Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 AE Den Haag

Den Haag Ons kenmerk
12 juni 2008 DK/CS/22553

Onderwerp
Uitvoering van de motie van het Lid Leerdam c.s.
(TK 31200 IV)

Inleiding
Tijdens het vaststellen van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2008 is door de leden Leerdam, Van Bochove, Pechtold en Van Gent een motie (TK 31 200 IV) ingediend. Met deze motie wordt de regering verzocht een voorstel te doen om niet alleen in het kader van begrotingshoofdstuk IV, maar ook dat van OCW, te komen tot de oprichting van een fonds ter versterking van de Koninkrijksbanden op het terrein van de kunsten en cultuur. Kern van de motie is, mede gegeven het lopende staatkundige hervormingsproces, het culturele uitwisselingsproces een impuls te geven.

De laatste jaren is van Nederlandse zijde aan het culturele uitwisselingproces op verschillende wijze een impuls gegeven. Er vinden al vele, wel of niet gesubsidieerde, uitwisselingen plaats. De Koninkrijksband is dan ook een speciale die het waard is om verder te ontwikkelen. In deze brief zal eerst worden aangeven op welke wijze de Koninkrijksband op het terrein van kunst en cultuur kunnen worden versterkt, waarna we ingaan op de manier waarop er reeds culturele samenwerking binnen het Koninkrijk plaatsvindt en op welke manier deze wordt gecontinueerd.

Versterking Koninkrijksbanden op het terrein van kunst en cultuur Wij steunen de gedachte om de culturele banden binnen het Koninkrijk te versterken en zijn bereid om bij te dragen aan de continue en veelzijdige samenwerking. Onze bedoeling is dat een herkenbare, substantiële impuls wordt gegeven aan de culturele samenwerking, zoals door de kamer is gevraagd. We willen daarom komen tot een programma voor culturele samenwerking met de Antillen en Aruba, waaraan in ieder geval de Mondriaan Stichting, het Fonds BKVB, het Nederlands Fonds voor de Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/4

Podiumkunsten en het nieuwe Fonds voor Cultuurparticipatie deelnemen. In eerste instantie zal de Mondriaan Stichting optreden als penvoerder van het programma. Daarbij zal samenwerking worden gezocht met de SICA, almede de particuliere fondsen en vanzelfsprekend de Antilliaanse en Arubaanse overheid.

Op deze wijze kan gebruik worden gemaakt van de reeds gebleken betrokkenheid bij de fondsen en kan er een optimale verbinding worden gelegd met hun reguliere beleid. Met de goede positie van de bestaande fondsen in het culturele veld en hun organisatorisch vermogen kunnen deze instellingen ons inziens zorg dragen voor een goede invulling van de in de motie uitgesproken intenties.

De fondsen zijn gaarne bereid in het programma samen te werken, ook gelet op de goede ervaringen in de samenwerking met verschillende instellingen op de Antillen en Aruba. In dit kader hebben de laatste jaren enkele tientallen uitzendingen plaatsgevonden en zijn al de nodige projecten ondersteund. Een voorbeeld hiervan is het instituut voor beeldende kunst op Curaçao, Buena Bista. Zij worden structureel ondersteund door de Mondriaan Stichting en de artists-in-residence bij Buena Bista worden ondersteund door het Fonds BKVB. Met deze bijdrage is het mogelijk dat er vier keer per jaar een kunstenaar gedurende drie maanden op Curaçao kan wonen en werken. Op deze manier kan jong talent maar ook gevestigde kunstenaars een plek geboden worden om te werken én hun kennis en ervaring over te dragen in de volle breedte van het Koninkrijk.

Door het programma via een partnership van de genoemde fondsen te organiseren verwachten we dat de beschikbare financiële middelen optimaal ten goede komen aan culturele activiteiten en dat de overhead beperkt blijft. De oprichting van een nieuw zelfstandig fonds als instituut leidt in de praktijk al gauw tot hogere beheerslasten. Bovendien dreigt dan het risico dat er te veel afstand is tot het reguliere beleid van de fondsen. Vergelijkbare programma's, zoals voor cultuureducatie en de Interregeling, hebben uitgewezen dat deze opzet in de praktijk succesvol is. Om de relatie met het culturele veld te bewaken zal een adviesraad worden samengesteld.

Om de Cultuurfondsen financieel tegemoet te komen in deze taak wordt ten laste van de begroting van het ministerie van OCW in de periode 2008-2012 jaarlijks 500.000 gereserveerd. Van de fondsen wordt verwacht dat zij ook zelf middelen inzetten binnen hun reguliere begroting.

