buitenlands gediplomeerden
Quick scan assessmentprocedure buitenlands gediplomeerden
Kamerstuk, 27 augustus 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MEVA/BO-2870550
27 augustus 2008
Mede naar aanleiding van het Algemeen Overleg arbeidsmarkt op 1 juni
2006 1) in uw Tweede Kamer heeft een quick scan plaatsgevonden naar de
nieuwe assessmentprocedure voor buitenslands gediplomeerde artsen. Het
betrof een quick scan naar de procedure van de op 1 december 2005
gestarte assessmentprocedure voor de toelating van buitenlands
gediplomeerde artsen van buiten de Europese Economische Ruimte (EER).
De procedure is bekeken op mogelijke knelpunten, verbetermogelijkheden
en het realiseren van de doelstellingen van de nieuwe procedure. De
doelstellingen zijn als volgt geformuleerd: heldere en transparante
informatie naar kandidaten, gelijke kansen voor allen, transparantie
van de beoordelingen en van de procedure en een goede doorstroming
naar de eventuele noodzakelijke aanvullende opleiding.
De quick scan is door een extern bureau uitgevoerd. Er is een
literatuuronderzoek verricht. Er zijn interviews gehouden met
kandidaten, vertegenwoordigers van de beoordelaars/assessoren,
vertegenwoordigers van ondersteunende organisaties (onder meer UAF,
Stichting Emplooi) en met vertegenwoordigers van overige organisaties
(onder meer KNMG, CIBG). Vanuit VWS concluderen wij dat het onderzoek
degelijk van opzet is en adequaat is uitgevoerd.
De overall conclusie van de quick scan is dat alle betrokkenen de
nieuwe procedure als een duidelijke stap voorwaarts beschouwen ten
opzichte van de oude procedure. Het assessment biedt een objectieve
toetsing, garandeert gelijke kansen en geeft duidelijkheid over te
volgen stappen en de consequenties op basis van de toetsresultaten.
Assessoren en kandidaten geven aan dat de beoordeling objectief en
onafhankelijk plaatsvindt. Na doorlopen van het assessment en een
eventueel aanvullend opleidingstraject is het nagenoeg zeker dat de
buitenlandse arts zowel in taal als in kennis en vaardigheden op het
juiste niveau functioneert.
Uit de quick scan zijn enkele verbeterpunten in de procedure
aangedragen. Hiervoor hebben de onderzoekers handreikingen gegeven om
verbeteringen door te voeren. Gedurende het onderzoek hebben het
Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG) en de
Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid (CBGV) actie
ondernomen om enkele kinderziektes in de procedure te verhelpen.
Hiermee zijn enkele verbeterpunten, zoals meer informatie over
richtlijnen voor de beoordeling, direct en adequaat toegepast.
De resterende verbeterpunten vergen meer overleg tussen het ministerie
en het CIBG en de CBGV. Het gaat hierbij om verbeterpunten die in mijn
ogen de structuur en het karakter van de procedure niet ingrijpend
veranderen. Het betreft bijvoorbeeld het ontbreken van mogelijkheden,
de eerder verworven competenties (EVC) in een eerder tijdstip en meer
voldragen in te brengen in de procedure. Een ander bespreekpunt
betreft de verplichting voor kandidaten, die als gelijkwaardig worden
beoordeeld, om twaalf weken onder supervisie te werken. De
onderzoekers geven aan dat er over deze supervisie veel
onduidelijkheid bestaat. Een van de meest opvallende resultaten van
het onderzoek bleek het beperkte aantal kandidaten dat in de periode
december 2005 tot december 2007 het assessment heeft doorlopen.
Tezamen met het gegeven dat alle betrokkenen in het onderzoek de
nieuwe procedure als een goede stap voorwaarts beschouwen en het
gegeven van de beperkte aantallen kandidaten in de huidige procedure,
zijn ingrijpende maatregelen in de assessmentprocedure niet aan de
orde. De gesignaleerde verbeterpunten blijven in de overleggen tussen
het ministerie en CIBG en CBGV aan de orde komen.
Ik ga er vanuit dat in de loop van de tijd meer kandidaten de
procedure voor buitenslands gediplomeerde artsen zullen doorlopen.
Recent zijn in de gemoderniseerde assessmentprocedures van de
buitenlands gediplomeerde tandartsen en verpleegkundigen de eerste
kandidaten ingestroomd. Tegen deze achtergrond wordt bekeken of in de
nabije toekomst een gezamenlijke quick scan voor de drie
beroepsgroepen uitgevoerd kan worden.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
1) Verslag van een algemeen overleg, Tweede Kamer vergaderjaar
2005-2006, 29 282, nr. 31 en nr. 35.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport