Nederlandse studenten gaan niet graag naar het buitenland

03/07/2008 18:39

Stichting Nuffic

Internationaliseringsmonitor 2007

Nederlandse studenten gaan vergeleken met hun collega's in andere landen niet graag naar het buitenland. Ons land zit wat dit betreft in de lagere regionen van de Europese Unie. En als ze wél een studie over de grens doen, dan kiezen verreweg de meeste Nederlandse studenten voor de buurlanden het Verenigd Koninkrijk, Vlaanderen en Duitsland. Nog geen kwart van de recent afgestudeerden in Nederland heeft tijdens de studie iets in het buitenland gedaan.

In het primair, het voortgezet en het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie (BVE) is daarentegen juist sprake van groei van activiteiten met het buitenland. De grootste groeipercentages op het gebied van internationale mobiliteit worden geboekt in het BVE. Sinds 2003 is sprake van een ruime verdubbeling. Dat zijn de voornaamste resultaten van de Internationaliseringmonitor 2007, die door de Nuffic, het CINOP en het Europees Platform werd samengesteld in opdracht van OCW.

In het primair onderwijs is het aantal scholen met een internationale activiteit gestegen van 5,8% naar 7,3%. Bij havo en vwo is ongeveer 10% van de leerlingen internationaal mobiel. Ook worden deze activiteiten beter geïntegreerd in het leerplan. Ondanks de voorspoedige groei van de mobiliteit in het BVE gaat toch nog steeds minder dan een half procent van de BVE-cursisten tijdens de opleiding naar het buitenland.

Het percentage hogeronderwijsstudenten dat naar het buitenland gaat zakte van 2,4% naar 2,3% van het totaal aantal studenten in Nederland. De internationale meeneembaarheid van de Nederlandse studiefinanciering, van kracht sinds september 2007, heeft nog niet tot spectaculaire ontwikkelingen geleid. Het aantal Nederlanders dat in dit kader een hogere opleiding volgt in het buitenland steeg zoals verwacht nog in beperkte mate. Het aantal landen waar men heen ging maakte wel een sprong, van 15 naar 54. 65% van hen studeert nog steeds in Vlaanderen. De Katholieke Universiteit Leuven is met 700 Nederlandse studenten een koploper.

Het aantal buitenlandse studenten aan Nederlandse universiteiten neemt toe. In het hoger beroepsonderwijs (hbo) is sprake van stabilisatie. Veertig procent van de ruim 40.000 aan Nederlandse instellingen ingeschreven buitenlandse studenten in Nederland komt uit Duitsland. Het aantal ingeschreven buitenlandse studenten groeide in 2007-2008 tot 6,9%, onder het Europese gemiddelde van 7,2%. Als het om de internationale samenstelling van het centraal geregistreerde studentenbestand gaat, dan lopen de Universiteit van Maastricht en binnen het hbo de kunstopleidingen voorop.

Uitgaande studiepuntmobiliteit, in het kader van de studie aan de eigen instelling, wordt het meest gerapporteerd door afgestudeerden van de Hotelschool in Den Haag, de HAS Den Bosch, Wageningen Universiteit en de Universiteit van Maastricht. Uit de jaarlijkse onderzoeken van het Research Centrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit van Maastricht blijkt steeds weer, dat studenten baat kunnen hebben bij het opdoen van deze buitenlandervaring tijdens de studie.

Al sinds het begin van deze eeuw verzamelt de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs, jaarlijks cijfermatige gegevens over de internationale mobiliteit van studenten. De gegevensvoorziening is in die tijd erg verbeterd. Toch is ook in Nederland de registratie van land van vooropleiding voor verbetering vatbaar.





http://www.nuffic.nl/mobiliteit