Senternovem


18-09-2008 | Bio-olie fabriek in Delfzijl

Flash-pyrolyse voor het eerst grootschalig op de kaart

Het bedrijf Bio Olie Nederland BV, onderdeel van Bio Oil Holding gaat in Delfzijl een full scale fabriek bouwen voor de productie van bio-olie door middel van flash-pyrolyse. De installatie zal per uur 5 ton (droge) biomassa kunnen verwerken. Als grondstof kan lokaal geproduceerde en vrijkomende biomassa dienen, zoals restproducten uit de landbouw, bermgras of de organische fractie van huisvuil. Ondernemer Marinus van Stijn: "We stellen maar één eis aan de biomassa: geen voedsel." Het project ontvangt subsidie vanuit de Unieke Kansenregeling (UKR).

De essentie van de techniek flash-pyrolyse is dat moleculen in afwezigheid van zuurstof worden gekraakt door extreem snelle verhitting van de biomassa van circa 20 naar ongeveer 500 ºC. Het materiaal verdampt en door afkoeling condenseert deze damp in bio-olie. Duizend kilo biomassa levert om en nabij 700 kg olie en daarnaast zo'n 150 kg (actieve) kool en 150 kg gas.

Olie, gas en koolstof
De olie is onder meer bruikbaar voor de opwekking van elektriciteit, maar bijvoorbeeld ook als vervangende brandstof voor stookinstallaties. Het vrijkomende gas gaat een naverbrander in en dient voor het opwekken van elektriciteit. Een deel van de actieve kool tenslotte is nodig als brandstof om het zand - het medium waarmee de snelle verhitting van de biomassa plaats vindt - op temperatuur te houden. De overige kool kan op verschillende manieren een toepassing krijgen, als briket bijvoorbeeld. "Maar we onderzoeken momenteel, onder meer in samenwerking met de WUR, ook de toepassing van actieve kool als meststof om uitgeputte landbouwgronden in derde wereldlanden weer vruchtbaar te krijgen; een techniek die de Inca's al toepasten."

Veelbelovende technologie nooit doorgebroken
Pyrolyse is op zich geen nieuwe technologie: de straatverlichting in het Londen van de 19e eeuw brandde bijvoorbeeld op varkensmest die in bio-olie was omgezet. En tijdens het apartheidsregime produceerde Zuid-Afrika olie uit steenkool. Vanaf de jaren 90 (20e eeuw) kwam onderzoek op gang naar pyrolyse van biomassa. Desondanks is de technologie nooit doorgebroken. Van Stijn: "Veel mensen zien dit als een kansrijke technologie, maar net zoals het gaat met zoveel veelbelovende technieken en ideeën: als niemand investeert, dan komt zo'n techniek niet verder."

100% blij met UKR-subsidie
De installatie is momenteel in het Belgische Tessenderlo in aanbouw, samen met overigens nog een 5-tons installatie. Eerder heeft Van Stijn daar, geheel privé gefinancierd, al een laboratoriumopstelling (100 kg/uur) en een pilot-installatie (1,5 ton/uur) gerealiseerd. Beide succesvolle installaties zijn geheel door het bedrijf zelf gefinancierd. Voor de fabriek in Delfzijl heeft de onderneming echter UKR-subsidie aangevraagd en gekregen. "Daar zijn we 100% blij mee, anders was het nooit zo ver gekomen." De reden dat de installatie in Tessenderlo en niet in Delfzijl in elkaar wordt gezet en getest is dat het nog ontbreekt aan een milieuvergunning voor Nederland. Deze wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2009 afgegeven. "Dan verhuizen we het geheel naar Delfzijl." Bij één pyrolyse-fabriek blijft het daar overigens niet: "We willen er graag vier neerzetten."

Uit het hoekje van `aankomend talent'
André de Boer van EOS is enthousiast over de pyrolyse-installatie: "Dit project biedt de mogelijkheid pyrolyse (eindelijk) uit het hoekje van `nog altijd aankomend talent' te halen en grootschalig op de kaart te zetten. Het is een voorbeeldproject waar de rest van de markt mee verder kan. Het is ons wat waard als dit slaagt omdat het de markt wat waard kan zijn. Niet alleen betekent het een grote stap in de ontwikkeling van brandstoffen van de tweede generatie, ook levert het project een bijdrage aan duurzame industriële ontwikkeling en energiehuishouding."