3
.000 euro losgeld voor een kind
23 juni 2008, Paoua - De vijfjarige Harouna Garga en zijn zeven jaar
oude zusje Beldo zitten veilig bij hun vader op schoot op de veranda
van hun huis in Paoua, in het noordwesten van de Centraal Afrikaanse
Republiek. Hun vader, Souleimane Garga, vertelt een gruwelijk verhaal
dat op 23 juni 2005 begint.
Harouna (rechts) en Beldo werden bijna twee jaar lang door
bandieten vastgehouden. Foto: Unicef Centraal Afrikaanse
Republiek/2008
Harouna (rechts) en Beldo werden bijna twee jaar lang door bandieten
vastgehouden. Foto: Unicef Centraal Afrikaanse Republiek/2008
"Het was twee uur 's nachts toen de Zaraguinas kwamen. Ze waren met
velen en trapten de deuren in," vertelt Souleimane, terwijl hij naar
de slaapkamerdeuren wijst die op de binnenplaats uitkomen. "De
bandieten hadden Kalashnikovs en ze vuurden een regen van kogels op
ons af." De opa van de kinderen kwam om en hun oom werd in zijn rug
geraakt. De Zaraguinas namen alle kostbaarheden van de familie mee,
inclusief hun vee. Het allerergste was dat ze ook de vrouw van
Souleimane en hun pasgeboren baby meenamen. Ook Beldo en Harouna
werden ontvoerd.
Schreeuwen en huilen
De kinderen werden twee jaar lang onder erbarmelijke omstandigheden
vastgehouden. De bandieten eisten losgeld voor hun vrijlating.
Souleimane kon zijn vrouw en baby vrijkopen, maar had daarna geen geld
meer om ook voor Beldo en Harouna ieder ruim 3.000 euro losgeld te
betalen. Hij moest ervoor sparen
Uiteindelijk kreeg Souleimane zijn kinderen toch vrij. "Ze waren heel
mager geworden en wilden niet spelen," vertelt hij. "Harouna wordt nog
steeds 's nachts schreeuwend en huilend wakker."
De Zaraguinas zijn zwaar bewapend en controleren veel wegen tussen
grote steden in het noorden van de Centraal Afrikaanse Republiek. Ze
plunderen, moorden en ontvoeren mensen om losgeld te kunnen eisen.
Velen slaan voor de Zaraguinas op de vlucht. "Het zijn heel slechte
mensen," vertelt Harouna. "Ze hadden wapens. Er was een man bij die
nooit lachte en me heel vaak sloeg."
Unicef maakt zich grote zorgen om deze kinderontvoeringen. Dat gebeurt
niet alleen in de Centraal Afrikaanse Republiek, maar ook in andere
door geweld geplaagde landen als Haïti, de Democratische Republiek
Congo en Irak. De ontvoerders blijven bijna altijd ongestraft.
Volgens Souleimane worden zijn kinderen nog steeds getergd door
herinneringen aan de tijd dat ze ontvoerd waren. Foto: Unicef Centraal
Afrikaanse Republiek/2008
Volgens Souleimane worden zijn kinderen nog steeds getergd door
herinneringen aan de tijd dat ze ontvoerd waren. Foto: Unicef Centraal
Afrikaanse Republiek/2008
'Dank u wel, we zijn vrij'
In het geval van Harouna en Beldo werden de kinderen niet ver van hun
huis vastgehouden. "We waren bang, maar we dachten steeds dat onze
vader ons snel zou komen halen. We hebben er een liedje over gemaakt,"
zegt Harouna, die het graag samen met zijn zusje aan de verslaggever
wil laten horen. Ze zingen: "Ik ben blij dat ik naar huis ga. Ik ben
blij dat ik mama weer zie. Dank u wel, we zijn vrij. We gaan naar
mama's huis."
Door de ontvoering is hun vader platzak. De meeste familieleden,
waaronder zijn vrouw, zijn naar buurland Kameroen gevlucht. Unicef
hoort steeds meer verhalen over het kidnappen van kinderen. Ze worden
niet alleen vastgehouden om losgeld te kunnen eisen, maar ook ingezet
als soldaten.
Unicef houdt de regeringen van de landen waarin deze ontvoeringen
plaatsvinden verantwoordelijk voor het voorkomen van het kidnappen van
kinderen. "Zij moeten maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat
families en kinderen beschermd worden," zegt Geoffrey Keele van
Unicef.