Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Verlichting van Leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo

Een vervolg op het evaluatierapport en de notitie scenario's bijstelling leergang

Inleiding

In februari 2008 is aan het ministerie van OCW de notitie Bijstelling Leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo aangeboden met daarin een beschrijving van verschillende mogelijke scenario's om de leergang te verlichten. Op grond hiervan heeft de staatssecretaris besloten te kiezen voor het scenario waarin blok 3 en 4 van de leergang worden samengevoegd tot één blok, waarbij het aantal studiebelastingsuren wordt teruggebracht van 400 naar 200 uur.

Dezelfde werkgroep die de scenario's voor bijstelling van de leergang heeft beschreven, werkt dit scenario nu inhoudelijk uit. In deze werkgroep zitten vertegenwoordigers van het Lobo, SLO en de Pabo-vakdocenten. Dit gebeurt in een traject tussen 25 maart en 1 mei.

Deze notitie is als volgt opgebouwd. Na de inleiding komt een beschrijving van blok 3 van de leergang zoals die er in de nieuwe situatie uit komt te zien. Daarna geven we weer welke certificeringeisen in de nieuwe situatie gehandhaafd blijven. In de volgende paragraaf geven we de overwegingen aan om tot dit voorstel te komen. In bijlage 1 is weergegeven welke certificeringeisen uit de leergang worden gehaald als gevolg van de verlichting. In de tweede tekst gaat de stuurgroep in op de randvoorwaarden van de leergang en overgangsmaatregelen met betrekking tot de invoering van de verlichting.

Verlichting leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo 1

Leergang nieuwe situatie

Referentiekader voor het nieuwe blok 3 kan de in 2003 gepubliceerde Leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo (Landelijk Overleg Lerarenopleiders Basisonderwijs, Utrecht) blijven. De hierin beschreven blokken, certificeringeisen en inhoudselementen zijn nog steeds actueel voor de leergang en worden breed gedragen door de opleidingsdocenten. Dit houdt ook in dat blok 1 en 2 niet worden veranderd na de samenvoeging van blok 3 en 4. Voor de goede orde geven we deze twee blokken eerst weer, zodat helder is waar blok 3 in de nieuwe situatie op aan sluit.


Blok 1: Aanbieden van activiteiten

1. Inrichten, instrueren en organiseren van bewegingsactiviteiten die lukken
2. Inrichten, instrueren en organiseren van lessen bewegingsonderwijs (met als optiek dat iedereen mee kan doen)

3. Volgordes binnen leerlijnen

4. Differentiatie

5. Stage 1

Blok 2: Begeleiding en leerhulp

1. Leerdoelen en leerhulp binnen bewegingssituaties
2. Ongevallen en veiligheid

3. Observeren van bewegingsgedrag

4. Reguleren van bewegingssituaties

5. Stage 2

In beide blokken is de studiebelastingstijd 200 uur en voor ieder onderdeel binnen het blok 40 uur.
Het voorstel voor blok 3 in de nieuwe situatie wordt als volgt, met tussen haakjes het aantal studiebelastingsuren per onderdeel:

Blok 3: Maatwerk en visie

1. (Vak)onderwijsconcepten en planning (40)

2. Ontwerpen van bewegingssituaties (40)

3. Brede zorg (60)

4. Stage 3 (60)

In (Vak)onderwijsconcepten en planning leren cursisten verschillende opvattingen over onderwijs (zoals het ervarings- en ontwikkelingsgericht onderwijs wat in het Pabo-curriculum aan de orde is geweest) betekenis te geven in het bewegingsonderwijs en daarnaast verschillende vakspecifieke onderwijsopvattingen (zoals het relationele en het medisch- biologische vakconcept en sportoriëntatie) te herkennen, keuzes daarbinnen te maken en toe te passen op een adequate wijze. Ook leren de cursisten lange termijndoelen te hanteren en lessen en lessenseries te plaatsen in een groter perspectief van het leerproces van de kinderen. Verschillende vormen van planning worden geleerd en de leerlijnen bewegingsonderwijs kunnen gehanteerd worden als referentiekader voor de eigen methodisch/didactische ordening. Vanuit de planning en pedagogisch/didactische aanpak vanuit de leerlijnen die binnenschools binnen bewegingsonderwijs worden gehanteerd kunnen deze leerlijnen worden doorgetrokken naar een buitenschools bewegings- en sportaanbod. De cursisten leren om de binnenschoolse leerlijnen af te stemmen op een buitenschools bewegings- en sportaanbod.

