Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording Kamervragen over het leveren van wapens aan de Soedanese overheid door China

06-08-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bieden wij u hierbij, mede namens de minister-president, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Irrgang, Ferrier, Gill'ard en Boekestijn over het leveren van wapens aan de Soedanese overheid door China. Deze vragen werden ingezonden op 15 juli 2008 met kenmerk 2070825240.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Drs. A.G. Koenders

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken en de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking en mede namens de heer Balkenende, minister-president en minister van Algemene Zaken op vragen van de leden Irrgang (SP), Ferrier (CDA), Gill'ard (PvdA) en Boekestijn (VVD) over het leveren van wapens aan de Soedanese overheid door China.

Vraag 1

Kent u het bericht "China 'fuelling war in Darfur'"? 1)


1) http://news.bbc.co.uk/1/hi/world/africa/7503879.stm

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Hoe beoordeelt u dit bericht?

Antwoord

Het 'Panel of Experts' van de VN-Veiligheidsraad heeft een mandaat om onderzoek te doen naar (vermeende) schendingen van het wapenembargo. Dit panel heeft aangekondigd naar aanleiding van de geciteerde berichten een nader onderzoek hiernaar te gaan verrichten. De regering zal op basis van de uitkomsten van dit onderzoek een nader standpunt bepalen in deze specifieke kwestie.

Vraag 3
Bent u van mening dat het leveren van legertrucks aan Soedan die mogelijk worden ingezet in Darfur voor het beschieten van burgers, een overtreding is van het wapenembargo van de Verenigde Naties? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Ja. Volgens resolutie 1556 (2004) van de VN-Veiligheidsraad is het sinds 30 juli 2004 niet toegestaan om militaire goederen te verkopen of te leveren aan niet-gouvernementele entiteiten en individuen in Darfur. Resolutie 1591 (2005) breidt het verbod uit tot de partijen van het N'Djamena Ceasefire Agreement, waaronder de Soedanese regering. Zie verder het antwoord op vraag 2.

Vraag 4
Hoe beoordeelt u het feit dat volgens een bron van de BBC China nog steeds Soedanezen traint om Chinese gevechtsvliegtuigen te kunnen besturen die mogelijk worden gebruikt voor bombarderen van burgers in Darfur?

Vraag 5
Is naar uw mening het trainen van piloten door China een overtreding van het wapenembargo? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Volgens resoluties 1556 (2004) en 1591 (2005) van de VN-Veiligheidsraad is het niet toegestaan om training of technische assistentie te geven aan individuen voor het gebruik van militair materiaal in Darfur. De regering wacht de uitkomsten van het in vraag 2 genoemde onderzoek van het 'Panel of Experts' af.

Vraag 6
Is de regering bereid de Chinese Soedan-politiek en deze mogelijke schending van het wapenembargo aan de orde te stellen bij het bezoek aan China voor de openingsceremonie van de Olympische Spelen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?

Antwoord

In eerdere gesprekken met de Chinese autoriteiten is het Chinese beleid ten aanzien van Soedan, inclusief de mogelijke levering van wapens, aan de orde gesteld. De regering zal ook in de toekomst bij geschikte gelegenheden de aandacht blijven vragen voor deze problematiek. Voor deze specifieke kwestie dient eerst het eerdergenoemde onderzoek door het 'Panel of Experts' te zijn afgerond.

Vraag 7
Is Nederland bereid zich in te zetten voor een internationaal onderzoek naar overtredingen van het wapenembargo door China en mogelijk ook Rusland?

Antwoord

Het 'Panel of Experts' is reeds gemandateerd om onderzoek te doen naar schendingen van het wapenembargo. De Nederlandse regering is geen voorstander van het opzetten van een separaat internationaal onderzoek.

Vraag 8
Welke andere mogelijkheden ziet u om schendingen van het wapenembargo tegen te gaan, c.q. aan de orde te stellen?

Antwoord

Nederland stelt schendingen van wapenembargo's aan de orde in bilaterale contacten met China. In EU-verband blijft Nederland aandacht vragen voor dit onderwerp.