Sterrensplitsers TNO helpen ESO bij het vinden van planeten in andere sterrenstelsels

18 september 2008 - De PRIMA faciliteit uitgerust met TNO's Sterrensplitsers is begin september succesvol getest op de Very Large Telescope in Chili. PRIMA opent nieuwe mogelijkheden om uiterst zwakke astronomische objecten waar te nemen en, met zeer nauwkeurige astrometrie, exoplaneten te detecteren. De PRIMA (Phase-Referenced Imaging and Microarcsecond Astrometry) faciliteit van de European Southern Observatory (ESO) is onderdeel van de Very Large Telescope Interferometer (VLTI) in Chili, waarbij het signaal van meerdere telescopen wordt gecombineerd. TNO's Sterrensplitsers zijn geïnstalleerd op twee VLTI Auxiliary Telescopes.

Sterrensplitser

TNO voorziet ESO van Sterrensplitsers voor alle vier de hoofdtelescopen en voor twee auxiliary telescopen. De Sterrensplitser is een opto-mechanisch systeem, dat het licht van twee astronomische objecten splitst. De Sterrensplitser is een unieke combinatie van precisie optiek, geavanceerde mechanica en slimme regeltechniek.

Op zoek naar exoplaneten

Sinds de eerste ontdekking van een exoplaneet in 1995 zijn er meer dan 300 planeten rond andere sterren gevonden. De meeste ontdekkingen zijn gedaan met de "radial velocity" methode, waarbij de relatieve snelheid van de ster wordt gemeten. Astrometrie is een complementaire techniek. Daarbij wordt gekeken naar de schommeling in de positie van een ster als gevolg van bijvoorbeeld het zwaartekrachtveld van een planeet. Astrometrie is geschikt voor het detecteren van planeten die een relatief grote omloopbaan hebben, vergelijkbaar met de planeten in ons eigen zonnestelsel. Voor het detecteren van exoplaneten is een astrometrische nauwkeurigheid van ongeveer 10 microboogseconden vereist. Dit is vergelijkbaar met het waarnemen van een euromunt op de Maan vanaf de Aarde. De huidige telescopen, inclusief de Hubble ruimtetelescoop beschikken niet over die nauwkeurigheid, maar PRIMA op de VLTI heeft wel de benodigde nauwkeurigheid.

Hoe werkt PRIMA?

PRIMA is opgebouwd uit vier subsystemen: Sterrensplitsers, Differentiële Vertraginslijnen, Laser Meetsystemen en Fringe Sensor Units. TNO is verantwoordelijk voor de Sterrensplitsers. PRIMA kijkt tegelijkertijd naar twee astronomische objecten. Eén object is een heldere ster die als referentie dient. Het andere object is de veel zwakkere, te onderzoeken ster.

De Sterrensplitser splitst het beeld in twee delen. Het beeld van de heldere ster wordt naar de Fringe Sensor geleid. Hiermee wordt de interferometer tot op enkele nanometers nauwkeurig afgeregeld. Het beeld van de te onderzoeken ster gaat naar een digitale camera voor verdere analyse. Met PRIMA neemt de gevoeligheid van de VLTI met ongeveer een magnitude vier toe.

De wetenschappelijke waarnemingen van PRIMA zullen na een testfase van circa 6 maanden starten.

Een zip bestand met hoge resolutie foto's is hier 27mb te downloaden. Copyright information and Caption information in IPTC-info of file. TNO Press Office