CJE/08/37
12 juni 2008
PERSCOMMUNIQUE nr. 37/08
Arrest van het Hof van Justitie in zaak C-533/06
O2 Holdings Limited et O2 (UK) Limited / Hutchison 3G UK Limited
O2 IS NIET GERECHTIGD OP GROND VAN ZIJN MERKRECHTEN HET GEBRUIK VAN
EEN OVEREENSTEMMEND TEKEN TE VERBIEDEN IN EEN VERGELIJKENDE RECLAME
VAN HUTCHISON 3G
Op grond van het merkrecht kan niet worden opgekomen tegen het gebruik
in vergelijkende reclame van een teken dat gelijk is aan of
overeenstemt met een merk, wanneer er bij het publiek geen gevaar
bestaat dat de adverteerder met de merkhouder, of de merken, goederen
of diensten van de adverteerder met die van de merkhouder worden
verward.
Volgens de communautaire merkenrichtlijn kan een merkhouder het
gebruik, in het economisch verkeer, verbieden van een teken dat gelijk
is aan het merk voor identieke waren of diensten, alsook van een teken
dat overeenstemt met het merk, wanneer er verwarringsgevaar bestaat,
inhoudende het gevaar van associatie met het merk.
De communautaire richtlijn inzake vergelijkende reclame^ bepaalt
dat vergelijkende reclame geoorloofd is wanneer zij aan zekere
voorwaarden voldoet, onder andere wanneer zij niet misleidend is, er
niet toe leidt dat op de markt de adverteerder met een concurrent, of
merken van de adverteerder met die van een concurrent worden verward,
niet de goede naam schaadt van of zich niet kleinerend uitlaat over
een merk, en geen oneerlijk voordeel oplevert ten gevolge van een
merk.
Om haar mobieletelefoniediensten te promoten gebruikt O2 op
verschillende wijzen beelden van bubbels, en is zij houder van twee
nationale Britse beeldmerken bestaande in een statisch beeld van
bubbels.
In 2004 startte Hutchison 3G (hierna: "H3G"), een concurrent van O2
die haar mobieletelefoniediensten aanbiedt onder de merknaam "3", een
reclamecampagne voor haar "pay-as-you-go"-dienst met de naam
"Threepay". Daartoe liet zij een televisiespot uitzenden waarin de
prijs van haar diensten met die van O2 werd vergeleken. Deze reclame
begon met het tonen van de naam "O2" en van zwartwitbeelden van
bewegende bubbels, waarna beelden van "Threepay" en "3" werden getoond
met de boodschap dat de diensten van H3G in een bepaald opzicht
goedkoper zijn.
O2 heeft bij de High Court een beroep wegens inbreuk op haar
bubbelmerken ingesteld. In het kader hiervan gaf zij toe dat de
prijzen in de reclame correct werden vergeleken, en dat deze reclame
niet misleidend was. Deze vordering werd afgewezen. Derhalve heeft O2
tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld bij de Court of Appeal, dat
het Hof van Justitie heeft gevraagd of een merkhouder gerechtigd is
het gebruik te doen verbieden van een teken dat gelijk is aan of
overeenstemt met zijn teken, in een vergelijkende reclame die er niet
toe leidt dat de adverteerder met een concurrent, of de merken,
goederen of diensten van de adverteerder met die van een concurrent
worden verward.
Om te beginnen zet het Hof de wisselwerking tussen de merkenrichtlijn
en de richtlijn inzake vergelijkende reclame uiteen. Het is van
oordeel dat het gebruik in vergelijkende reclame van een teken dat
gelijk is aan of overeenstemt met het merk van een concurrent, om de
door laatstgenoemde aangeboden waren of diensten aan te duiden, kan
worden verboden op grond van de merkenrichtlijn. Het Hof merkt evenwel
op dat de wetgever de vergelijkende reclame heeft willen stimuleren,
en dat hij hiertoe het door het merk toegekende recht in zekere mate
heeft willen beperken.
Het Hof stelt vast dat, teneinde de bescherming van de merken te
verzoenen met het gebruik van vergelijkende reclame, een merkhouder
niet gerechtigd is een derde het gebruik van een teken dat gelijk is
aan of overeenstemt met zijn merk te verbieden in vergelijkende
reclame die voldoet aan alle voorwaarden voor geoorloofdheid. Wanneer
evenwel het gevaar bestaat dat de adverteerder met een concurrent, of
de merken, goederen of diensten van de adverteerder met die van een
concurrent worden verward, voldoet deze reclame niet aan alle in de
richtlijn inzake vergelijkende reclame genoemde voorwaarden voor
geoorloofdheid, en kan de merkhouder het gebruik van een teken dat
gelijk is aan of overeenstemt met zijn merk verbieden.
Als antwoord op de vraag van de Court of Appeal herinnert het Hof
eraan dat een merkhouder het gebruik van een teken dat gelijk is aan
of overeenstemt met zijn merk kan verbieden indien aan vier
voorwaarden is voldaan: dit gebruik moet plaatsvinden in het
economisch verkeer; het moet geschieden zonder toestemming van de
merkhouder; het moet betrekking hebben op dezelfde of soortgelijke
waren of diensten als die waarvoor het merk is ingeschreven; en het
moet afbreuk doen of kunnen doen aan de wezenlijke functie van het
merk, namelijk het waarborgen van de herkomst van de waren of diensten
aan de consument, wegens het verwarringsgevaar bij het publiek. Het
Hof stelt vast dat in het hoofdgeding aan de eerste drie voorwaarden
is voldaan. Daarentegen stelt het vast dat het gebruik dat H3G van met
de merken overeenstemmende beelden van bubbels heeft gemaakt - volgens
de vaststellingen van de verwijzende rechter zelf - niet heeft geleid
tot verwarring bij de consumenten. De reclame was, in haar geheel
beschouwd, immers niet misleidend en suggereerde met name geen enkel
commercieel verband tussen O2 en H3G. Derhalve is in het hoofdgeding
niet voldaan aan de vierde voorwaarde.
In deze omstandigheden stelt het Hof vast dat de merkhouder niet
gerechtigd is op basis van zijn merkrechten te verbieden dat een derde
in vergelijkende reclame gebruikmaakt van een met dit merk
overeenstemmend teken voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten
als die waarvoor het merk is ingeschreven, indien dit gebruik niet
leidt tot verwarringsgevaar bij het publiek.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie
niet bindt.
Beschikbare talen: CS ES DE EN EL FR HU IT NL PT SK
De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te
vinden op de internetpagina van het Hof
http://curia.europa.eu/jurisp/cgi-bin/form.pl?lang=NL&Submit=recherche
r&numaff=C-533/06
vanaf ongeveer 12.00 uur.
Voor nadere informatie wende men zich tot de heer Stefaan Van der
Jeught. Tel: +352 4303 2170 Fax: +352 4303 2988
---
Richtlijn 89/104/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende
de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PB 1989, L 40, blz.
1)
Richtlijn 84/450/EEG van de Raad van 10 september 1984 inzake
misleidende reclame en vergelijkende reclame (PB L 250, blz. 17),
zoals gewijzigd bij richtlijn 97/55/EG van het Europees Parlement en
de Raad van 6 oktober 1997 (PB L 290, blz. 18)
European Union