SGP


19 - 06 - 08 | Kamervragen over veroordeling Turkse uitgever

SGP, VVD, CU en CDA maken zich zorgen over de veroordeling van een Turkse uitgever die een boek heeft gepubliceerd over de Armeense genocide. Dat blijkt uit schriftelijke vragen aan de regering op initiatief van SGP-kamerlid Van der Staaij.
De partijen wijzen op de veroordeling door de Turkse rechter van een uitgever die een boek publiceerde over de Armeense genocide. SGP, VVD, CU en CDA willen dat Europa bij de Turken aan de bel trekt over deze kwestie. Onder druk van de EU is het omstreden artikel 301 van het Turkse Wetboek van Strafrecht aangepast. In de praktijk blijkt dit echter slechts een cosmetische aanpassing te zijn. Van der Staaij wijst erop dat de Turken de beloften die zijn gedaan tijdens de toetredingsonderhandelingen niet lijkt na te komen. Als dat zo is, kan dat voor die onderhandelingen niet zonde rgevolgen blijven.


________________________________________

Schriftelijke vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Voordewind (CU) en Van Baalen (VVD) aan de minister van Buitenlandse zaken over veroordeling van een Turkse uitgever wegens publicatie van een boek over Armeense genocide

19 juni 2008


- Heeft u kennisgenomen van het bericht, dat een Turkse uitgever veroordeeld is tot een gevangenisstraf wegens het publiceren van een boek over de Armeense genocide in 1915?

- Hoe beoordeelt u deze veroordeling, die is gebaseerd op het omstreden artikel 301 van het Turkse wetboek van strafrecht?
- De betreffende, controversiële wetsbepalingen uit het Turkse wetboek van strafrecht zijn vrij recent onder druk van de EU aangepast om de vrijheid van meningsuiting in Turkije beter te kunnen waarborgen, juist ook in relatie tot de Armeense genocide. Blijkt uit deze veroordeling, dat deze aanpassing slechts cosmetisch was? Welke strekking en betekenis van artikel 301 laat zich nu precies afleiden uit deze veroordeling?

- Welke stappen gaat de minister â bilateraal en in EU-verband â zetten om de Turkse regering aan te spreken op deze veroordeling?
- In hoeverre strijdt deze Turkse veroordeling met het Handvest van de grondrechten van de EU en met het EVRM?

- Welke consequenties zou deze veroordeling in de ogen van de minister moeten hebben in relatie tot de toetredingsonderhandelingen met Turkije, mede in het licht van de door de Kamer aanvaarde motie-Rouvoet c.s. (21501-20, nr. 270)?
Kamervragen over veroordeling Turkse uitgever