Verlichting leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo 2

In Ontwerpen van bewegingssituaties leren cursisten om bewegingsarrangementen te ontwerpen en tijdens de les bij te stellen opdat kinderen van verschillende niveaus van bewegen in een optimale leersituatie terecht komen. De cursisten worden daarbij minder afhankelijk van methodes en van de inrichting van de gymzalen.

Brede zorg is de aanduiding van wat in de oude situatie Zorgverbreding (uitbouw van differentiatie naar adaptief onderwijs en signaleren) en Goede bewegers in groep 8 werd genoemd. Deze twee onderdelen zijn in dit voorstel samengevoegd en het lijkt verstandig om daar een nieuwe naam aan te geven om verwarring te voorkomen. De inhoud blijft in grote lijnen gelijk, maar zal iets minder diepgaand zijn, omdat de cursisten hier 20 uur minder aan besteden. In dit onderdeel staat centraal de zorg die de leerkracht heeft zowel in de voorbereiding, de uitvoering als de evaluatie van de lessen bewegingsonderwijs voor de belangen van alle kinderen in de les. Omdat in blok 1 en 2 al heel veel aandacht is besteed aan de grote middengroep (en relatief minder aan de zwakkere beweger en de betere beweger) wordt hier vooral gefocussed op de overige bewegers. Naast de doelen met betrekking tot de uitvoeringswijze van de activiteiten krijgen ook de reguleringsdoelen voor deze bewegers voldoende aandacht. Tevens krijgen de cursisten de gelegenheid om zelf complexere bewegingsactiviteiten te leren uitvoeren, gerichte leerhulp hierbij te geven en hulp te verlenen in complexe en meer risicovolle activiteiten.

Stage 3 is het laatste stageonderdeel. De cursisten geven hier lessen aan klassen uit de bouw waaraan ze nog bijna geen les hebben gegeven en / of aan de eigen klas als ze al werkzaam zijn als groepsleerkracht. De gekozen situaties zijn ook de meer complexere activiteiten voor de kinderen en het geleerde met betrekking tot hulpverlenen en leerhulp op maat wordt in de praktijk toegepast.

Verlichting leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo 3

Overzicht certificeringeisen nieuw blok 3

De consequentie van bovenstaande invulling van blok 3 ten aanzien van de certificeringeisen geven we hieronder in schema weer. Uitgangspunt is de ordening en formulering zoals eerder gepubliceerd in Leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo (Landelijk Overleg Lerarenopleiders Basisonderwijs, Utrecht 2003). De letterlijk overgenomen certificeringeisen staan in normaal lettertype, de geherformuleerde certificeringeis staat cursief. Veel van de certificeringeisen van blok 3 en 4 van de oude leergang komt terug in het nieuwe blok Maatwerk en visie, hetgeen impliceert dat het wat minder diepgaand aangeboden kan worden.

