ChristenUnie
Speech André Rouvoet Uniecongres 14 juni 2008
zaterdag 14 juni 2008 16:56 Vrienden en vriendinnen van de
ChristenUnie! In wat voor land willen wij leven? Elke politieke partij
hoort zich die vraag van tijd tot tijd te stellen. Sterker nog, het is
de vraag die vooraf gaat aan elke politieke visie. Zonder samenhangend
beeld van de samenleving waarin wij willen wonen en leven, verwordt
politiek tot een vertoning, tot een spel om de macht, geregeerd door
de waan van de dag.
Onze politieke visie, de visie van de ChristenUnie, rust op een
visioen. Een visioen dat ook onze voorgangers in RPF en GPV de weg
heeft gewezen en decennialang de leidraad is geweest voor
christelijk-sociale politiek. Een visioen dat ons inspireert. En
verbindt. In het hart van dat visioen ligt het verlangen naar
gerechtigheid, de gerechtigheid van het Koninkrijk.
Daarom staan wij voor een politiek waarin ieder mens recht wordt
gedaan, waarin de schepping duurzaam wordt beheerd, waarin mensen
omzien naar elkaar. In dat visioen ligt onze bezieling. Daar willen we
aan werken, omdat we alleen langs die weg in vrede en in rust samen
kunnen leven.
Dat visioen vraagt om standvastigheid. En ook om strijdvaardigheid.
Maar misschien wel het meest om dienstbaarheid. De bereidheid om de
samenleving te dienen, met alles wat in ons vermogen ligt.
In wat voor land willen wij leven
Die vraag is ons de laatste tijd indringend door de samenleving
gesteld: wat voor land streeft de ChristenUnie eigenlijk na?
De afgelopen weken is gebleken dat mensen de ChristenUnie in dat
opzicht niet altijd het voordeel van de twijfel gunnen: onze positie
in het debat rond embryoselectie riep geweldige weerstand op. De
ChristenUnie zou dictatoriaal zijn, bestaan uit fundamentalisten en
tirannen. Even was het land te klein: hoe haalden we het in ons hoofd
om grenzen te willen stellen aan de medische techniek, op een punt dat
de meerderheid allang is gepasseerd?
Beste vrienden, dit was Nederland op z'n smalst. Het was een
vervreemdende ervaring om in een land waarin de vrijheid van
meningsuiting en het democratisch debat zo hoog worden aangeslagen. Of
is dat minder belangrijk als het gaat om een uitgesproken opvatting
die afwijkt van de hoofdstroom? Is het zo dat wanneer iets gezegd
wordt vanuit een christelijke overtuiging het argumenteren ophoudt en
het schelden mag beginnen? De woorden worden groter, maar de betekenis
neemt af. En daarmee wordt het visioen verdrongen. (En u kent de
tekst: `waar het visioen ontbreekt, verwildert het volk'.)
In wat voor land willen we leven? In een land waarin meningen of
groepen worden uitgesloten omdat hun geloof of levensbeschouwing
afwijkt van de hoofdstroom? Of waar het recht van de hardste
schreeuwer geldt?
De basis van een open, democratische samenleving ligt in het respect
voor elkaars opvatting. Wie dat niet kan opbrengen diskwalificeert
zichzelf als deelnemer aan het publieke debat. Dat debat mag scherp
zijn. Zeker als het om principiële kwesties gaat, zoals rond leven en
dood. Ik herinner me de debatten die ik als Kamerlid voerde, over
onder meer de embryowet. Dan treden grote verschillen van mening aan
de dag, maar juist dan komt het erop aan om de discussie zorgvuldig en
vanuit wederzijds respect te voeren.
