12 jun 200 8

Wetenschappers communiceren te weinig over hun onderzoek en staan weinig open voor interactie met de samenleving. Een mediatraining alleen lost dit niet op. Het probleem zit dieper, namelijk in de wetenschapsopvatting van de onderzoekers, stelt dr. Ann Van der Auweraert in haar proefschrift waarop ze promoveerde aan Wageningen Universiteit.

Voor haar promotieonderzoek was Van der Auweraert wetenschapsvoorlichter bij de Universiteit Antwerpen. In dat werk merkte ze dat veel wetenschappers nauwelijks op eigen initiatief communiceren over hun onderzoek. En als ze dat doen, is het vaak eenrichtingsverkeer. Bijvoorbeeld door een lezing te geven of een ingezonden brief in de krant te zetten. Wanneer de boodschap verkeerd overkomt, is dat volgens de wetenschappers vaak de schuld van de ontvanger of de journalist die niet genoeg kennis heeft of de vaktermen niet kent. Van der Auweraert zocht uit waarom dat is.

Het blijkt niet alleen te liggen aan de capaciteit van wetenschappers om te communiceren. Want al kùnnen ze het wel, soms mógen ze het niet. Collegaâs stellen bijvoorbeeld dat ze zich tot onderzoek moeten beperken. Of universiteiten vermengen voorlichting over wetenschappelijk onderzoek met pr voor hun instelling. Dat vindt Van der Auweraert een kwalijke zaak, want die vermenging leidt tot scepsis onder journalisten en het publiek.Â

De belangrijkste reden waarom wetenschappers niet actief communiceren is volgens de onderzoekster dat ze het niet altijd wÃllen. Dat komt door hun positivistische visie op wetenschap, stelt Van der Auweraert. Die gaat ervan uit dat de realiteit kenbaar en meetbaar is en dat onderzoek tot de waarheid leidt. Daaruit volgt een klassieke houding ten opzichte van communicatie, zegt de Vlaamse onderzoekster. Wetenschappers ontdekken de waarheid en zenden die boodschap in eenrichtingsverkeer naar het publiek.Â

Maar die visie is volgens Van der Auweraert achterhaald. Wat mensen als realiteit beleven, wordt bepaald door interactie tussen mensen met ieder hun eigen vorm van kennis. Praktijkkennis of ethische opvattingen tellen daarbij net zo mee als wetenschappelijke kennis, zegt de onderzoekster. Maar de positivistische hoogleraren en onderzoekers die Van der Auweraert interviewde, bleken zich niet open te stellen voor kennis van anderen.Â

Wil de houding van wetenschappers veranderen als het om wetenschapscommunicatie gaat, dan moeten wetenschappers in hun opleiding bijgespijkerd worden in de filosofie, is de conclusie van Van der Auweraert. âIk kwam als bioloog ook pas na mijn opleiding, tijdens het promotieonderzoek, tot het inzicht dat je verschillend kan aankijken tegen wat de realiteit is. Als meer wetenschappers dat eerder leren, zullen ze meer openstaan voor de samenleving en voor communicatie.â

Ann Van der Auweraert is op 9 juni gepromoveerd bij prof. Cees van Woerkum, hoogleraar Communicatie- en innovatiestudies. / Joris Tielens

Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Het wordt u aangeboden door de afdeling Corporate Communicatie. Meer informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail: resource@cereales.nl. Zie archief (inclusief Wb-artikelen) op http://www.resource-online.nl