Certificeringeisen Blok 3: Maatwerk en visie

Vindplaats: werkplek

Uit de lesvoorbe- · lange termijndoelen kan hanteren reiding blijkt dat · een lesvoorbereiding kan plaatsen in het grotere geheel van een de student: institutioneel leerproces
· bij de planning niet gebonden is aan uitsluitend één vakconcept.
· zich qua lesontwerp vrij voelt ten opzichte van de gangbare methodes voor bewegingsonderwijs
· flexibiliteit heeft om uitgaande van het feit dat verschillende bewegingsruimten verschillende (on)mogelijkheden bieden te komen tot verschillende bewegingsarrangementen
· zorgverbredende maatregelen in de les weet in te bouwen zonder dat dit andere leerlingen inperkt
· een bewegingsles kan samenstellen waarin grote niveaudifferentiatie mogelijk is.
Tijdens de · grote niveauverschillen kan toepassen in een les uitvoering blijkt · complexe bewegingsactiviteiten weet te hanteren vanuit het · bewegingsarrangementen kan wijzigen ten dienste van de perspectief van de verschillende niveaus van bewegen van de kinderen organisatie dat de · verschil in reguleringsdoelen weet in te bouwen voor goede en student: minder goede bewegers
· de aandacht zo weet te verdelen dat tijdens de les ook observatie- instrumenten kunnen worden aangewend
· een eenvoudig observatie-instrument kan hanteren zonder dat de les daardoor gestoord wordt. Tijdens de · bij het geven van leerhulp ook steun weet te vinden bij andere uitvoering blijkt vakconcepten
vanuit het · individuele bewegingshulp kan toepassen terwijl de andere kinderen perspectief van daardoor niet worden gestoord begeleiden dat de · bewegingshulp kan geven door directe sturing bij complexere student: activiteiten ('vangen')
· over een breed arsenaal van leeraanpakken beschikt
· verschillende reguleringsdoelen weet te hanteren voor verschillende leerlingen.
Verlichting leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo 4

Op basis van · het lesresultaat weet te plaatsen in een longitudinale planning persoonlijke · uitspraken kan doen over het eigen leerproces tijdens het lesgeven evaluatie blijkt · eigen leerhulp voor het verbeteren van eigen lesgeefgedrag kan dat de student: formuleren

· kan beoordelen of de toegepaste ontwerpregels adequaat waren en indien ze verbetering behoeven de richting daarvan weet te bepalen
· kan beoordelen of de ontwerpregels door de lesgever op de juiste manier zijn geïntroduceerd
· kan beoordelen of bepaalde leerlingen voor bepaalde bewegingsactiviteiten toe zijn aan speciale hulplessen
· in zijn redeneringen getuigt van een persoonlijk realistisch vakconcept met het vermogen afstand te nemen van de subjectieve ervaringen op de werkplek.

Vindplaats: contacturen en zelfstudie

Met betrekking · in staat de leerlijnen te hanteren als een invalshoek voor tot de leerlijnen, methodisch/didactische ordening de leerinhoud is · in staat bewegingsthema's in een periode- en in een jaarplanning te de student: plaatsen

· in staat bij kernactiviteiten de vereiste voorgaande en de hiernavolgende bewegingskwaliteit te definiëren
· bekend met tenminste 6 toepassingen van bewegingsthema's voor de betere bewegers uit groep 8
· in staat tenminste 4 bewegingsthema's op niveau 3 van groep 8 zelf uit te voeren

· in staat tussendoelen te formuleren per bewegingsthema
· in staat onderscheidend per leerlijn niveauverschillen te typeren op basis van bewegingsprincipes, daarbij rekening houdend met het feit dat er ook kinesiologische basiskennis en principes van belasting en belastbaarheid van toepassing kunnen zijn. Met betrekking · in staat kernactiviteiten te analyseren vanuit het perspectief van tot de didactiek is niveauverschillen
de student: · in staat bewegingsverhinderingen van leerlingen te duiden in relatie tot leerlijnen.

· op de hoogte van de verschillende leerstrategieën van kinderen
· in staat op basis van bewegingsobservatie (wel of niet gerelateerd aan het lesgeefgedrag van de leraar) verschillen te beschrijven los van daarvoor beschikbare instrumenten
· in staat bewegingssituaties te ontwerpen waarbij bewegingsgedrag op kwaliteit kan worden beoordeeld
· in staat zodanig leerhulp te geven aan de betere bewegers dat zij ook komen tot niveaudoorbraken
· in staat grote niveauverschillen in een groep zodanig naast elkaar te laten functioneren dat de kinderen daar onderling geen last van hebben.
Verlichting leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo 5

Met betrekking · zicht op stromingen in het basisonderwijs en het mogelijke effect op tot de theoreti- het vakconcept bewegingsonderwijs sche vorming · globale kennis omtrent de relatie tussen gezondheid en bewegen heeft de student: · kennis van minstens drie vakconcepten, waaronder sportoriëntatie
· de bekwaamheid methoden te kunnen beoordelen op het onderliggende bewegingsconcept
· de bekwaamheid om een helder onderscheid te kunnen maken tussen bewegingsonderwijs en sport
· de bekwaamheid om jaar- en periodeplannen op te stellen
· het inzicht om realistische keuzes te maken tussen de onderwijskundige inzichten rond adaptief onderwijs en de sportcultuur

· het vermogen een gidsfunctie naar kinderen te vervullen met betrekking tot de sportcultuur
· zicht op verwijzingsmogelijkheden naar andere instanties met betrekking tot houdingsafwijkingen, stoornissen van senso- motorische aard of gedragsproblemen.

In bijlage 1 worden de certificeringeisen weergegeven die op grond van de verlichtingsmaatregelen uit de leergang verdwijnen.

Verlichting leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo 6

Overwegingen bij de invulling van het nieuwe blok 3: Maatwerk en visie

Allereerst is gekozen om de duidelijke organisatorische structuur die in de gehele leergang zit te handhaven en Blok 3 Maatwerk en visie ook in een omvang van 200 uur aan te bieden. Deze organisatorische structuur wordt door de opleidingsdocenten gewaardeerd en maakt het voor de cursisten tot een heldere leergang.

Daarnaast is gekozen voor de exacte handhaving van Blok 1 en 2. Hierdoor wordt van de opleidingsdocenten minder ontwikkeltijd gevraagd voor de aanpassing van readers, studiegidsen enzovoorts. Bovendien stonden beide blokken op geen enkele manier ter discussie.

Ten derde is gekozen voor een opzet van dit blok zonder keuzemogelijkheden aan te bieden aan de cursist met betrekking tot grotere gehelen van inhoudselementen. Als we oude onderdelen van blok 3 als keuzemogelijkheid aanbieden verspreidt het geringe aantal cursisten per opleiding zich over meer groepen. Hierdoor wordt het voor veel opleidingen moeilijker om goede begeleiding van cursist binnen financieel acceptabele kaders te organiseren. Bovendien is de consequentie van het aanbieden van meer keuzemogelijkheden dat ook essentiële inhouden die nu wel in het programma zitten dan niet gekozen worden door cursisten.

Van de oorspronkelijke opzet van de leergang zijn drie onderdelen in zijn geheel geschrapt. Het gaat hier om:

- Bewegen in andere contexten

- Counseling (in de optiek van collegiale consultatie, differentiatie en schoolplan)
- Motorische remedial teaching (`weet hebben van').

Het eerste onderdeel (Bewegen in andere contexten) wordt geschrapt vanwege de overlap die er op verschillende plaatsen is met een module uit de initiële opleiding (de `contextmodule'). In de initiële opleiding komt in de contextmodule de bewegingsactiviteiten tijdens het buiten spelen aan de orde, de beweegmogelijkheden in de klas en op de gang, sport- en spelendagen, bewegingsactiviteiten bij schoolreisjes en ­kampen plus de mogelijkheden om bewegen te gebruiken bij leerprocessen van andere vakgebieden (bijvoorbeeld bewegen en rekenen). Dit vanuit de optiek van de groepsleerkracht die met bovenstaande dagelijks te maken heeft. In het onderdeel van de leergang wordt hier dieper op ingegaan, vanuit de rol van de vakspecialist. Daarnaast komt de context van de sport in dit onderdeel nadrukkelijk aan bod met de behandeling van de doorgaande leerlijnen van school naar de sportvereniging via naschools aanbod (binnen- en buitenschools leren). De contextmodule wordt echter in de initiële opleiding op verschillende manieren aangeboden (soms als aparte module, soms als onderdeel van grotere gehelen binnen een beroepstaak of een thema) en op een enkele opleiding is deze inhoud bijna verdwenen uit het programma. Vandaar dat wij tegelijk met het schrappen van dit onderdeel uit de leergang nadrukkelijk pleiten voor voldoende aandacht voor dit onderwerp in de initiële opleiding, zoals beschreven in de Startbekwaamheden Lichamelijke Opvoeding Pabo. Zeker gezien de ontwikkelingen rond combinatiefuncties hoort het een plaats te krijgen ergens in het programma. Vanuit deze optiek hebben wij enkele aspecten van het binnen- en buitenschools leren opgenomen bij (Vak)onderwijsconcepten en planning.

