Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

|                                            |                       |
|De voorzitter van de Tweede Kamer der       |                       |
|Staten-Generaal                             |                       |
|Postbus 20018                               |                       |
|2500 EA  DEN HAAG                           |                       |
|                                                                     |
|Den Haag         |Ons kenmerk     |Uw brief van     |Uw kenmerk     |
|20 juni 2008     |MLB/JZ/24830    |22 mei 2008      |08-OCW-B-031   |
|                                                                     |
|Onderwerp                          |Bijlage(n)                       |
|Omroepmededeling inzake staatssteun|1                                |
|publieke omroepen                  |                                 |
Bij brief van 22 mei jl. heeft de vaste commissie voor OCW mij verzocht de Kamer, vóór de plenaire behandeling van het wetsvoorstel van een nieuwe Mediawet (Mediawet 20..) , te informeren over de reacties van andere lidstaten met betrekking tot de Omroepmededeling inzake staatssteun publieke omroepen.

De reacties van de lidstaten en andere belanghebbenden zijn inmiddels op de site van de Europese Commissie geplaatst. Zie:
http://ec.europa.eu/comm/competition/state_aid/reform/comments_broadcasting/ index.html
De Commissie heeft daarop ook een samenvatting van de reacties gezet ('Review of the broadcasting communication, summary of the replies to the public consultation').

In mijn brief van 29 februari jl. heb ik u op de hoogte gebracht van de Nederlandse reactie op het consultatiedocument van de Commissie. Uit reacties van veel andere lidstaten valt op te maken dat zij op dezelfde lijn zitten: geen noodzaak tot een fundamentele wijziging van de Mededeling en geen verdergaande criteria op Europees niveau ten aanzien van de taak en de financiering van de publieke omroep. Ook met betrekking tot de voorafgaande goedkeuringsprocedure van nieuwe media activiteiten van de publieke omroep willen de lidstaten geen (gedetailleerde) voorwaarden in de Omroepmededeling. Dit is in lijn met de reactie van Nederland waarin in het bijzonder zorgen zijn geuit over de wijze waarop de Commissie voorstelt om bestaand marktaanbod en belangen van commerciële derden mee te wegen bij de goedkeuring van nieuwe media activiteiten van de publieke omroep.

Bij deze gelegenheid wil ik u tevens informeren over mijn initiatief voor een position paper met een aantal belangrijke uitgangspunten met betrekking tot een mogelijke herziening van de Omroepmededeling, die terug te vinden zijn in de reacties van lidstaten. Ik probeer hiervoor op dit moment van zoveel mogelijk lidstaten steun te krijgen. Het concept position paper is bijgevoegd en kan nog worden aangepast aan opmerkingen van lidstaten. Wanneer een groot aantal lidstaten het paper onderschrijft dan is de verwachting dat de Commissie hier, ondanks haar autonome bevoegdheid ten aanzien van de staatssteunregels, rekening mee zal houden bij de herziening van de Omroepmededeling. De bedoeling is het voorstel voor het paper te bespreken op de deskundigenbijeenkomst over de publieke omroep op 17 en 18 juli a.s. in Straatsburg, waarna het een vervolg kan hebben op de informele Cultuurraad in Versailles op 21- 22 juli en de formele Raad van Cultuurministers op 20-21 november a.s.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk


-----------------------
Kenmerk 08-OCW-B-031.
Kamerstuk 31356.
De reactie is zowel in het Nederlands als het Engels op de site van de Commissie geplaatst.