OR-werk steeds meer onder tijdsdruk


BPO vraagt minister om extra tijd voor de ondernemingsraad

LEUSDEN, 20080618 -- De deelnemers aan het discussieplatform op OR-Online.nl hadden een maand geleden een interactieve uitwisseling over de tijdsbesteding in de ondernemingsraad(OR). De BPO Adviesgroep, provider van OR-Online.nl, merkt uit haar praktijk dat het OR-werk steeds meer onder tijdsdruk komt te staan. Adviesaanvragen lijken toe te nemen en het dagelijkse werk van OR leden komt in de knel. Daarom heeft BPO eind mei een spoedenquête uitgevoerd onder meer dan honderd deelnemers van het platform. Ruim de helft van de respondenten (60%) is voorzitter of secretaris, de rest is `gewoon' lid.

Uit de enquête blijkt dat in twee van de vijf gevallen tussen bestuurder en OR geen afspraken zijn gemaakt over de tijdsbesteding. BPO adviseert in een dergelijk geval om alsnog in overleg te treden met de bestuurder conform artikel 18 lid 1 van de WOR. Hierdoor wordt duidelijk hoeveel tijd nodig is om de medezeggenschap op een verantwoorde manier vorm te geven. Nadere afspraken kunnen worden vastgelegd in een reglement of faciliteitenregeling.

Bij de OR leden waar wel afspraken zijn gemaakt met de bestuurder, mag een kwart 60 tot 100 uur per jaar aan het OR werk besteden, een kwart 100 tot 150 uur en de helft meer dan 150 uur. Het wettelijke minimum is 60 uur per jaar (artikel 18 lid 3), maar dit blijkt volgens bijna alle geënquêteerden absoluut onvoldoende. Bijna 70% besteedt meer dan 150 uur per jaar aan de OR en bijna 25% is nog altijd meer dan 100 uur per jaar kwijt aan het werk. De wettelijke 60 uur blijkt in de praktijk absoluut onvoldoende. Hoe kan ooit worden verwacht dat OR-leden in iets meer dan een uur per week het grote aantal adviesaanvragen van een bestuurder op een professionele manier kunnen behandelen?

Voor de helft van de respondenten kan een ambtelijk secretaris gelukkig aanvullende ondersteuning verrichten. De andere helft van de OR-leden moet de administratieve taken en correspondentie dus onderling verdelen.
Jammer dat hierdoor zo weinig tijd beschikbaar blijft voor het eigenlijke OR-werk: overleg, advies- en besluitvorming. Bijna elke bestuurder heeft secretariële ondersteuning. Van de OR wordt verwacht dat hij op gelijk niveau en zelfstandig naast de bestuurder kan opereren. Secretariële ondersteuning lijkt hierbij vanzelfsprekend.

Het zijn niet alleen ondernemingsraden zonder ambtelijk secretaris, die klagen dat ze aan bepaalde taken niet toekomen. Ruim 40% van alle respondenten zegt dat men geen kans ziet om nieuwe initiatieven te lanceren. Ruim 30% vindt onvoldoende tijd voor communicatie met de achterban. Een kleiner percentage zegt onvoldoende tijd te hebben voor het lezen van stukken (14%) of voor communicatie met andere OR-leden (13%). Ook hebben veel geënquêteerden andere vormen van tijdgebrek aangegeven. Een bloemlezing: de OR kan niet dieper ingaan op de materie; reorganisaties en overnames vragen veel extra tijd; er is weinig tijd om zaken binnen de OR goed door te spreken; we zouden graag vaker bij elkaar willen komen; het maken van vergader- en jaarverslagen kost veel tijd; de bestuurder moet steeds worden herinnerd aan zijn afspraken, wat extra tijd kost; we hebben weinig tijd voor het goed inrichten van OR-processen en ontplooiing van de OR.

Levert het OR werk problemen op de werkplek op? Dat was de laatste vraag van de enquête. Ruim de helft (53%) stelt dat wanneer het OR-lid bij terugkomst op de werkplek extra werkdruk ervaart. Bijna 30% zegt dat het werk gewoon blijft liggen. Een greep uit de overige antwoorden: ik doe veel in eigen tijd, ik heb soms een probleem vanwege deadlines voor mijn gewone werk; ik heb vervanging geregeld; het OR werk gaat ten koste van privé tijd; de OR uren zitten in het takenpakket; op de werkplek past het minder om OR-stukken te lezen.

Wat in dit beperkte onderzoek het meest verbaast is, dat de helft van de OR leden maximaal 150 uur per jaar mag besteden aan het OR werk, terwijl 70% zegt hieraan meer dan 150 uur per jaar te besteden. Hieruit blijkt eens te meer, dat het wettelijke minimum van 60 uur per jaar absoluut buiten de praktijk staat.

De BPO Adviesgroep vindt het belangrijk dat hier een daad wordt gesteld. Daarom zal Piet Hein Donner, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in een open brief worden verzocht om uitbreiding van het aantal uren dat minimaal moet kunnen worden besteed aan OR werk. Op jaarbasis lijkt ons een minimum van 150 uur een gezond uitgangspunt, op basis van onze praktijk en deze indicatieve enquête. OR-Online houdt u op de hoogte van de ontwikkelingen. Wordt vervolgd!

BPO Adviesgroep is actief op alle fronten van de medezeggenschap. BPO wil de medezeggenschap zo goed en efficiënt mogelijk faciliteren, in de vorm van cursussen, adviestrajecten, audio cd's zoals de OR-Box en informatie- en vraagbaakfuncties, zoals OR-Online.nl.