Het onderdeel Counseling wordt geschrapt omdat de cursisten tijdens de leergang eigenlijk nog niet die specialist zijn die nodig is om goed en geloofwaardig collega's van de school te Verlichting leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo 7

counselen. In de leergang wordt dit onderdeel daarom op dit moment vooral gericht op de counseling van groepsleerkrachten van groep 1/2. Daar komen zeker zinvolle leermomenten aan de orde en het effect dat de cursisten enorm groeien omdat ze door de begeleide groepsleerkrachten geaccepteerd worden als deskundige is enorm positief. Maar waarschijnlijk heeft Counseling nog meer waarde als de cursisten het later als nascholing volgen, nadat ze enige jaren als vakspecialist op een school hebben gewerkt.

Het onderdeel Motorische remedial teaching wordt geschrapt, omdat het een echt specialisme is. De cursisten komen hier in het kader van 40 studiebelastingsuren alleen maar oppervlakkig mee in aanraking. De bedoeling van dit onderdeel was om cursisten bekend te maken met (verwijzingsmogelijkheden voor) kinderen met lichamelijke gebreken of grote motorische achterstanden, verschillende richtingen in de motorische remedial teaching, verschillende theorieën op het gebied van motorische ontwikkeling en eenvoudige observatieinstrumenten in handen te geven om kinderen te kunnen signaleren die motorische remedial teaching nodig hebben. Het geven van motorische remedial teaching zelf kon in dit bestek niet aan de orde komen, dat vraagt een veel uitgebreidere nascholing. Als dit onderdeel uit de leergang verdwijnt, is het wenselijk dat de inhoud hiervan wel terugkomt in de nascholing voor MRT. Inzicht in de verwijzingsmogelijkheden en gerichte individuele observatie zijn echter ook goed te plaatsen bij Brede zorg.

In deze opzet is anderhalf onderdeel Stage geschrapt. Dat is een flinke aderlating, omdat in dit vak de werkveldervaringen heel erg belangrijk zijn en de leergang zodanig is opgezet dat de leerervaringen vanuit het werkveld en vanuit de contacturen en zelfstudie (de vindplaatsen) op elkaar betrokken worden. De programmalijnen zijn zodanig geconstrueerd dat ze elkaar ondersteunen. Bovendien is het in het overgebleven deel van de stage iets lastiger om de te geven stagelessen te spreiden over de verschillende leeftijdscategorieën van de basisschool. Dit is echter nog wel haalbaar. Omdat een heel groot percentage cursisten tijdens blok 3 (en een kleiner percentage tijdens blok 2) werkzaam is als groepsleerkracht en in die hoedanigheid ook alle lessen bewegingsonderwijs verzorgt aan de eigen groep is het geheel van de werkveldervaring bij deze cursisten voldoende geborgd.

De onderdelen Zorgverbreding en Goede bewegers in groep 8 zijn samengevoegd, omdat de inhoudelijke optiek in beide onderdelen hetzelfde is, namelijk zorg van de leerkracht zowel in de voorbereiding, de uitvoering als de evaluatie van de lessen bewegingsonderwijs voor de belangen van alle kinderen. Door deze twee onderdelen samen te voegen kan een betere afstemming plaats vinden, met enige tijdwinst als gevolg. In deze opzet van blok 3 zijn opnieuw inhouden geplaatst met een inhoudelijke relatie. Het lijkt niet verstandig om voor ieder onderdeel een andere docent te plaatsen, wat in de oude opzet van blok 3 wel meer gangbaar was. Nu is het wenselijk dat alle onderdelen optimaal op elkaar aansluiten. Ook kunnen verschillende onderdelen in samenhang in een passende toetsvorm worden afgerond. De begeleiding van de stage behoort in handen te komen liggen van de docent(en) die de overige drie onderdelen verzorgen. Hiermee kan tevens worden bereikt dat een wens van zowel werkveld als cursisten (meer stagebegeleiding) wordt gehonoreerd.

