Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Gezondheidsonderzoek omtrent biologisch geproduceerde voeding


12 juni 2008 - kamerstuk

Kamerbrief waarin de minister de Kamer informeert over de uitkomsten van een onderzoek naar de invloed van biologisch geproduceerde levensmiddelen op de gezondheid. Het onderzoek kan geen uitsluitsel bieden.

Meer informatie

D i rectie Voedselkwaliteit en Diergezondheid
Geachte Voorzitter,
Maatschappelijke partijen hebben de wens uitgesproken om aandacht te schenken aan de gezondheid van biologisch geteelde levensmiddelen. Op verzoek van de Tweede Kamer is op 30 november 2004 een wetenschappelijke workshop gehouden over de gezondheidsbevorderende eigenschappen van biologische levensmiddelen. De deskundigen kwamen tot de conclusie dat er op dat moment géén eenduidig oordeel over de gezondheid van biologische levensmiddelen mogelijk was. Er werd aanbevolen om op dit punt fundamenteel onderzoek te gaan doen. Op 21 maart 2006 heeft mijn voorganger u in dat kader een brief gestuurd om u te informeren over dat onderzoek naar de gezondheid van levensmiddelen van biologische oorsprong.
Medio 2005 is een breed consortium van het Louis Bolk Instituut met het RIKILT - Instituut voor Voedselveiligheid, de Wageningen Universiteit (WUR) en TNO begonnen met het onderzoek. Dit consortium werd ondersteund door de Universiteit van Kassel (Duitsland), de Deense Biodynamic Research Association en het Centrum voor Smaakonderzoek. De kosten van het onderzoek van ¤ 1.432.000,- werden gefinancierd door de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Economische Zaken (EZ) en door de RABO- en Triodos Bank. De kwaliteit en voortgang van dit onderzoek werden bewaakt door een wetenschappelijke begeleidingscommissie waarin deskundigen van verschillende universiteiten en onderzoeksinstituten zitting hadden. Voor het onderzoek naar de gezondheid van biologische levensmiddelen heeft de onderzoeksgroep in samenspraak met de biologische sector een onderzoekshypothese en -opzet geformuleerd. Volgens deze hypothese zouden biologische levensmiddelen onder meer gunstig zijn voor het natuurlijke afweersysteem van de mens. Om dit te onderzoeken, werden kippen gekozen als diermodel. Deze kippen werden in een onderzoeksfaciliteit van de WUR gehouden onder geconditioneerde omstandigheden en ze werden gevoederd met biologisch of gangbaar voeder. De studie werd "dubbelblind" uitgevoerd om te voorkomen dat persoonlijke meningen van de onderzoekers en experts uit de begeleidingscommissie betreffende biologische levensmiddelen van invloed zouden kunnen zijn op de conclusies.
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Voedselkwaliteit
en Diergezondheid
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal

Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
VD. 2008/1028 12 juni 2008
Gezondheidsonderzoek

1
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad

12 juni 2008 VD. 2008/1028 2
Eind 2007 is deze studie afgerond. Hierbij bied ik u het rapport aan, getiteld "Organic, More Healthy?", waarin de resultaten en de conclusies van dit onderzoek gepresenteerd worden. Het omvangrijke rapport toont de grondigheid aan waarmee de onderzoeksgroep heeft getracht de vraag naar de gezondheid van biologische levensmiddelen te beantwoorden.
De resultaten van het onderzoek tonen aan dat alle kippen die in het onderzoek gangbaar of biologisch voeder kregen, gezond waren. Desalniettemin werden er verschillen gevonden tussen beide groepen dieren die het gevolg moeten zijn van de voeders. Over de interpretatie van deze verschillen in het licht van "gezondheid" konden de deskundigen het echter níet eens worden. In het rapport werd dan ook geconcludeerd dat het niet mogelijk was op basis van dit onderzoek een antwoord te geven op de vraag of biologisch geproduceerde levensmiddelen gezonder zijn dan die welke op een gangbare wijze geproduceerd zijn. Er wordt door de onderzoekers aanbevolen om het onderzoek met kippen te herhalen om te bezien of de resultaten reproduceerbaar zijn. Daarna zou naar de mening van de onderzoekers een vergelijkbaar onderzoek met zoogdieren (bij voorkeur varkens) moeten plaatsvinden.
Ik deel de conclusie uit dit rapport dat onderzoek naar de gezondheid van biologische levensmiddelen opmerkelijke resultaten laat zien. Ik concludeer echter dat er op dít moment onvoldoende consensus binnen de onderzoekswereld bestaat over de manier waarop de resultaten van dit onderzoek moeten worden geïnterpreteerd. Daarom kan ik de aanbevelingen voor vervolgonderzoek niet overnemen voordat meer duidelijkheid bestaat over de methodologie van dergelijk onderzoek naar de gezondheid van levensmiddelen. Ik zal de Gezondheidsraad vragen mij te adviseren op welke wijze onderzoek naar de gezondheid van levensmiddelen en diervoeders naar haar mening dient plaats te vinden. DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg