbeleid noodzakelijk en een kwestie van het gezamenlijk afspreken van één visie en dezelfde conclusies. "Dan volgt het geld vanzelf. Kijk maar eens naar de inburgering. Er ligt een pak met geld, maar het lukt niet. Ergens gaat het mis. We weten in Nederland niet eens hoeveel alloctone vrouwen nog moeten inburgeren. We hebben de doelgroepen onvoldoende in het oog."

In het regeerakkord is opgenomen dat het stedenbeleid ook na 2010 zal worden voortgezet. "De steden zullen urgent zal blijven", aldus Directeur-Generaal Wonen Wijken en Integratie (WWI) Leon van Halder. "De kloof tussen aantrekkelijke en achtergebleven steden wordt eerder groter dan kleiner. Er is alle reden om nog een tandje bij te zetten. De spanningen in de steden is nog steeds groot." Hoe het stedenbeleid zal worden voortgezet en hoeveel geld voor dit beleid wordt vrijgemaakt is nog onduidelijk.

Voormalig regeringscommissaris voor jeugd en jongerenbeleid Stefan van Eijck is van mening dat het jeugdbeleid veel meer stedenbeleid moet worden. "De houdbaarheid van de minister voor Jeugd en Gezin is maar één kabinetsperiode. En dat is goed nieuws. We moeten landelijke afspraken maken en die vervolgens lokaal uitvoeren."

Van Eijck hekelde de rol van de provincies bij de uitvoering van de jeugdzorg. "Het is een weeffout dat provincies zo'n zware rol hebben." De financieringsstructuur voor de bureau's Jeugdzorg noemde Van Eijck pervers. "Heb je een wachtlijst dan krijg je geld, heb je er geen dan krijg je niks." Als voorbeeld noemd hij Bureau Jeugdzorg in Utrecht die zonder wachtlijsten werkte. "Ze kregen niets extra's. Toen hebben ze de definitie aangepast, waardoor er een wachtlijst kwam. Toen kwam er ook meer geld."





http://www.nicis.nl