Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

2008 >
, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie
Communicatie 16 september 2008 Nr. 08/99

Begroting 2009 SZW - Maximaal meedoen

Maatregelen SZW: verhoging arbeidsdeelname staat centraal

Het beleid van minister Donner en staatssecretaris Aboutaleb van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid richt zich vooral op het verhogen van de arbeidsdeelname. Dat wil zeggen: meer mensen aan het werk, meer
uren aan het werk en meer doorwerken tot 65. De SZW-begroting voor
2009 bevat maatregelen langs verschillende lijnen om meer mensen aan de slag te krijgen.

De krapte op de arbeidsmarkt wordt tijdelijk weliswaar iets minder, maar de urgentie op lange termijn is duidelijk: de bevolking vergrijst in snel tempo. Gaat de arbeidsdeelname niet drastisch omhoog, dan
dreigen grote tekorten aan werknemers en zullen de lonen fors stijgen. En dat ondermijnt onze internationale concurrentiepositie. Dichter bij huis doemt het beeld op van zorginstellingen met te weinig
zorgverleners, scholen met te weinig leraren en afkalvend draagvlak onder onze verzorgingsmaatschappij. In de woorden van voorzitter Peter Bakker van de commissie Arbeidsparticipatie die het kabinet afgelopen juni adviseerde, komt Nederland dan `krakend tot stilstand'.

Niet voor alle mensen is een betaalde baan (direct) een reëel
perspectief. Toch is het belangrijk dat ook zij zo veel mogelijk
deelnemen aan de samenleving, bijvoorbeeld via vrijwilligerswerk en mantelzorg.

Ouderen

De laatste jaren werken steeds meer ouderen en ze werken ook langer door, maar nog steeds stoppen mensen gemiddeld als ze (bijna) 62 jaar zijn. De arbeidsmarkt voor ouderen functioneert niet goed. En mensen die na hun 65^ste willen doorwerken, ondervinden in de praktijk vaak belemmeringen. Om meer ouderen aan de slag te krijgen en houden, neemt het kabinet in 2009 de volgende maatregelen:

* Werkgevers die een 50-plusser met een uitkering aannemen, krijgen daarvoor drie jaar lang een korting van 6500 euro op de WW- en
arbeidsongeschiktheidspremies.

* Werkgevers die een werknemer van 62 of ouder in dienst houden, krijgen drie jaar lang 2750 euro premiekorting per jaar en vanaf 2013 6500 euro per jaar.

* Het kabinet overweegt een tijdelijke `no risk polis' in te voeren die werkgevers tegemoet komt in de kosten van loondoorbetaling bij ziekte wanneer zij WW'ers van 55 jaar en ouder in dienst nemen.
* Mensen die na hun 62^ste blijven werken krijgen een
belastingvoordeel, de zogenoemde doorwerkbonus. Die geldt ook als ze doorwerken na hun 65^ste. Per gewerkt jaar krijgen betrokkenen een belastingvoordeel. De hoogte daarvan varieert met het inkomen en de leeftijd, en bedraagt maximaal 4591 euro.

* Werknemers die na hun 65^ste willen doorwerken, kunnen hun AOW (maximaal vijf jaar) later laten ingaan. Zij ontvangen dan een
hogere AOW-uitkering. Mensen kunnen kunnen de AOW ook gedeeltelijk ontvangen.

Activeren en stimuleren

Veel mensen in Nederland - vooral vrouwen - kiezen voor deeltijdwerk. Daarnaast zijn er veel mensen die niet werken en geen uitkering
hebben. Ook staan jongeren en allochtonen nog te vaak langs de kant. Als al deze groepen (meer uren) gaan werken, heeft dat een groot
effect op de arbeidsdeelname. Het kabinet neemt maatregelen om dit te stimuleren:

* In 2009 komt er een inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) die zich specifiek richt op de minst verdienende partner, vaak een vrouw die in deeltijd werkt, om die te stimuleren meer uren te
gaan werken. Deze korting is groter naarmate de minst verdienende partner meer verdient. Het kabinet trekt hiervoor volgend jaar
ruim 500 miljoen euro uit.


* Mensen die niet werken en ook geen beroep doen op een uitkering (`nuggers') worden gestimuleerd te gaan werken. Een van de
maatregelen is werken meer te laten lonen; het kabinet
introduceert daarom in 2009 de inkomensafhankelijke arbeidskorting (IAK) en trekt daar volgend jaar 165 miljoen euro voor uit.

* Het kabinet stimuleert werkgevers om in te spelen op de behoefte van mensen voor betere mogelijkheden om werk en zorg te
combineren. De Taskforce Deeltijdplus helpt werkgevers daarbij.
* Werkenden met een niet-werkende partner raken vanaf 2009
geleidelijk het huidige belastingvoordeel kwijt waarmee de
zogeheten algemene heffingskorting kan worden overgedragen. Het overdragen van deze korting staat op gespannen voet met de ambitie om meer mensen aan het werk te krijgen.

* Jongeren krijgen vanaf 1 juli 2009 geen bijstand meer. Gemeenten worden verplicht jongeren van 18 tot 27 jaar die zich melden voor een uitkering, een persoonlijk aanbod te doen dat bestaat uit
werk, scholing of een combinatie van beide. Het kabinet wil de
duurzame arbeidsparticipatie van jongeren bevorderen en
afhankelijkheid van een uitkering voorkomen.

* Gemeenten krijgen één bedrag om mensen te stimuleren deel te nemen aan inburgering, werk of school: het participatiebudget. Ze kunnen met de bundeling van de drie bestaande budgetten voor
re-integratie, inburgering en scholing middelen effectiever
inzetten om mensen te helpen. Bij elkaar gaat het om ongeveer 2 miljard euro.