Kabinet
Zo doen we dat ook binnen het kabinet waarin diezelfde verschillen van
mening bestaan, onder andere over medisch-ethische zaken. We wisten
als ChristenUnie heel goed dat er geen meerderheid te vinden was om de
klok terug te draaien. Maar we zijn wel in staat gebleken om de
discussie in een ander spoor te brengen! Daarmee geven wij stem aan de
zorgen van heel veel mensen, ook van hen die onze inspiratiebron niet
delen, over ontwikkelingen in de medische technologie. We zetten nu
veel meer in op positieve alternatieven voor abortus, euthanasie en
embryonaal stamcelonderzoek. Het is aan de inbreng van de ChristenUnie
te danken dat de nadruk niet langer eenzijdig ligt op autonomie en
zelfbeschikking, maar dat er op evenwichtiger wijze wordt gesproken
over de keuzes rond leven en dood.
Tegen die achtergrond heb ik er vertrouwen in dat we de komende weken
tot een gezamenlijk gedragen, evenwichtig standpunt zullen komen over
inkadering van de toepassing van embryoselectie. In de geest van het
Coalitieakkoord.
Dat is dus niet een kwestie van: even een compromisje maken, maar de
dure plicht van een partij die verantwoordelijkheid heeft genomen.
Dat heeft niets te maken met een religieuze minderheid die zijn wil
probeert op te leggen aan de samenleving. Dat heeft ook helemaal niets
te maken met een monopolie op geweten en principes. Dat heeft alles te
maken met politiek bedrijven op basis van een visioen. En was dat niet
de essentie van democratie?
Tegen de ChristenUnie wordt gezegd: jullie moeten kiezen tussen macht
en beginselen. Dit dilemma is vals. Ik herhaal nog maar eens wat ik
vorig jaar heb gezegd toen wij spraken over toetreding van de
ChristenUnie tot het kabinet, tot de macht: het gaat ons niet om de
macht, het gaat ons erom de macht dienstbaar te maken aan de
gerechtigheid. En dat is ten diepste de gerechtigheid van het
Koninkrijk. Deze houding overstijgt de tegenstelling tussen
getuigenispartij en machtspartij.
Minderheden
Wij leven in een land van minderheden. Daarin de meerderheid rekening
houdt met minderheden. Dat is de democratie op haar best. Ik denk dat
wij op dit punt niet duidelijk genoeg kunnen zijn. Intussen hebben we
ons wel af te vragen waar het vandaan komt dat christelijke politiek
niet wordt geassocieerd met vrijheid, maar met vrijheidsbepérking.
Want zo'n beeld hindert ons in het nastreven van onze politieke
idealen. Daaraan mogen we zeker als regeringspartij niet lichtvaardig
voorbij gaan.
Het heeft ongetwijfeld iets te maken met de historie van kerk en
christendom in Nederland. Het heeft ongetwijfeld te maken met
persoonlijke, negatieve ervaringen met kerk en geloof, maar ook met
sjablonen over het protestantse verleden zoals die zich via de boeken
van Maarten 't Hart en Jan Wolkers in het collectieve geheugen hebben
gegrift. De felheid van reacties verraadt een rancuneus sentiment.
Overigens vooral bij mensen van een bepaalde leeftijd. Doorgaans niet
de jongeren.
De weerstand heeft ook iets te maken met een cultuur van relativisme.
Een beroep op de Bijbel wekt de indruk dat men het eigen standpunt als
absolute waarheid beschouwt, en dat is in een relativistische cultuur
onacceptabel.
Het is dus geen eenvoudige opgave om in een post-christelijk land als
Nederland te opereren vanuit de christelijke overtuiging. Niet
eenvoudig, maar zeker niet onmogelijk.
Het vraagt om tact, om wijsheid om het juiste woord op het juiste
moment te spreken en soms juist te zwijgen.
Het vraagt om dienstbaarheid en om zelfreflectie. Het zou soms kunnen
lijken alsof wij denken de waarheid in pacht te hebben. Of dat wij
onze waarheid willen opleggen aan anderen.
Maar zo is het niet: wij proberen lijnen te trekken uit het vaste
vertrekpunt van Gods Woord. Dat is mensenwerk. Het is de
verantwoordelijkheid van de christen-politicus om het bijbels spreken
toe te passen op de vraagstukken van vandáág.
