Leefbaar Rotterdam


vrijdag, september 19, 2008

Spionage voor Marokko door politieagent

Rotterdam, 16 september 2008

Betreft: schriftelijke vragen ter schriftelijke beantwoording Spionage voor Marokko door politieagent

Geacht College,

In de media is gisteren breed uitgemeten hoe een Rotterdamse politiebrigadier, Ré Lemhaouli, spioneerde voor een Marokkaanse inlichtingendienst. Lemhaouli was ook betrokken bij scholingsprojecten en werkgelegenheidsprojecten voor jongeren in Rotterdam. De Rotterdamse context en de beleidsmatige aspecten van deze zaak maken dat de gemeenteraad recht heeft op aanvullende informatie.

Met enkele aanslagen, bijv. in Casablanca, in het achterhoofd kunnen wij de interesse van Marokkaanse inlichtingendiensten voor radicalisering onder geëmigreerde landgenoten licht indenken. Maar vaak spelen er ook minder nobele motieven. Wij weten dat migranten uit diverse landen, waaronder Marokko, China en Turkije, in Rotterdam met de lange arm van het regime of krachten (Fetulah Gulen) worden geconfronteerd. Omgekeerd worden ook familieleden of vrienden in het herkomstland op deze wijze geconfronteerd met uitspraken of gedragingen van mensen in Nederland. Wij zijn van mening dat alle contacten, net als elke uitwisseling van informatie, zou moeten geschieden langs officiële kanalen bijvoorbeeld het Ministerie van Justitie danwel de AIVD of MIVD. Elke vorm van clandestiene informatievergaring door buitenlandse diensten in Rotterdam moet dan ook bestreden worden.

Hierover heb ik aan het college de volgende vragen:


1. Zijn er meer gevallen geweest van buitenlandse diensten die in Rotterdam clandestien informatie vergaren?

2. Zijn er aanwijzingen dat dhr. Lemhaouli doelbewust bij de politie is geïnfiltreerd op aanwijzen van een Marokkaanse dienst?
3. Heeft de Marokkaanse inlichtingendienst wel eens geprobeerd langs officiële weg aan de informatie te komen?

4. Wat is u bekend over de aard van de informatie die door Lemhaouli aan Marokko is geleverd?

5. Wat heeft u gedaan om de personen waarover informatie is geleverd door Lemhaouli volgens de Nederlandse regels te beschermen?
6. Kan er een inschatting gemaakt worden van de veiligheidsrisicos voor Rotterdam die deze affaire met zich meebrengt?
7. Heeft het college zelf ideeën over hoe een dergelijk schadelijke zaak in de toekomst voorkomen kan worden?

In het verhaal van dhr. Lemhaouli is het opmerkelijk dat er voldoende gronden waren om hem op staande voet te ontslaan, maar dat er geen strafrechtelijke vervolging plaatsvindt. In Rotterdam en daarbuiten zijn politiefunctionarissen voor mindere vergrijpen in het verleden wel strafrechtelijk vervolgd. Dit roept het beeld op van meten met twee maten. Gelet op de voorbeeldfunctie van de politie en het maatschappelijk belang dat aan een integer politie-apparaat gehecht wordt, is een strafrechtelijke vervolging zeer gewenst.


8. Welke afweging is er gemaakt om niet tot een strafrechtelijke vervolging over te gaan? En is het mogelijk dat alsnog te doen?
9. Wat zijn in andere bekende gevallen de afgelopen 5 jaar de sancties geweest voor politiefunctionarissen die hun toegang tot politie-informatie hebben misbruikt? (verklaar de verschillen met de zaak Lemhaouli)?

10. Wat is de rol geweest van zijn goede contacten met het koningshuis, de korpschef en andere belangrijke personen bij het bepalen van de sanctie op de spionage?

Wij vragen ons ook af welk licht de zaak werpt op de diverse projecten waar /lemhaouli in Rotterdam bij betroken was of misschien nog steeds is. Wij hebben eerder vragen gesteld over projecten op Rotterdam Airport waar dhr. Lemhaouli bij betrokken was.


11. Is de nu bekend geworden informatie reden om de beantwoording van mijn vragen d.d. 30 mei op enige wijze te herzien?
12. Wat is de betrokkenheid van dhr. Lemhaouli bij projecten in Rotterdam in het verleden en op dit moment?

13. Kan u ons verzekeren dat er geen zaken meer met dhr. Lemhaouli gedaan zullen worden, noch door de politie, noch door de gemeente?
14. Wat zijn de veiligheidsrisicos die zijn ontstaan doordat Lermhaouli (volgens u althans) zo succesvol mensen aan het werk heeft gekregen?

15. Hoe bent u met die risicos omgegaan nadat de dubbelrol van Lemhouli bekend is geworden?

16. Is de integriteit van door Lemhaouli geplaatste personen onderzocht? Zo ja, hoeveel waren dat er? Wat is hieruit voort gekomen?

Deze zaak leidt onherroepelijk tot een discussie over dubbele loyaliteiten; een discussie die wij graag zuiver zouden voeren. Daarnaast zou het erg jammer zijn als naar aanleiding van deze kwestie vragen rijzen omtrent de integriteit van alle goedwillende Rotterdamse ambtenaren en politieagenten. Het is zonder meer verstandig dat we als stad nadenken op welke wijze wij hiermee om moeten gaan en zo weer een nieuwe stap kunnen zetten op het gebied van omgaan met de globalisering.


17. Is het college bereid op korte termijn zijn visie op omgaan met dubbele loyaliteiten op te stellen en de wijze waarop de negatieve effecten kunnen worden bestreden?