Naast het programma voor culturele samenwerking wijzen we u in het kader van deze brief nog op enkele reeds eerder genomen initiatieven in het licht van de relatie met de Antillen en Aruba.

Koninkrijksconcert
Met de viering van 50 jaar Statuut in het vooruitzicht werd in Nederland gekozen voor een culturele viering op 15 december 2004 in de Ridderzaal met artiesten uit vele delen van het Koninkrijk onder de regie van Felix de Rooij. Ook werden rond deze viering culturele uitzendingen verzorgd naar de Nederlandse Antillen en Aruba. Mede gegeven het succes van de voorstelling in de Ridderzaal is daaraan door het ministerie van BZK een vervolg aan gegeven door de jaarlijkse viering van Koninkrijksdag op 15 december. Steeds samen met een Antillianengemeente wordt het

blad 3/4

Koninkrijksconcert georganiseerd met een gemengde programmering. Naast waardering voor het feestelijke en culturele karakter hebben de gemeenten steeds aangegeven dat het organiseren een positief effect had op hun contacten met de doelgroep. Het organiseren van Koninkrijksconcert zal de komende jaren worden voortgezet.

Cultureel Erfgoed
Het kabinet heeft voor de periode 2008-2011 in totaal 8 miljoen beschikbaar gesteld voor monumentenrestauraties op de Nederlandse Antillen en Aruba. Deze middelen zullen via een Revolving Fund beschikbaar worden stellen. Op deze manier wordt bijgedragen aan één van de doelstellingen van cultuur binnen het Koninkrijk nl. het behoud van onroerend erfgoed. Dit erfgoed draagt vanuit de cultuurhistorische waarde bij aan de huidige en toekomstige cultuurbeleving op Aruba en de Nederlandse Antillen.

Koninkrijksspelen Cultuur, Kroonjuwelen
In juli 2007 vond onder de titel Kroonjuwelen de eerste editie van de Koninkrijksspelen Cultuur plaats. In dit driedaags festival werd het beste uit Aruba, de Nederlandse Antillen en Nederland op het terrein van de podiumkunsten en aanpalende terreinen gepresenteerd. Dit evenement vond gelijktijdig met de Koninkrijksspelen voor de Jeugd plaats in Den Haag. Kroonjuwelen werd in samenwerking met de ministeries van OCW en BZK en gemeente Den Haag georganiseerd. De organisatie van Kroonjuwelen was belegd bij Stichting Internationale Culturele Activiteiten, SICA. Tijdens Kroonjuwelen gaven de met cultuur belaste bewindspersonen uit de Nederlandse Antillen en Aruba aan dat periodieke voortzetting van Kroonjuwelen in hun ogen een uitstekend vehikel is ter bevordering van de koninkrijksbanden op het terrein van de kunsten en cultuur. Aruba toonde zich bereid in 2009 gastheer te zijn.

De organisatie van Kroonjuwelen is zowel door de SICA als door adviesbureau AEF geëvalueerd. Belangrijkste conclusie is dat deze manier van culturele uitwisseling op alle niveaus met veel enthousiasme is ontvangen. Het advies is om een structureel vervolg te geven aan het festival Kroonjuwelen. Het evenement is een visitekaartje voor alle deelnemende landen van het Koninkrijk.

Wij vinden dat een dergelijk evenement de kans verdient om zich de komende jaren te ontwikkelen tot een icoon van de onderlinge culturele banden. Om dit te realiseren zullen wij hier de komende periode met onze overzeese collega's over verstaan en met name hoe we voor borging en financiering zorg kunnen dragen. De SICA zal in het verlengde van de eerste editie van de Kroonjuwelen, hiervoor een inhoudelijk en organisatorisch kader ontwikkelen. Met het oog hierop heeft een delegatie van de SICA in juni de Antillen en Aruba bezocht.

Om een structureel vervolg te geven aan de Koninkrijksspelen Cultuur wordt ten laste van de begroting van BZK eens in de twee jaar 225.000,-- gereserveerd. De bijdrage vanuit OCW wordt gefinancierd in het kader van het hierboven geïntroduceerde programma voor culturele samenwerking.

blad 4/4

Tot besluit
Juist samenwerking en uitwisseling op het gebied van cultuur biedt goede mogelijkheden om de Koninkrijksband te versterken. We zijn er van overtuigd dat de genoemde initiatieven hiervoor in de komende jaren volop ruimte zullen bieden.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

drs. A. Th. B. Bijleveld-Schouten