Mensen met een beperking

Mensen met een beperking willen en kunnen vaak gewoon meedoen. Toch staan velen nog onnodig langs de kant. Het kabinet wil in hen
investeren zodat ze kansen krijgen om te werken en actief deel te
nemen in de samenleving. De volgende maatregelen moeten meer mensen met een beperking aan de slag helpen:

* In de Wajong (jonggehandicapten) komt de focus te liggen op werk. Wie kan werken, krijgt hulp bij het vinden van een baan. Het
kabinet trekt voor extra begeleiding en ondersteuning naar werk in 2009 45 miljoen euro extra uit.

* Het kabinet krijgt in het najaar het advies van de `Commissie Fundamentele Herbezinning WSW' om de problemen in de sociale
werkvoorziening aan te pakken.

Arbeidsmarkt en re-integratie in de regio

Den Haag maakt geen banen. Die ontstaan bij werkgevers in het land. In de regio moeten de mensen aan de slag geholpen worden. De volgende
maatregelen moeten dat bevorderen.

* Werkgevers kunnen via het UWV een jaar loonkostensubsidie krijgen als ze iemand aannemen die langer dan een jaar in de WW zit of
(gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. De subsidie is maximaal de helft van het minimumloon.

* Aanpassing van de regels voor passende arbeid voor werklozen. Mensen die langer dan een jaar werkloos zijn, kunnen van het UWV een werkaanbod krijgen. Dat moeten zij aanvaarden, ook als het
loon lager is dan de uitkering. Het eventueel lagere inkomen wordt door het UWV tijdelijk aangevuld zodat mensen met werken er altijd op vooruitgaan.

* Gemeenten en UWV kunnen participatieplaatsen aanbieden aan
bijstandsgerechtigden, mensen die minstens een jaar in de WW
zitten en (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten. Mensen doen zo twee jaar werkervaring op met behoud van uitkering. Ook krijgen ze
scholing en een premie, zodat ze er ook financieel op vooruit
gaan.

* Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) en Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen (UWV) gaan per 1 januari samen. Verder
komt er in 2009 een landelijk dekkend netwerk van ongeveer honderd Loketten voor werk en inkomen (LWI's) waar CWI/UWV en gemeente
samen mensen aan de slag helpen. Werkgevers en werkzoekenden
hebben dan nog maar met één organisatie te maken.

* Het aantal leerwerkloketten wordt in 2009 uitgebreid van 16 naar 40. Bij de leerwerkloketten kunnen werkgevers, werkenden en mensen met een uitkering terecht voor advies over scholing en loopbaan.

Koopkracht en armoedebeleid

Het kabinet richt zich behalve op hogere arbeidsdeelname ook op een verantwoorde koopkrachtontwikkeling, bestrijden en voorkomen van
armoede en schulden, het verminderen van regeldruk en (betere)
controle op rechtmatigheid van uitkeringen.

* Het standaard koopkrachtbeeld voor 2009 ligt gemiddeld tussen de 0 en 2 procent. De meerderheid van de mensen gaat er in koopkracht op vooruit. Maar mensen kunnen er individueel wel op
achteruitgaan. De koopkrachtwinst zit vooral bij werkenden met
kinderen.


* Het kabinet ziet met het oog op de teruglopende economische groei en oplopende inflatie, af van de verhoging van de btw om
koopkrachtverlies tegen te gaan.

* Daarnaast blijft er reden om te streven naar een verantwoorde loonontwikkeling, bevordering van participatie en andere
structurele versterkingen van de economie. Hierover zal met de
sociale partners gesproken worden. In die context is het kabinet bereid de WW-premies voor werknemers tot nul terug te brengen.


* In 2009 wordt 65 miljoen euro uitgetrokken voor armoedebestrijding en schuldhulpverlening van de 350 miljoen euro in de hele
kabinetsperiode.


· Het aantal kinderen dat niet mee kan doen door armoede wordt deze kabinetsperiode met de helft teruggebracht. Met gemeenten worden daar afspraken over gemaakt.


· Gemeenten krijgen in 2009 meer ruimte van de wet om gezinnen die al vijf jaar op een laag inkomen zitten een extraatje te geven. Ook mogen gemeenten groepen minima met schoolgaande kinderen in natura
ondersteunen.


· Het kabinet wil het aantal mensen met een problematische schuld terugdringen met de helft in 2011 en de wachtlijsten van de
schuldhulpverlening beperken.


· In 2009 komen er onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Financiën strengere regels voor kredietverstrekkers als het gaat om reclame. Ook komen er hogere boetes bij overtreding van die regels.

Overige maatregelen

* Er zijn verschillende maatregelen genomen om de overlast van regels voor bedrijven, burgers en andere overheden te verminderen. Het nieuwe Digitaal Klantendossier en de polisadministratie van de Belastingdienst (ook ten behoeve van het UWV) moeten de uitvoering effectiever maken en voorkomen dat betrokkenen meerdere keren
dezelfde gegevens moeten aanleveren. De fusie van UWV en CWI en de nauwere samenwerking met gemeenten bij de re-integratie van
uitkeringsgerechtigden moet leiden tot betere dienstverlening.


* Gemeenten en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) krijgen meer mogelijkheden om door middel van huisbezoeken te controleren of bijstandsgerechtigden en AOW'ers terecht hun uitkering krijgen.
* Het ministerie van SZW en uitvoerende instanties starten een gezamenlijke campagne om uitkeringsontvangers te wijzen op hun
plichten (bijvoorbeeld opgeven inkomsten of sollicitatieplicht).