Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Voorstel EC voor verbod op gevaarlijkste bestrijdingsmiddelen

23 juni 2008 - kamerstuk

Directie Landbouw

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

4 juni 2007 2070821850

DL. 2008/1479 23 juni 2008 onderwerp bijlagen

Kamervragen over het steunen van het voorstel van de Europese Commissie om de gevaarlijkste bestrijdingsmiddelen te verbieden
Geachte Voorzitter,

Mede namens de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer bericht ik u, in antwoord op vragen van het lid Van Gent (GroenLinks) over het steunen van het voorstel van de Europese Commissie om de gevaarlijkste bestrijdingsmiddelen te verbieden, als volgt.


1
Kent u het bericht 'Gros middelen staat wankel' - Europese organisaties luiden noodklok?

Ja.


2
Kunt u uitsluitsel geven hoeveel stoffen en middelen door de cut-off maatregel worden getroffen? Zo neen, waarom niet? Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit Het artikel waaraan wordt gerefereerd en de impact die wordt genoemd, zijn gebaseerd Directie Landbouw op de visie op de criteria voor goedkeuring van werkzame stoffen van het Europees Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401 Parlement, niet op het voorstel van de Commissie en niet op de visie van de lidstaten. 2500 EK 's-Gravenhage De Commissie heeft aangegeven dat 3% van de reeds toegelaten werkzame stoffen in de Telefoon: 070 - 3786868 Carcinogene, Mutagene en Reprotoxische (CMR) categorie I en II vallen, voor de Fax: 070 - 3786100 endocriene stoffen is dit 4%. De aan de Landbouwraad van juni voorgelegde compromis- tekst van de Raad is bijna identiek aan dit Commissievoorstel.


3

Kunt u een inschatting geven van de gevolgen voor de in Nederland toegelaten stoffen / middelen door het invoeren van de cut-off criteria? Zo neen, waarom niet?

Zie ook vraag 2. De beperkte gevolgen als gevolg van het Commissievoorstel en de compromistekst van de Raad doen zich pas op termijn voor, namelijk op het moment dat de stoffen in de toekomst weer worden herbeoordeeld.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 23 juni 2008 DL. 2008/1479 2


4
Zijn er door de invoering van de cut-off criteria onoverkomelijke knelpunten te verwachten voor de Nederlandse land- en tuinbouw?

Op basis van zowel het Commissievoorstel als de compromistekst van de Raad op dit punt, verwacht ik geen onoverkomelijke knelpunten, mede gelet op het feit dat de stoffen waar het om gaat pas verdwijnen op het moment dat zij in de toekomst weer worden herbeoordeeld. Dit geeft de sector en de industrie de gelegenheid hierop te anticiperen.


5
Kunt u uiteenzetten in hoeverre mensen worden blootgesteld aan deze gevaarlijke bestrijdingsmiddelen, zowel door de toepassing van de middelen als door de consumptie van voedsel? Zo neen, waarom niet?

Bij de goedkeuring van werkzame stoffen en het toelaten van gewasbeschermings- middelen staat de bescherming van de volksgezondheid voorop. Gewasbeschermings- middelen worden alleen dan toegelaten indien een uitgebreide risicobeoordeling op stof- en middelenniveau heeft aangetoond dat ze niet schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Tevens gelden er voor de teler strenge voorschriften voor het toepassen van gewas- beschermingsmiddelen. Deze regels staan opgenomen in het gebruiksvoorschrift. Daarnaast verordonneert de Residuverordening dat consumptiegewassen dienen te voldoen aan strenge veiligheidsnormen om aan de consument te mogen worden aangeboden. De regelgeving is zo opgesteld, dat wat betreft de feitelijk residuniveaus op de geoogste gewassen, consumenten niet worden blootgesteld aan deze stoffen, of enkel op zodanig lage niveaus dat er geen schadelijk effect mogelijk is. Het consumeren van deze consumptiegewassen is dan ook veilig.


6
Bent u op de hoogte van het feit dat het Europese Parlement oktober vorig jaar een voorstel heeft aangenomen om bestrijdingsmiddelen te verbieden die kankerverwekkend zijn, veranderingen in het DNA kunnen veroorzaken, tot onvruchtbaarheid kunnen leiden of die het zenuwstelsel of immuunsysteem kunnen aantasten?

Ja.


7
Deelt u de mening dat het vanuit het voorzorgsprincipe gerechtvaardigd is om de meest gevaarlijke bestrijdingsmiddelen, die internationaal bekend staan om hun kanker- verwekkende, mutagene dan wel reproductie- of hormoonverstorende werking, uit de Europese voedselketen te verwijderen? Zo neen, waarom niet?

Zoals onder vraag 5 verwoord, worden gewasbeschermingsmiddelen alleen dan toegelaten indien een uitgebreide risicobeoordeling op stof- en middelenniveau heeft aangetoond dat geen risico bestaat voor mens en dier strenge residunormen en criteria beschermen de volksgezondheid. Ook worden geen onaanvaardbare effecten op het milieu geaccepteerd.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 23 juni 2008 DL. 2008/1479 3

Dit wordt ook wel besluitvorming op basis van risicobeoordeling genoemd, een tot op heden communautair en nationaal uitgangspunt. In de visie van het Europees Parlement dienen bepaalde werkzame stoffen en gewasbeschermingsmiddelen op basis van hun intrinsieke carcinogene, mutagene, reprotoxische en hormoonverstorende stof- eigenschappen niet te worden toegelaten. Het Europees Parlement zegt hiermee feitelijk dat deze werkzame stoffen en gewasbeschermingsmiddelen - ongeacht of er sprake is van blootstelling - niet mogen worden ingezet om gewassen te beschermen tegen plagen en ziekten. Ik deel deze visie van het Europees Parlement niet en ga uit van een strikte risicobeoordeling op stof- en middelenniveau waarbij de blootstelling van de mens verwaarloosbaar dient te zijn.


8
Bent u van plan het voorstel van de Europese Commissie voor het invoeren van de cut-off criteria te steunen? Zo neen, waarom niet?

Het oorspronkelijke Commissievoorstel gaat uit van risicobenadering (en niet van cut-off criteria) en de compromistekst van de Raad grotendeels ook. Ten slotte verwijs ik u gaarne ook naar mijn brief over ditzelfde onderwerp aan uw Kamer van 15 mei jl. (Kamerstuk 21501-32, nr. 283).

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --