Sterkere positie van rechter-commissaris in het vooronderzoek

De rechter-commissaris krijgt meer ruimte en mogelijkheden om zijn taken en bevoegdheden in het vooronderzoek in strafzaken uit te oefenen. Daartoe wordt tevens, in samenspraak met de Raad voor de rechtspraak, een feitelijke en kwalitatieve versterking van het rechter-commissariaat nagestreefd. Deze kan al op basis van de huidige regeling van start gaan en nadien worden uitgebreid. Verder zal het gerechtelijk vooronderzoek worden afgeschaft. Dit blijkt uit een wetsvoorstel van minister Hirsch Ballin van Justitie dat vandaag voor advies naar een aantal instanties is gestuurd.

In de nieuwe opzet vervallen het gerechtelijk vooronderzoek en de mini-instructie omdat die het optreden van de rechter-commissaris te veel beperken. Ervoor in de plaats komt meer ruimte om de rechter-commissaris bij het opsporingsonderzoek te betrekken. Overigens blijft de officier van justitie leider van de opsporing en vervolging. Een belangrijk gevolg van dit wetsvoorstel is dat de verdediging meer mogelijkheden krijgt om een bijdrage te leveren aan het vooronderzoek, door om aanvullende onderzoekshandelingen te verzoeken. Dit moet in combinatie met een actiever optreden van de rechter-commissaris een evenwichtiger samenstelling van het procesdossier opleveren dat aan de zittingsrechter wordt voorgelegd. Een en ander zal dan ook leiden tot een voorspoediger behandeling van strafzaken op het onderzoek ter terechtzitting.

Het wetsvoorstel maakt deel uit van het project herziening van het Wetboek van Strafvordering. Over de voortgang wordt jaarlijks aan de Tweede Kamer verslag uitgebracht. In voorstellen die nog zullen volgen, komen onder andere de regeling van de processtukken, de positie van de verdediging, en de regeling van de opsporingsbevoegdheden en dwangmiddelen aan de orde. Voorzien is dat de voorstellen uiteindelijk gelet op de bestaande samenhang op één vaste datum in werking moeten treden. Streefdatum daarvoor is medio 2011.

Noot voor redacties (