Senternovem


04-09-2008 | Schimmel in boktor verteert levend hout: kans voor biobrandstoffen?

De Universiteit van Pennsylvania heeft ontdekt dat de larve van de Aziatische boktor leeft van het binnenste hout van nog gezonde loofbomen. Een team van entomologen en biochemici hebben ontdekt dat de larve voor het verteringsproces gebruik maakt van een bepaalde schimmel, diep weggestopt in de darmpjes.

Volgens de onderzoekers kan deze ontdekking leiden tot innovatieve, efficiëntere manieren voor de productie van biobrandstoffen. De micro-organismen zijn in staat om cellulose af te breken door al dan niet lignine om te zetten. Onderzoekers staan nog voor een raadsel over hoe het een en ander werkt.

boktor

Lignine is de hardmaker in celwanden en het meest voorkomende organisch materiaal op aarde na cellulose. De sterkte van hout is het resultaat van de interactie tussen cellulose en lignine eromheen. Ongeveer 25 tot 33 procent van de massa van gedroogd hout bestaat uit lignine. De chemische stof is onder andere een restproduct bij de productie van papier. Lignine vindt toepassingen als bindmiddel, als lijm, als grondstof voor chemicaliën of als brandstof (waaronder ethanol).

Het vermoeden bestaat dat het kevertje voor de omzetting enzymen gebruikt. De larve heeft voorkeur voor nog levend en niet aangetast hout en dat is heel bijzonder. Als het mogelijk blijkt te zijn de geïsoleerde enzymen op grote schaal in te zetten om de verbindingen tussen cellulose en lignine weg te werken, dan betekent dat volgens de onderzoekers een doorbraak.
Deze scheiding is op dit moment nog de duurste en milieu-onvriendelijkste processtap om van levend hout naar ethanol te komen.