Vrije Universiteit Amsterdam

Persbericht
12-09-2008

Promotie en symposium, relevant voor de vergrijzende samenleving

Fijne ouder-kindrelatie maakt gelukkiger dan wederzijdse steun

De kwaliteit van de relatie tussen ouders en kinderen bepaalt in grote mate het 'welbevinden' van beide partijen. De mate waarin ouders en kinderen elkaar steunen is nauwelijks belangrijk voor de kwaliteit. Eva-Maria Merz beschrijft dit in haar proefschrift over de kenmerken en veranderingen van ouder-kindrelaties gedurende de levensloop. Voorafgaand aan haar promotie aan de Vrije Universiteit op 15 september, vindt het symposium Diversity in caring relationships in later life plaats.

Onderzoek

Uit het onderzoek van Merz blijkt dat het uitwisselen van steun tussen ouder(s) en kind niet of slechts zwak geassocieerd is met het welbevinden van beide partijen. Onder steun valt bijvoorbeeld het tonen van interesse, boodschappen of klusjes doen en advies geven. De kwaliteit van de ouder-kind relatie echter hangt wel sterk samen met het welbevinden van beide generaties. Het lijkt dus dat bij het ouder worden van ouders en kinderen de achteruitgang van kwaliteit van hun relatie een grotere bedreiging is voor welbevinden dan een toename van de steun die kinderen aan hun ouders geven.

Ouder-kindrelaties zijn de eerste en vaak belangrijkste relaties die individuen ontwikkelen en een essentiële bron van steun en veiligheid. Kennis van kenmerken van belangrijke relaties, zoals ouder-kindrelaties, gekoppeld aan de uitwisseling van steun tussen generaties, is belangrijk vanwege de samenhang met psychische gezondheid en welbevinden. Onderzoek naar familierelaties, de affectieve kenmerken en de samenhang met intergenerationele steun en welbevinden is belangrijk in een vergrijzende samenleving, waarin steun en hulp vanuit het familienetwerk een belangrijke aanvulling op professionele zorg kan zijn.

Symposium

Tijdens het symposium bieden diverse internationale wetenschappers nieuwe inzichten over de behoefte aan zorg op oudere leeftijd en de te verwachten inzet van volwassen kinderen ten behoeve van hulpbehoevende ouderen op het vlak van mantelzorg. Ze beantwoorden vragen als: In hoeverre spelen relaties van kinderen met hun ouders een rol voor de ouder-kind-relatie op volwassen leeftijd? Zijn hier verschillen tussen etnische groepen? In hoeverre zijn familierelaties van oudere mensen en hun banden met vrienden en kennissen wederzijds aanvullend? Heeft het geslacht van kinderen en dat van hun ouder invloed op de kwaliteit van de relatie tussen volwassenen en hun ouders?