Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Partners in vrede

9 juni 2008

Vredesopbouw door maatschappelijke organisaties

Internationale organisaties hebben vaak hoge verwachtingen van hun interventies. Mathijs van Leeuwen laat in zijn onderzoek over vredesopbouw de noodzaak zien om bescheidenheid te tonen en aan te sluiten op lokale agenda's. In plaats van ambitieuze programma's te willen realiseren en de leiding te nemen in maatschappelijke verandering moeten internationale organisaties proberen om 'partners in vrede' te zijn. Van Leeuwen promoveert op 20 juni aan de Universiteit van Wageningen.

Om erachter te komen wat vredesopbouw precies inhoudt, moet gekeken worden naar de dagelijkse politiek en praktijk van maatschappelijke organisaties. Wat vredesopbouw betekent in de praktijk is het gevolg van onderhandelingen tussen belanghebbenden op verschillende niveaus in de hulpketen, zowel binnen als buiten de organisatie. De specifieke rollen die maatschappelijke organisaties kunnen spelen in vredesopbouw hangen erg af van lokale condities, en van hoe deze de organisaties beïnvloeden. Internationale ontwikkelingsorganisaties neigen naar bepaalde ideaalbeelden van wat maatschappelijke organisaties doen en hoe ze eruit zouden moeten zien en zijn geneigd vooral die organisaties te ondersteunen die binnen hun ideaalbeeld passen. Internationale ondersteuning aan lokale maatschappelijke organisaties moet meer rekening houden met het heersende bestuur en de geschiedenis en ontwikkeling van maatschappelijke organisaties in hun specifieke context.

Vredesopbouw
Sinds het begin van de jaren '90 erkennen internationale organisaties steeds meer de bijdrage die lokale maatschappelijke organisaties kunnen leveren aan vrede. Maar de betrokkenheid van de internationale organisaties in lokale vredesopbouw is een vrij nieuw verschijnsel. Er is weinig bekend over hoe vredesopbouw op lokaal niveau verloopt en de rol die lokale organisaties daarin spelen. Het maatschappelijk middenveld wordt meestal voorgesteld als een niet politieke kracht die probeert te verzoenen tussen de strijdende partijen. Deze studie gaat in op zulke kwesties door het verkennen van organisaties en vredesopbouw interventies in het zuiden van Soedan, Burundi, de Afrikaanse Grote Meren en Guatemala. Van Leeuwen analyseert de dagelijkse organisatie praktijken van vredesorganisaties. Hij onderzoekt de verschillende betekenissen van vredesopbouw, hoe conflicten geïnterpreteerd worden, en hoe geplande interventies uitwerken. Wat vredesopbouw is en hoe het werkt kan niet worden afgelezen uit mandaten en beleidsdocumenten. Vredesopbouw wordt sterk beïnvloed door wat organisaties zijn, hoe ze werken, en hoe ze zich in het verleden hebben ontwikkeld.

Op een meer algemeen niveau bediscussieert de studie de processen die een rol spelen in hoe internationale organisaties conflicten interpreteren en hun interventies bepalen. Om te kunnen werken moeten ontwikkelingsorganisaties de werkelijkheid vereenvoudigen en conflicten reduceren tot beheersbare en voorspelbare situaties. Een gevolg van deze praktijken is dat belangrijke delen van de werkelijkheid verloren gaan, of aan de aandacht worden onttrokken, terwijl deze een aanzienlijke invloed hebben op hoe interventies uitwerken.

..............................

Meer informatie:

* Mathijs van Leeuwen

* 0317 485 026 / 06 4096 4636; mathijs.vanleeuwen@wur.nl
* promotor: Thea Hilhorst