Een christelijke overtuiging vraagt ook om een juiste
zelfpositionering: wij zijn een partij, die midden in de samenleving
staat en vanuit een eigen overtuiging meebouwt aan de toekomst van dit
land. Met oog voor de vragen van déze tijd. Geen achterhoedegevechten
leveren, maar opereren in de frontlinies. Mw. Westerkamp zei het
vanmorgen treffend over haar werk in de jeugdgevangenis: de frontlinie
ligt daar waar bevrijding komt uit slavernij, waar licht gebracht
wordt in de duisternis, waar mensen tot zichzelf kunnen komen. Vandaar
ook onze inzet om hoop en perspectief te bieden aan verslaafden,
prostituees en prostituanten, aan vastgelopen jongeren.
Ons favoriete instrument is dan ook niet de handrem, maar het
stuurwiel. Wij willen mee richting geven vanuit onze missie - Arie
Slob heeft hem u nog eens voorgehouden - aan de ontwikkeling van de
samenleving van vandaag en morgen!
In wat voor land willen wij leven?
Die vraag blijven wij onszelf stellen, ook de komende tijd.
Voor het eerst in de jonge geschiedenis van onze partij verkeren wij
in een positie die veel mogelijkheden biedt om daadwerkelijk stappen
te zetten in de richting van door ons gekoesterde idealen, van ons
visioen. We nemen deel aan de regering. Dat is een expeditie waar we
weloverwogen aan begonnen zijn. En het is goed om ons temidden van
alle politieke onrust de vraag te stellen: zitten we op koers met het
kabinet? Brengen we de veranderingen tot stand in dit land die wij
willen?
Ik was en ben van mening dat de visie en de geest van het
Coalitieakkoord ons veel handvatten geeft om belangrijke elementen van
ons programma te realiseren. U kent de voorbeelden:
inkomensondersteuning voor gezinnen met kinderen, de kilometerheffing
met het oog op een eerlijke beprijzing van mobiliteit, opkomen voor
sociaal kwetsbaren in eigen land en wereldwijd.
Eén onderdeel zal ons de komende maanden extra bezig houden.
Aanstaande maandag komt de commissie-Bakker met zijn advies aan het
kabinet over het vraagstuk van de arbeidsparticipatie, een belangrijk
thema.
Dat heeft alles te maken met de vergrijzing, of in onze termen: de
verzilvering van de samenleving. De beroepsbevolking neemt af, het
aantal pensioengerechtigden neemt toe. Het economisch draagvlak voor
onze collectieve voorzieningen moet worden veiliggesteld. Het
toekomstbestendig maken van ons land: daar voelt de ChristenUnie zich
voluit verantwoordelijk voor. Vanuit onze christelijk-sociale visie
hebben we de afgelopen jaren consistent de noodzaak van hervormingen
onderstreept.
Daarbij komt dat wij het vanuit christelijk-sociaal oogpunt mensen in
staat willen stellen hun van God gegeven talenten daadwerkelijk te
benutten. We mogen er niet in berusten dat grote groepen mensen, ook
jongeren, worden afgeschreven en daardoor de aansluiting met de
samenleving dreigen kwijt te raken.
Daarom heeft het kabinet onlangs bijvoorbeeld de Wajong-regeling
herzien, om zo jongeren met een beperking meer perspectief op een baan
te bieden, in plaats van ze vanaf hun 18e uitzichtloos in een
uitkeringssituatie te brengen.
Natuurlijk is er meer dan alleen betaalde arbeid. Mensen zoeken naar
een goede balans tussen arbeid en zorg en opvoeding, naar ruimte voor
ontspanning, mantelzorg en vrijwilligerswerk. Dat is uiteraard in de
eerste plaats een verantwoordelijkheid van mensen zelf; maar de
overheid kan het maken van goede keuzes wel vergemakkelijken. Deze
vragen liggen goed beschouwd in ieder huis op de keukentafel. En het
ligt ook op tafel in de Trèveszaal, straks samen met het advies van de
commissie-Bakker.
