Universiteit van Tilburg

Universiteit van Tilburg 9 september 2008

Nederlandse hindoescholen presteren goed

Veel islamitische en zwarte scholen presteren slecht, maar hindoescholen in Nederland bieden juist een opmerkelijk hoge onderwijskwaliteit, zoals blijkt uit de Cito-score. Dat stelt onderzoekster Sharda Roelsma-Somer in haar proefschrift dat ze op 17 september verdedigt aan de Universiteit van Tilburg.

Nederland telt zes hindoescholen met leerlingen van vooral Surinaamse afkomst. De behoefte van hindoestaanse ouders om hun kinderen aan deze scholen in te schrijven, neemt toe en nieuwe scholen zijn in oprichting. Net als andere religieuze en zwarte scholen in ons land, hebben hindoescholen te maken met een negatief imago. De leraren worden vooral geselecteerd op grond van hun geloof. Kinderen krijgen naast het Nederlandse curriculum en religieuze lessen ook onderwijs in Hindi. Voor haar proefschrift onderzocht Roelsma zes islamitische, openbare en hindoe lagere scholen in Den Haag en vergeleek de resultaten van de Cito-scores. Ze hanteerde daarvoor negen kwaliteitsindicatoren. Roelsma komt tot de opmerkelijke conclusie dat ondanks het feit dat het curriculum voor de hindoe kinderen zwaarder is omdat het meer vakken telt, de scores van de kinderen goed zijn. De meeste adviezen voor vervolgscholen zijn die voor havo en vwo en de leerlingen worden goed voorbereid op deelname aan de samenleving. De kinderen identificeren zich zo sterk met de school, dat oud-leerlingen later verklaren hun kinderen er ook heen te willen sturen. Ook de onderwijsinspectie is erg te spreken over de prestaties van de hindoescholen.

Geen belemmering voor integratie
Roelsma verklaart de goede prestaties uit een aantal factoren. In de eerste plaats zorgt de relatief kleine hindoestaanse gemeenschap, waar iedereen elkaar kent, ervoor dat de kinderen persoonlijk opgevangen en begeleid worden. Sommige onderwijzers zijn familieleden, die kinderen stimuleren en motiveren. Kinderen op hun beurt doen dan extra hun best om goed te presteren. In de tweede plaats willen hindoe immigranten bewijzen dat ze tot de succesvolle immigranten behoren en integreren zij snel. Zij zijn over het algemeen ambitieus en prestatiegericht en verwachten dat van de hindoeschoelen en van hun kinderen. Volgens Roelsma gaat de conclusie voor hindoescholen niet op dat er een relatie bestaat tussen religieuze achtergrond en onderwijsprestaties. In tegendeel, voor de hindoescholen geldt dat hun werkwijze integratie in het geheel niet belemmert.