Veiligheid van spoorbaanwerkers verbeterd

C/PEV/2008/100

18 september 2008

Veiligheid van spoorbaanwerkers verbeterd

De veiligheid van het werk van baanwerkers aan het spoor is verbeterd. Vooral het risico op een aanrijding met een trein is verminderd. Dat blijkt uit controles van de Arbeidsinspectie en de Inspectie Verkeer en Waterstaat tussen oktober 2007 en mei 2008. Bij minder dan 5 procent van de controles was de situatie zo gevaarlijk dat het werk moest worden stilgelegd. In 2002 lag dit percentage op 40.

Het beroep van baanwerker is een van de gevaarlijkste van Nederland. Het risico op een dodelijk ongeval is hoog. En als het misgaat is het meteen ernstig: de impact van een aanrijding met een trein is nu eenmaal groot. Gevaarlijke situaties ontstaan vooral als tijdens het werk aan het spoor de treinen blijven rijden. Daarom hebben ProRail en aannemers regels opgesteld voor veilig onderhoud. De inspecteurs constateren dat deze tot verbeteringen hebben geleid. Wel hebben zij de indruk dat aannemers de grenzen van de regels opzoeken. Waar de inspecteurs onveilige situaties aantroffen speelden haast, gemakzucht en onvoorziene omstandigheden een rol, waardoor de baanwerkers terugvielen op oude onveilige routines.

Terwijl de sector serieus aandacht geeft aan vermindering van het aanrijdgevaar, is weinig tot geen aandacht voor andere ongezonde werkomstandigheden. Zo tillen baanwerkers geregeld te zware lasten, zoals ladderwagens en contragewichten van slagbomen. Ook komt het voor dat baanwerkers tegels en banden zagen of ballast bewerken zonder adembescherming. Daarbij komt kwartsstof vrij. Blootstelling aan kwartsstof kan op termijn leiden tot ernstige longziekten als stoflongen en kanker. Dankzij de controles van de Arbeidsinspectie onderkent de sector inmiddels de risico's van zware lichamelijke belasting en kwartsstof en gebeurt er iets.

Doordat onderhoudswerk steeds vaker plaatsvindt als er geen treinen rijden en ProRail vertraging en uitval van treinen zo veel mogelijk probeert te voorkomen, verschuift het onderhoud naar de nacht en het weekend. Bij sommige aannemers moest de inspectie optreden omdat de baanwerkers meer dan 140 nachtdiensten per jaar draaiden of niet genoeg rust kregen tussen diensten. Te weinig rust is ongezond en kan tot gevaarlijke situaties leiden: een vermoeide baanwerker is minder zorgvuldig en alert. Aannemers zouden van elkaar kunnen leren hoe ze het werk het beste kunnen organiseren, denkt de Arbeidsinspectie.

Het werk voor baanwerkers kan nog veiliger worden als daar in het ontwerp van spoorlijnen meer rekening mee wordt gehouden, bijvoorbeeld door hekken tussen sporen te plannen. Zo is te voorkomen dat werknemers door een trein worden gegrepen als ze aan een naastgelegen spoor werken. Een andere ingreep is seinkasten op veilige afstand van de rails te plaatsen.

Categorieën: Bestuur, Cultuur en recreatie, Economie, Financiën, Huisvesting, Internationaal, Landbouw, Migratie en integratie, Natuur en milieu, Onderwijs en wetenschap, Openbare orde en veiligheid, Overig, Recht, Ruimte en infrastructuur, Sociale zekerheid, Verkeer , Werk, Zorg en gezondheid

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid