Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit


* http://www.minlnv.nl/pls/portal/url/page/minlnv/actueel/nieuwsitem?p_news_item_id=23406

Toespraak Verburg bij de Waddentoogdag

Toespraak | 23-06-2008

Speech van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), G. Verburg, Waddentoogdag, Den Helder, 21 juni 2008.

Dames en heren,
De natuur en de mens meten al zolang er mensen zijn hun krachten met elkaar. De mensen in de Steentijd brandden grote gebieden bos en heide af om vruchtbare landbouwgrond te krijgen. De Hamburgse pastoor Petrus Hesselins waarschuwt in 1675 al voor overbevissing.

Ook de geschiedenis van het Waddengebied kenmerkt zich door een voortdurende wisselwerking tussen de krachten van de natuur en die van de mens. Veroverden de mensen het land op de zee, of veroverde de zee het land op de mens? Is de natuur in het Waddengebied heilig of maakbaar? Allebei of geen van beide?

Of het nu heilig of maakbaar is, één ding is duidelijk: het Waddengebied is van een unieke schoonheid. Dat heeft alles te maken met het open karakter van het gebied en van de grote invloed van natuurlijke processen.

Ik zie de mens niet als tegenstander of indringer van dat bijzondere gebied. 'Leven van het land, geven om natuur' is mijn motto. Dat is ook hier van toepassing. De mens is juist al vele eeuwen een onlosmakelijk onderdeel van het Waddengebied.

Van oorsprong heeft het gebied zich gevormd door natuurlijke processen als erosie, opslibbing en veenvorming. Mens en natuur zorgden sámen voor de ontwikkeling tot het Waddengebied, zoals het er nu ligt.

We moeten heel goed beseffen dat de Waddenzee een dynamisch systeem is, al eeuwenlang. En dat ook zal blijven. De natuurlijke processen in het Waddengebied zijn in mijn ogen dus niet heilig, als dat betekent dat de mens zich er niet in mag mengen. De mens hoort bij de Waddenzee, woont er, werkt er, recreëert er en wil er dus ook van genieten. Ik zie de mens als beheerder, rentmeester van de aarde; en dus ook de waddenzee. We mogen gebruik maken van wat de natuur ons biedt en moeten die tegelijkertijd beschermen. Anders gezegd: we streven naar robuuste natuur die tegen een stootje kan.

In het Waddengebied doen we dat bijvoorbeeld door de aanwijzing als onderdeel van het Natura 2000-netwerk. Dit najaar zal ik het aanwijzingsbesluit Natura 2000 voor het Waddengebied vaststellen. Daarmee verplichten wij onszelf ertoe specifieke natuurwaarden te behouden of te herstellen. Dat stelt vergaande eisen aan de duurzaamheid van activiteiten van íedereen die bij het Waddengebied is betrokken.

Daarmee zeg ik niet dat het gebied maakbaar is. De mens kan nooit de grilligheid van de natuurlijke processen helemaal naar zijn hand zetten. Daarom laten we in ons beleid de natuur zo veel mogelijk zijn gang gaan en proberen we onze maatregelen daarbij te laten in te spelen en erbij aan te sluiten. Op die manier kunnen we de natuur zelfs een handje helpen en de natuurlijke processen versterken. En tegelijkertijd veiligheid te borgen en economische activiteiten te ondernemen.

Op dat gebied moet nog wel het nodige gebeuren. Ik kijk op het ogenblik met de natuurorganisaties welke herstelmaatregelen in het natte wad volgens hen nodig zijn in aanvulling op de maatregelen vanuit de Kaderrichtlijn Water en vanuit Natura 2000. In het Regionaal College Waddengebied is daarom afgesproken dat we op basis daarvan samen een integraal natuurherstelprogramma zullen samenstellen.

We willen tot in de verre toekomst van het Waddengebied blijven genieten. Dat kan alleen als we onze activiteiten zoveel mogelijk laten aansluiten bij en inspelen op de natuurlijke processen. We moeten daar met alle betrokkenen - van natuurorganisaties tot bedrijfsleven - goede en haalbare afspraken over maken.

Een concreet en actueel voorbeeld daarvan vormt de mosselvisserij. Ook deze sector is onlosmakelijk verbonden met de Waddenzee. Ik zet mij er volop voor in om met alle verantwoordelijken goede afspraken te maken over een duurzame mosselvisserij in een duurzame Waddenzee.

