Die Historisierung der Devotio moderna im 15. und 16. Jahrhundert.
Verbandsbewusstsein und Selbstverständnis in der Windesheimer Kongregation
Datum: 26 juni 2008
Promotie: mw. A.E. Jostes, 14.45 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5,
Groningen
Titel: Die Historisierung der Devotio moderna im 15. und 16.
Jahrhundert. Verbandsbewusstsein und Selbstverständnis in der
Windesheimer Kongregation
Promotor(s): prof.dr. A.A. MacDonald
Faculteit: Letteren
De historisering van de moderne devotie in de late middeleeuwen
Aloysia Jostes onderzocht de ontwikkeling van de zelfhistorisering van
de moderne devotie, in het bijzonder die van de monastieke tak. Tevens
onderzocht ze de werken van vier auteurs, die ten dele tot nu toe
minder bestudeerd zijn omdat zij alleen in handschriften beschikbaar
zijn. De visie op Johannes Busch, de bekende kroniekschrijver van de
moderne devotie, moet door nieuwe inzichten aangevuld en gewijzigd
worden.
Binnen de moderne devotie, een in de late middeleeuwen ontstane
godvruchtige beweging, neemt de verwerking van het eigen verleden een
belangrijke plaats in. Vier auteurs (Johannes Busch, Johannes
Gielemans, Johannes Mauburnus en Petrus Impens) die tot de monastieke
tak van de moderne devotie behoren, steken boven de groep van devote
historiografen uit. Doordat zij hun blik voornamelijk op de hogere
structuren richtten, zijn zij aan de begrenzing van het eigen convent
ontstegen. Op deze wijze onderzoeken zij het ontstaan van de gehele
devote beweging en plaatsen deze in haar historische context.
Parallel aan de door Jostes gedemonstreerde ontwikkeling van de
zelfhistorisering van de moderne devotie komt het tot het ontstaan van
een devote gemeenschapszin. Hoewel elk van de vier besproken auteurs
tot de Congregatie van Windesheim te rekenen is, blijken de
verbondenheid, de acceptatie en identificatie met de
kloostergemeenschap van verschillende kwaliteit.
Aloysia Jostes studeerde aan de Westfälische Wilhelms-Universität in
Münster. Zij promoveert aan de Faculteit der Letteren en verrichte
haar onderzoek bij de onderzoeksschool Mediaevistiek aldaar. /ES
Rijksuniversiteit Groningen