PvdA Rotterdam
Amsterdamse noodkreet verontrust Wijntuin
Zo 22 Jun 2008 - Redactie
Verbijsterd was PvdA-raadslid Peggy Wijntuin een maand geleden toen ze
ontdekte dat twee jaar na de publicatie van een kostbaar onderzoek
naar de pedagogiek in drie Rotterdamse moskeeën, weinig tot niets met
de aanbevelingen is gedaan. Aanleiding voor dat onderzoek was een
aantal incidenten in de Othman moskee waarbij kinderen door hun
leerkrachten werden geslagen. Maandenlang vertoefden de onderzoekers
zon drie dagen per week op de vloeren van deze moskeeën. Wijntuin
stelde er vragen over aan het college.
Verontrustend vindt ze de noodkreet van partijgenoot Ahmed Marcouch,
stadsdeelvoorzitter in Amsterdam-Slotervaart. Marcouch zegt in dagblad
Trouw veel meldingen uit het land te krijgen over lijfstraffen op
islamitische weekendscholen. Dat zou kunnen betekenen dat er ook uit
Rotterdam meldingen komen. Het maakt mij er niet geruster op, zegt
Wijntuin.
Marcouch pleit voor onderzoek naar het pedagogisch klimaat en naar de
gevolgen daarvan. Het resultaat van de professionele pedagogische
aanpak op de reguliere school en het amateuristische moskeeonderwijs
is volgens hem een schizofrene leerling. Als je zo tussen twee soorten
van onderwijs inzit en jezelf moet verloochenen, raak je er
gefrustreerd van. Samir A. (jeugdige jihadist) is er volgens hem het
levende bewijs van. Een generatie nieuwe Nederlanders die opgroeit met
een afkerige, soms zelfs vijandige houding jegens deze maatschappij.
Zelfs als er geen sprake is van lijfstraffen op de koranscholen is er
volgens de stadsdeelvoorzitter reden tot grote zorg. Immers, de aanpak
op de school waar de kinderen van maandag tot en met vrijdag vertoeven
verschilt hemelsbreed van die van het islamitisch weekendonderwijs.
Het pleit daarom voor meer aandacht voor de islam op openbare
basisscholen als kwalitatief alternatief voor het weekendonderwijs.
Peggy Wijntuin daarover: Dat laatste is reeds mogelijk. Een van mijn
eigen dochters heeft destijds op de openbare basisschool op
vrijwillige ook zulke lessen gevolgd. Maar Marokkaanse koranscholen
focussen sterk op lessen Arabisch en zijn te zeer op de eigen
islamitische herkomstlanden gericht. Die behoefte kun je niet één op
één vertalen naar het openbaar onderwijs. Dat vraagt dus snel om
verbetering van de lesmethoden en van het pedagogisch klimaat op die
schooltjes.
Overigens toont de filosoof en theoloog prof. dr. Tariq Ramadan zich
geen voorstander van islamitische basisscholen omdat deze volgens hem
segregatie in de hand werken. In het verlengde daarvan en met de
analyse van Marcouch in het achterhoofd zou je misschien mogen
aannemen dat ook Ramadan geen voorstander is van die weekendscholen,
luidt de voorzichtige stelling van Wijntuin.
Voor Ibrahim Spalburg, directeur van de Rotterdamse islamitische
koepelorganisatie SPIOR, staat slechts één ding als een paal boven
water: Het belang van het kind staat voorop. De opvoeding en vorming
van het kind behoren op deze samenleving gericht te zijn. Alles wat
daar niet op aansluit is onproductief en frustreert de ontwikkeling en
het perspectief voor het kind. Een goede kwaliteit van elk soort
onderwijs is daarom noodzakelijk! Woorden die Peggy Wijntuin uit het
hart gegrepen zijn: Ik kijk dan ook uit naar de beantwoording van mijn
vragen over de Rotterdamse situatie.