Ook bij Natuurbeschermingsorganisaties en de Tweede Kamer bestaat zorg. De uitspraak van de Raad van State vraagt van ons allemaal dat wij nog eens heel goed overwegen hoe we omgaan met menselijk medegebruik in het Waddengebied. Natuurbeschermingsorganisaties en mosselvissers zijn oprecht betrokken bij de Waddenzee. De mosselsector wijst op zijn prachtige vak, dat van generatie op generatie overgaat en zich kenmerkt door zorgvuldig beheer van de natuur. De natuurorganisaties wijzen terecht op de uniekheid van het gebied.

De standpunten van beide partijen zijn helder en begrijpelijk, maar men vindt elkaar nog niet. Toch is er de wil om samen een oplossing te vinden. Al zal dat een lastig traject zijn, dat voor niemand helemaal zonder pijn kan verlopen. Ik heb daarom de heer Heldoorn gevraagd hierin te bemiddelen. Hij zal daarbij, als een soort informateur, zoveel mogelijk aandacht te besteden aan natuuraspecten als aan verduurzaming van de mosselsector.

Deze aanpak vraagt commitment van alle partijen. Ik ben daarom blij dat we niet meer tegen over elkaar bij de Raad van State staan, maar met elkaar in gesprek zijn.

De mosselsector is volop bezig met verduurzaming. De afgelopen jaren zijn nieuwe, veelbelovende technieken getest, zoals de mosselzaadinvanginstallaties (MZI's). Daarnaast gaan we in overleg kijken naar mogelijke locaties voor MZI's, waarbij we de verschillende belangen heel nauwkeurig tegen elkaar zullen afwegen. Met als doel keuzes te maken die recht doen aan natuur en landschap, aan de sector, aan de mogelijkheden voor garnalenvisserij en recreatie. Daarna kunnen de experimenten met MZI's worden 'opgeschaald' naar grotere eenheden in de Waddenzee en het Deltagebied.

Maar ook daarvoor zal het duurzaamheidsprincipe gelden en moet ook recht worden gedaan aan de andere gebruiksfuncties op het wad. Technisch gezien kunnen we dergelijke installaties nu nog niet op de Noordzee gebruiken, maar daar liggen wel mogelijkheden voor de toekomst. Ik wil dat graag stimuleren.

Dames en heren,
De mens en de natuur meten hun krachten al met elkaar zolang er mensen zijn. Zo begon ik mijn toespraak. Vaak werken we samen, de natuur en de mens, maar soms strijden we tegen elkaar. Het beste is dat we onze krachten bundelen. Dát is wat er in de Waddenzee moet gebeuren. Als we de kracht van de mens op een positieve en duurzame manier aanwenden om de kracht van de natuurlijke processen in de Waddenzee te versterken, kunnen wij dit unieke gebied tot in de verre toekomst veiligstellen én gebruiken.

De nominatie van Waddengebied als Werelderfgoed ondersteunt deze inzet. Ik wil u - maatschappelijke organisaties en bestuurders uit de regio - hartelijk danken voor uw samenwerking en betrokkenheid bij de voorbereiding van deze nominatie. Want het was niet op voorhand een gelopen race. Inmiddels heeft het Werelderfgoed Centrum UNESCO aangegeven dat het nominatiedossier compleet is. De nominatie is nu in behandeling en ik verwacht dat het Werelderfgoed Committee daar volgend jaar zomer een besluit over zal nemen.

Dames en heren,
De natuur is niet heilig, noch maakbaar. De mens is een onlosmakelijk onderdeel van de natuur, óók in het Waddengebied, en mag en moet daar zeker een rol in spelen. Zónder te denken dat hij alles naar zijn hand kan zetten. Want de natuur zal altijd grillig en onvoorspelbaar blijven, zeker binnen zo'n dynamisch systeem als de Waddenzee is. Ik heb er alle vertrouwen in dat we daar via het Beheerplan Natura 2000 in goede samenwerking tussen alle betrokken partijen effectief en duurzaam op kunnen inspelen. Ik zal me daar volop voor inzetten en ik reken daarbij graag ook op u!