Universiteit van Tilburg

Universiteit van Tilburg 12 juni 2008

Psychologie bepaalt succes van operatieve ingreep bij overgewicht

Promotie Gerbrand van Hout over bariatrische chirurgie

Het aantal operaties om mensen met overgewicht te helpen gewicht te verliezen neemt toe. Zeker in het eerste jaar na de ingreep verliezen patiënten gewicht en verbeteren hun psychosociaal functioneren en hun gezondheid. Maar de chirurgische ingreep heeft alleen blijvend effect als ook het eetgedrag en de leefstijl verandert, concludeert medisch psycholoog Gerbrand van Hout. Hij promoveert op 20 juni op de invloed van psychologische kenmerken en gedrag op het succes van chirurgische ingrepen bij extreem overgewicht.

Waarom is een chirurgische ingreep zoals een maagverkleining of het plaatsen van een maagband bij de ene patiënt succesvoller dan bij de andere? Van Hout onderzocht in de klinische praktijk of psychosociale factoren bij deze vormen van 'bariatrische chirurgie' een rol spelen. Bariatrische chirurgie leidt meestal tot blijvend gewichtsverlies en is de behandeling van eerste keuze voor extreem overgewicht, maar helaas zijn de ingrepen niet voor iedere patiënt succesvol. Na enkele jaren kunnen patiënten weer aankomen en kunnen de psychosociale verbeteringen en de kwaliteit van leven weer afnemen.

Van Hout concludeert dat patiënten die zich aanmelden voor bariatrische chirurgie in psychosociaal opzicht duidelijk verschillen van de rest van de bevolking. Zo rapporteren zij een negatieve lichaamshouding, gestoord eetgedrag en een minder actief probleemoplossend vermogen. Psychosociale verschillen tussen patiënten blijken echter geen voorspellers te zijn voor gewichtsreductie op de korte termijn, maar wel voor het psychosociaal functioneren. Het succes op de lange termijn blijkt grotendeels afhankelijk te zijn van de blijvende veranderingen in leefstijl, zoals het aanpassen van het eetpatroon en het zich houden aan een bewegingsprogramma.

Of het patiënten lukt om na de ingreep hun leefstijl te veranderen, blijkt mede afhankelijk te zijn van psychologische factoren, zoals de functie van eten voor de patiënt en de aanwezigheid van een sociaal netwerk. Van Hout adviseert daarom om kandidaten voor bariatrische chirurgie te laten begeleiden door een multidisciplinair team van chirurgen, gastro-enterologen, diëtisten en psychologen. Als dit team rekening houdt met psychologische factoren is het beter in staat om vooraf patiënten aan te wijzen bij wie een ingreep niet het beoogde effect zal hebben. Bovendien kunnen psychologen en diëtisten pre- en postoperatieve begeleiding aanbieden om de lange termijn resultaten te verbeteren.

Gerbrand van Hout (Tilburg, 1958) studeerde in 1984 af als psycholoog aan de Universiteit van Tilburg. Daarna werkte hij achtereenvolgens als eerstelijnspsycholoog in Etten-Leur en als psycholoog bij het Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs in Sittard. Van 1990 tot 1992 was Van Hout als psycholoog-psychotherapeut verbonden aan een psychiatrische polikliniek in Stadskanaal. Sinds 1992 werkt hij als klinisch/medisch psycholoog op de afdeling Medische Psychologie van het Catharina ziekenhuis in Eindhoven.