Dankzij de ChristenUnie is een gezinsvriendelijk beleid als prioriteit
opgenomen in het Coalitieakkoord. Een zichtbare vrucht daarvan zal de
Gezinsnota zijn, die ik in het najaar hoop uit te brengen. Maar het
werkt ook door in het jeugdbeleid van dit kabinet, waarin de
inspanningen erop gericht zijn om de kracht van gezinnen te
versterken, zodat zij in staat zijn goed voor hun kinderen te zorgen
en hen in de opvoeding de nodige bagage mee te geven voor hun
toekomstige rol in de maatschappij. De rol van gezinnen en dus van
ouders is van onschatbare waarde voor de samenleving.
Vaderdag
Mag ik bij deze gelegenheid, één dag voor Vaderdag, in het bijzonder
aandacht vragen voor de rol van vaders? In mijn gezinsbeleid wil ik
aandacht vragen voor de positieve rol van vaders in de opvoeding en
verzorging van hun kinderen. Dat is goed voor het gezin, en kan
bijdragen aan een evenwichtiger verdeling van arbeid- en zorgtaken.
Dat is winst. De FNV pleitte vanmorgen voor jongere vaders: dat sluit
naadloos aan bij mijn eerdere pleidooi om bewuster om te gaan met
ouderschap: Nederland is koploper in Europa waar het gaat om uitstel
van ouderschap, en dat draagt risico's in zich voor moeders en hun
kinderen. Terecht dat FNV hierbij ook de vaders adresseert.
Ik denk dat de tijd rijp is voor deze discussie als ik zie hoe de
spelers van Oranje na hun daverende overwinning tegen Frankrijk direct
hun gezin opzoeken en trots hun kinderen het veld ronddragen!
In welk land willen wij wonen?
Het mag duidelijk zijn dat het antwoord op die vraag voor iedereen zal
samenhangen met diep gewortelde overtuigingen over de inrichting van
de samenleving. Politieke partijen ontstaan daar waar mensen vanuit
gemeenschappelijke overtuigingen aan hun idealen gestalte willen
geven. Dat brengt mij bij de kwestie die ons in de ChristenUnie het
afgelopen halfjaar intensief heeft beziggehouden, te weten de vraag
hoe en door wie het christelijk-politieke gedachtengoed van de
ChristenUnie op geloofwaardige wijze kan worden vertolkt. Deze vraag
heeft onze partij niet onberoerd gelaten. Maar niet alleen onze
partij: ook in dit verband was er veel maatschappelijke commotie en
onbegrip over een partij die vasthoudt aan een bijbelse visie op
huwelijk en relaties.
Ik ben geweldig dankbaar, niet alleen dát u vandaag als afgevaardigden
van de kiesverenigingen hebt ingestemd met het bestuursvoorstel voor
een Gedragscode, maar zeker ook voor de wijze waarop dit gebeurde. Wat
ik proefde tijdens de bespreking vanmorgen, naast de verschillende
wensen en verwachtingen die er leefden, was vooral de verbondenheid
met elkaar, het verlangen om elkaar vast te houden en samen te zoeken
naar de weg die we als ChristenUnie hebben te gaan. Uit het genomen
besluit spreekt ook het vertrouwen in elkaar, het vertrouwen dat we
met elkaar stáán op de grondslag, de bijbelse fundamenten van onze
partij.
Ik wil u allen daar vanuit de grond van mijn hart voor danken. Zó
kennen we elkaar! Zó kennen we de ChristenUnie!
Beste vrienden en vriendinnen,
Ik rond af met nog eens te verwijzen naar onze missie: "Wij hebben ons
verenigd om vanuit ons christelijk geloof invloed uit te oefenen op
het bestuur van ons land en in de samenleving. Gelovig luisterend naar
het Woord van God en met een open oog voor de werkelijkheid zoeken wij
naar zijn wil. We laten ons daarbij aansporen door Gods opdracht om
Hem lief te hebben en ook onze medemensen." Dat is wat ons ten diepste
samenbindt: het verlangen om vanuit het Evangelie goede dingen te doen
voor ons land. Het is de liefde van Christus die ons drijft om het
goede te zoeken voor mensen. Totdat Hij komt.