Tot slot
De reductie van de opleidingstijd binnen de leergang van 200 uur levert een vermindering van de kwaliteit van de leergang op. Er is nadrukkelijk gekozen voor het eruit halen van volledige onderwerpen in plaats van alle onderwerpen korter aan bod te laten komen, omdat dan de noodzakelijke diepgang verdwijnt. Deze diepgang kan nu wel op verschillende belangrijke Verlichting leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo 8

onderwerpen worden bereikt. Als iedere leerkracht zich bewust is van de eisen van het beroep en zich regelmatig blijft bij- en nascholen kan via deze leergang ook een kwalitatief goede aanvangsbekwaamheid worden bereikt voor het geven van bewegingsonderwijs aan groep 3 t/m 8. Als de bevoegden in een werksituatie komen dat ze aan meer klassen per week bewegingsonderwijs geven, dan kan de in 2003 beoogde kwaliteitsimpuls nog steeds in ruime mate overeind blijven, ook na deze verlichting van de leergang. Door de in 2003 gepubliceerde Leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo (Landelijk Overleg Lerarenopleiders Basisonderwijs, Utrecht) als kader te blijven hanteren, is de tijd die docenten nu moeten besteden aan de verandering van readers, studiegidsen en de planning van het geheel minimaal en kan de kwaliteit van de leergang getoetst blijven worden.

Verlichting leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo 9

Bijlage 1 Certificeringeisen die uit het programma van de leergang verdwijnen

Vindplaats: werkplek

Uit de lesvoorbe- · in andere bewegingsruimten (bv. schoolplein) ook een goed reiding blijkt dat bewegingsaanbod kan doen de student: · zinvolle verbindingen weet te maken met andere leergebieden
· een zinvolle plaats weet te creëren voor de groepsleraar als onderwijsassistent
Tijdens de · met andersoortige bewegingontmoetingen overweg kan, zoals uitvoering blijkt bijvoorbeeld sportdagen vanuit het · een voorbeeldfunctie voor collega's kan vervullen perspectief van .
organisatie dat de
student:
Uitvoeren · als waarnemer in staat is gerichte feedback te geven op een collega. Begeleiden
Op basis van een · in een nagesprek met niet-vakgeschoolde collega's inzicht kan geven persoonlijke in de bereikte resultaten. evaluatie blijkt
dat de student:

Vindplaats: contacturen en zelfstudie

Met betrekking · in staat de leerlijnen te hanteren voor de keuze van activiteiten buiten tot de vakinhoud, en op sport- en spelendagen de leerlijnen is de · in staat verbindingen te leggen met de inhoudstructuur van andere student vakgebieden.
Met betrekking · bekend met specifieke kenmerken van activiteiten buiten en op sport- tot de didactiek is en spelendagen
de student:
Met betrekking · kennis van verschillende theorieën op het gebied van motorische tot de theoreti- ontwikkeling
sche vorming · kennis van verschillende inzichten met betrekking tot motorische heeft de student: remedial teaching (mechanistisch, biologisch, relationeel)
· kennis met betrekking tot de organisatieprincipes die van toepassing zijn bij sportevenementen
· inzicht in verschillende strategieën die ten grondslag liggen aan collegiale consultatie en begeleiding
· het inzicht om realistische keuzes te maken tussen de onderwijskundige inzichten rond adaptief onderwijs, de verschillende visies met betrekking tot motorische remedial teaching en de sportcultuur

Verlichting leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo 10