Op 11 juli uitspraak Hoge Raad over bronbescherming van journalisten
en bevoegdheden AIVD in het kader van bescherming van staatsgeheimen.
Den Haag, 10 juli 2008 - Twee journalisten die voor De Telegraaf
werken hebben in januari 2006 van een (voor anderen anonieme) bron
vertrouwelijke staatsgeheime informatie (in de vorm van documenten)
verkregen. Deze informatie was direct of indirect afkomstig van de
AIVD. De journalisten hebben de bron met betrekking tot zijn
identiteit geheimhouding toegezegd.
De informatie heeft o.a. betrekking op BVD onderzoek dat in de tweede
helft van de jaren negentig is gedaan naar de criminele organisatie
rondom Mink K. en naar mogelijke corruptie binnen het justitiële
opsporingsapparaat.
Op 20 januari 2006 heeft De Telegraaf een set kopieën van de
ontvangen documenten aan de AIVD verstrekt. De Telegraaf heeft enkele
artikelen gepubliceerd die gebaseerd zijn op de inhoud van de
documenten.
Naar aanleiding van de publicaties is de AIVD met een onderzoek
begonnen om de risico's, die het lekken zou meebrengen, in kaart te
brengen. Tijdens dat onderzoek heeft de AIVD gebruik gemaakt van
bijzondere bevoegdheden, waaronder het observeren, in het kader
daarvan registreren, volgen, en het aftappen en afluisteren van
telecommunicatie van de journalisten.
Op 26 januari 2006 heeft de rijksrecherche een bevel tot uitlevering
ex. art. 96a Wetboek van Strafvordering aan De Telegraaf overhandigd,
waarna de documenten in een verzegelde enveloppe zijn uitgeleverd ter
inbeslagneming. De Telegraaf heeft een klaagschrift tot teruggave van
de verzegelde enveloppe ingediend.
Dit verzoek is afgewezen (zie Hoge Raad 25.3.2008, LJN: BB2875).
Op basis van de stelling van beide journalisten dat zij sinds januari
2006 door de AIVD waren afgeluisterd en geobserveerd, hebben zij samen
met De Telegraaf, de Nederlandse Vereniging van Journalisten en het
Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren, in juni 2006 een kort
geding tegen de Staat aangespannen bij de rechtbank 's-Gravenhage. Zij
vorderden de Staat te gebieden:
- alle onderzoeken en het gebruik van bijzondere
bevoegdheden door de AIVD die betrekking hebben op De Telegraaf en de
twee journalisten, te staken en gestaakt te houden
- alle informatie, persoonsgegevens en andere gegevens te
vernietigen, althans te wissen zonder dat daarvan een kopie zal worden
behouden, voor zover verkregen in het onderzoek naar de beide
journalisten;
Bij vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 21 juni 2006 zijn deze
vorderingen toegewezen (zie rechtspraak.nl, AX9008).
Op 31 augustus 2006 (zie rechtspraak.nl AY7004) heeft het hof
's-Gravenhage in het door de Staat ingestelde hoger beroep, het vonnis
deels in stand gelaten en deels vernietigd.
Het bevel aan de Staat om alle onderzoeken en het gebruik van
bijzondere bevoegdheden door de AIVD die betrekking hebben op De
Telegraaf en de twee journalisten, te staken en gestaakt te houden is
in stand gebleven.
Het hof heeft de Staat verboden om materiaal (en kopieën daarvan),
verkregen met toepassing van bijzondere bevoegdheden, ter hand te
stellen of mededeling daaromtrent te doen aan het openbaar ministerie,
zolang de in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002
genoemde commissie van toezicht niet heeft geoordeeld dat de
verkrijging daarvan rechtmatig was.
Procedure bij de Hoge Raad
De Telegraaf c.s. heeft cassatieberoep bij de Hoge Raad ingesteld
tegen de uitspraak van het hof 's-Gravenhage. De Staat heeft
incidenteel beroep ingesteld.
De zaak wordt voor De Telegraaf c.s. behandeld door mr F.E. Vermeulen
en mr. M.G.M. de Bont, voor de Staat door mr. G. Snijders, allen
advocaat in Den Haag.
Advocaat-generaal mr. Huydecoper heeft in zijn conclusie van 28 maart
2008 de Hoge Raad geadviseerd zowel het principale als het incidentele
beroep te verwerpen.
De Hoge Raad doet op vrijdag 11 juli, 10.00 uur, uitspraak.
Een samenvatting van de uitspraak zal op vrijdag 11 juli om 10.30 uur
aan de pers worden verstuurd en met de volledige uitspraak op de
website worden gepubliceerd.
Op vrijdag 11 juli is van 10.30 - 12.30 uur persraadsheer mr. W.A.M.
van Schendel, via tel nr 070-3611236, bereikbaar voor het geven van
een toelichting.
Den Haag, 10 juli 2008
mw. mr. E. Hartogs, griffier
Tel 070-3611236
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 10 juli 2008 Naar boven
Gerechtelijke organisatie