Datum: 9 september 2008
Nadere informatie verkrijgbaar bij: Arjan Lejour (tel. 070-3383311),
Bas Straathof (tel. 070-3383382) en Jacqueline Timmerhuis (tel.
070-3383477)
De Europese Interne Markt levert de Nederlandse burger jaarlijks zo'n 2000
euro op
De Interne Markt is één van de grootste successen van 50 jaar Europese
samenwerking. Als gevolg van marktintegratie in de Europese Unie (EU)
is de handel substantieel toegenomen, in Nederland nog meer dan
gemiddeld in de EU. In 2005 heeft de goederenhandel ongeveer 2 à 3%
bijgedragen aan het bruto binnenlands product (BBP) in de EU. Voor
Nederland is de BBP-bijdrage met 4 à 6% nog groter, wat neerkomt op
ongeveer 1500 tot 2200 euro per inwoner per jaar. Op lange termijn kan
het inkomen in Nederland zelfs 15% hoger zijn dan zonder interne
markt.
Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het CPB Document 'The
Internal Market and the Dutch Economy'. Bij de totstandkoming van deze
effecten is achtereenvolgens gekeken naar de Interne Markt voor
goederen, diensten en kapitaal.
De Interne Markt voor goederen
Acht procent van de export en import van goederen door de EU kan aan
de ontwikkeling van de Interne Markt worden toegeschreven. Dit
percentage komt bovenop de toename van de handel door globalisering.
Zonder Interne Markt zou de handel tussen de EU-lidstaten ook gegroeid
zijn, maar minder hard. Voor Nederland zijn de effecten nog groter:
18% van de goederenexport kan worden toegeschreven aan de Interne
Markt. Voor de Nederlandse import is dit 12%. Een reden voor dit
grotere effect is dat een groter gedeelte van de Nederlandse
goederenhandel op de EU geconcentreerd is in vergelijking met de
goederenhandel van de EU in zijn geheel.
De uitbreiding van de EU met Denemarken, Ierland en het Verenigd
Koninkrijk in 1973 en met Spanje en Portugal in 1986 hebben een
belangrijk effect gehad op de betekenis van de Interne Markt. Voor de
recente uitbreidingen in 2004 en 2007 is het nog te vroeg om
duidelijke conclusies te trekken.
De Interne Markt voor diensten
Van de Europese handel in diensten kan 5% worden toegeschreven aan de
Interne Markt. Voor Nederland zijn de effecten vergelijkbaar. Het is
niet verrassend dat de Interne Markt minder aan de handel in diensten
heeft bijgedragen dan aan de handel in goederen, omdat voor goederen
grotere integratiestappen zijn gezet, zoals het beleidsprogramma voor
de Interne Markt tussen 1986 en 1992. Recente EU-initiatieven om de
handel in diensten te stimuleren, zoals de Dienstenrichtlijn die in
2009 wordt ingevoerd, zouden dit effect verder kunnen vergroten.
De Interne Markt voor kapitaal
De Interne Markt heeft ook positief bijgedragen aan de directe
buitenlandse investeringen. 19% van de totale buitenlandse directe
investeringen in Nederland is het gevolg van de Interne Markt. Voor de
totale directe investeringen van Nederlandse bedrijven in het
buitenland is dit 15%. Voor de EU in zijn geheel zijn deze effecten
iets kleiner.
De effecten op binnenkomende investeringsstromen zijn groter dan die
op uitgaande investeringen, omdat het zowel voor Europese, als voor
niet-Europese bedrijven aantrekkelijk is om in Europa te investeren
vanwege de Interne Markt. Vooral in de jaren negentig zijn de
buitenlandse investeringen fors toegenomen. Met name de EU-uitbreiding
met Oostenrijk, Finland en Zweden heeft flink aan dit
interne-markteffect bijgedragen.
Het effect van de Interne Markt op het inkomen
Nadat het interne-markteffect op de handel in goederen en diensten en
op de directe buitenlandse investeringen is vastgesteld, kunnen de
gevolgen voor de welvaart in termen van extra inkomen worden berekend.
Extra handel en investeringen stimuleren de productie en de
concurrentie en op langere termijn ook innovatie en productiviteit. In
2005 heeft de goederenhandel binnen de Interne Markt voor ongeveer 4
tot 6% bijgedragen aan het inkomen in Nederland, dat wil zeggen 1500
tot 2200 euro per hoofd van de bevolking extra. Het BBP-effect voor
Nederland is groter dan de 2 à 3% BBP-toename voor de EU gemiddeld,
omdat de openheid van de Nederlandse economie relatief groot is en de
Interne Markt een groter effect op de Nederlandse goederenhandel
heeft.
Het duurt decennia voordat de effecten op productiviteit en inkomen
volledig gerealiseerd zijn. Volgens de inschatting van het CPB is op
dit moment nog niet het geval. De schattingen laten een bandbreedte
van uitkomsten zien waarin het inkomenseffect maximaal kan oplopen tot
9% van het BBP per hoofd voor de EU; voor Nederland is dat effect nog
iets groter, maximaal 15% van het BBP als we alleen naar de
goederenhandel kijken. De huidige stand van integratie van de diensten
en kapitaalmarkten voegt nog maximaal drie procentpunten extra inkomen
aan het lange-termijneffect toe. Hiervan is slechts een zeer beperkt
deel gerealiseerd, omdat de integratie van de diensten- en
kapitaalmarkten veel later op gang is gekomen dan de die van de
goederenmarkten.
CPB Document 168, 'The Internal Market and the Dutch Economy', is te
bestellen bij:
Bibliotheek Centraal Planbureau
Postbus 80510
2508 GM Den Haag
Telefax: 070-3383350
E-mail: bibliotheek@cpb.nl
Prijs: 9,- euro
De publicatie is tevens (gratis) beschikbaar als PDF-bestand.
Centraal Planbureau