Advies THB goed uitgangspunt voor verder overleg

09/09/2008 15:25

VNG

De VNG heeft met belangstelling kennisgenomen van het rapport van de Taskforce Herstructurering Bedrijventerreinen (THB). De VNG onderkent dat de planning van bedrijventerreinen tot problemen leidt en dat de herstructurering van bedrijventerreinen complex is. De belangen van particuliere eigenaren (grondbezitters) zijn vaak strijdig met lokale en regionale belangen. Net als de THB vindt de VNG dat regionale samenwerking moet worden gestimuleerd. Het advies van de THB is een goed uitgangspunt voor verder overleg. Overheden en bedrijfsleven moeten samen onderzoeken hoe regionale samenwerking vorm kan krijgen. De VNG heeft er alle vertrouwen in dat op basis van het advies samen met betrokken partijen tot concrete oplossingen kan worden gekomen.

Toch plaatst de VNG nog een aantal kanttekeningen bij het rapport. De eerste betreft de sturing. Het ruimtelijk beleid van de afgelopen jaren werd sterk gestuurd door rijk en provincie. Deze centrale sturing heeft juist geleid tot resultaten waarvan nu wordt gezegd dat ze niet goed zijn. Niet voor niets heeft het rijk redelijk recent de weg van de decentrale aansturing ingeslagen: 'centraal wat moet, decentraal wat kan'. Dit is onder andere vastgelegd in de Nota Ruimte. Het past in de lijn van de decentrale sturing om gemeenten te stimuleren de problemen rond bedrijventerreinen regionaal op te lossen, zodat het proces van onderaf van de grond komt en niet van boven wordt opgelegd.

Ten tweede spreekt de VNG haar vrees uit voor het ontstaan van te grote schaarste aan bedrijventerreinen. De THB stelt dat er voldoende ruimte blijft met het volgen van een gematigder groeiscenario. Overige maatregelen als het stringent toepassen van de SER-ladder hebben echter een extra schaarste creërend effect, onder andere door toename van regeldruk. Volgens de VNG zijn er betere alternatieven, waarbij met minder regeldruk hetzelfde resultaat wordt bereikt.

Verder is de VNG tegen verplichte eisen aan de besteding van gemeentelijke belastingen. De THB geeft aan dat het wenselijk kan zijn OZB-opbrengsten verplicht te gebruiken voor de herstructurering van bedrijventerreinen. De VNG ziet niets in deze verplichting. Dit beperkt de gemeentelijke beleidsvrijheid, waardoor het komen tot werkbare oplossingen wordt bemoeilijkt. Gemeenten kunnen, net als andere overheden en betrokken partijen, bijdragen aan de herstructurering van bedrijventerreinen. Welke inkomstenbron daarvoor wordt gebruikt, is aan de gemeenteraad.

Tot slot is de VNG het niet eens met het voorstel van de THB om de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Grondexploitatiewet zo aan te passen dat ook bij particulier grondbezit verevening kan worden afgedwongen. Ontwikkelaars van nieuwe bedrijventerreinen zouden dan gedwongen kunnen worden mee te betalen aan de herontwikkeling van oude bedrijventerreinen. Nu is deze verevening alleen mogelijk bij gemeentelijk grondeigendom en bij particulier grondbezit op basis van een vrijwillige bijdrage. De THB stelt dat aanpassing van dit artikel eenvoudiger is dan het maken van nieuwe regelgeving in de vorm van een heffing op braakliggende grond (ruimteheffing). De VNG is het oneens met deze keuze. De Wro is bedoeld voor kostenverhaal en mag niet worden misbruikt voor winstafroming.

Den Haag, 9 september 2008








Vereniging Nederlandse Gemeenten