Gemeente De Bilt


Tentoonstelling slavenringen gemeentehuis De Bilt

Van 4 tot 18 september staat in de hal van het gemeentehuis van De Bilt een tentoonstelling van allerhande slavenringen uit de verzameling van de heer Harry Clee opgesteld.

De tentoonstelling is ingericht in het kader van de landelijke Open Monumentendag op 13 september aanstaande. Deze dag heeft het thema "Sporen" meegekregen. Enkele Biltse gebouwen dragen nog sporen van een vroegere relatie met slaven en/of slavenhandel van de toenmalige bewoners.

In de vitrinekasten liggen vooral bronzen ringbanden vanaf het jaar 1000 na Christus. Deze zogenoemde "slavenringen" werden door stamhoofden, koningen en dorpshoofden gedragen en dienden als betaalmiddel. Het materiaal dat hiervoor gebruikt werd is voornamelijk brons, een koperlegering. In de tentoonstelling is een grote diversiteit van bronzen arm- en voetbanden te zien. In één van de vitrinekasten zijn de nek- en voetboeien waarmee de slaven werden geketend te zien.

Biltse sporen van slaven en slavernij
Enkele sporen van een historische relatie met de slavernij zijn nog zichtbaar in Biltse gebouwen. Zo ligt in de open gestelde dorpskerk van De Bilt een 18e eeuwse grafsteen van de familie Ameldung, in die periode eigenaar van het opengestelde landgoed Oostbroek. Het wapen van deze familie bevat twee negerkopjes. De familie Ameldung had in de 18e eeuw eigendommen in Suriname en hield mogelijk ook slaven.

Op het kerkhof van Groenekan staat de grote grafkelder van de familie Calcoen. De familie Calcoen was in de 18e en 19e eeuw eigenaar van het landgoed Voordaan in Groenekan. Op de wapensteen van de familie Calcoen, boven de ingang van de kelder, staan eveneens twee negerkopjes. Deze zijn via de familie Van Loon, medeoprichters van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in het wapen van de familie Calcoen terechtgekomen. Landgoed Oostbroek en Landgoed Voordaan zijn beide opengesteld tijdens de Open Monumentendag.

Nederland en de slavenhandel
In totaal zijn er zo rond de 20 miljoen slaven gevangen genomen. Deze slaven werden vooral in West Afrika, aan de vroegere slavenkust gekocht. De Nederlanders hebben hiervan ongeveer 5% voor hun rekening genomen. Een deel van deze slaven is op de Surinaamse plantages terechtgekomen. Onze zustergemeente Gakpé, nu in Benin, lag vroeger aan de zogeheten slavenkust. Daar vandaan vervoerden onder andere Nederlandse slavenhandelaars slaven naar Noord- en Zuid Amerika. Pas in 1863 werd de slavernij in Nederland verboden en werden de slaven vrijgelaten.

De tentoonstelling
De tentoonstelling loopt van 4 tot 18 september.Tijdens de openingstijden van het gemeentehuis is de tentoonstelling gratis te bezichtigen. Dat kan op maandag tot en met donderdag van 9 tot 17 uur en op vrijdag van 9 tot 16 uur.