Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 19 september 2008 OWB/55167 12 september 2008 22112-686 /2008D04154

Onderwerp
Europese onderzoeksinfrastructuren

Per brief van 12 september jl. verzocht de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om ­ bij voorkeur in de geannoteerde agenda voor de Raad voor Concurrentievermogen van 25/26 september 2008 - nadere informatie te geven over de stand van zaken over de grootschalige Europese onderzoeksinfrastructuren, zo mogelijk aan de hand van de interim-rapportage van de Commissie Van Velzen. Ik kan u hierover het volgende melden.

Op basis van een inventarisatie van wetenschappelijke behoeften in de komende decennia door het European Strategy Forum for Research Infrastructures (ESFRI) werd eind 2006 de eerste "roadmap" gepubliceerd voor grootschalige onderzoeksinfrastructuren. Vanaf begin 2007 zijn alle Europese voorstellen die daarvoor in aanmerking kwamen met een subsidie vanuit het Zevende kaderprogramma een voorbereidende fase ingegaan. Deze fase was bedoeld om de plannen zover uit te werken dat er aan het eind van het traject een voorstel ligt dat door de lidstaten die hieraan willen meedoen kan worden overgenomen. Benadrukt moet worden dat de kosten van de bouw en exploitatie van de beoogde onderzoeksfaciliteiten vooral gedragen zullen moeten worden door de deelnemende landen zelf, behoudens EU-bijdragen uit structuurfondsen of EIB-leningen. Eind van dit jaar zouden de landen zich, althans in de door de Europese Commissie beoogde planning, voor het eerst moeten uitspreken over de faciliteiten die zij willen ondersteunen.

Mede naar aanleiding van de Europese roadmap heb ik de Commissie Nationale Roadmap Grootschalige Onderzoeksfaciliteiten (Commissie Van Velzen) ingesteld om een nationale roadmap op te stellen en om een advies te geven over de vraag aan welke Europese onderzoeksinfrastructuren Nederland zou moeten deelnemen (Stcrt. 31 augustus 2007, 168/pag. 18). Bij de voorbereiding van het advies over de laatste vraag heeft de Commissie vooral gelet op de vraag of zich een groep (vooraanstaande) Nederlandse onderzoekers heeft gemeld als toekomstige gebruikers, of er al significant is geïnvesteerd in menskracht en middelen en of er voor Nederland goede kansen zouden zijn om te investeren en, tenslotte, hoe de internationale onderhandelingen zich voltrekken. In Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/3

december 2007 identificeerde de commissie op deze basis in een interim-advies acht faciliteiten die op korte termijn nationale en financiële ondersteuning van het kabinet en betrokken organisaties zouden behoeven om de Nederlandse belangen in Europees kader veilig te stellen.

Het betreft hierbij de volgende acht faciliteiten:
- op het terrein van de mens- en maatschappijwetenschappen: o CLARIN (een gemeenschappelijke infrastructuur voor taal- en spraaktechnologie). o ESS (European Social Survey, dataverzamelingen voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek);

- op het terrein van de natuur- en technische wetenschappen: o XFEL (`free electron' laser faciliteit in het röntgenbereik); o KM3NET (een kubieke kilometer onderwater neutrino telescoop ­ radioastronomie). o ELT (Extremely Large Telescope ­ optische astronomie).
- op het terrein van de milieuwetenschappen: o ICOS (geïntegreerd koolstof observatie systeem); o LIFEWATCH (een virtueel laboratorium voor analyse van biodiversiteit gekoppeld aan klimaat en milieu);

- op het terrein van de levens- en medische wetenchappen: o BBMRI (een Europese faciliteit die bio-banken verbindt).

Naar aanleiding van het eerste advies van de Commissie van Velzen heb ik begin 2008 NWO gevraagd deze 8 voorstellen financieel verder uit te werken. Daarbij kan NWO het additionele budget van 16 miljoen euro betrekken dat zij van OCW structureel heeft gekregen voor grote faciliteiten. Ik verwacht het NWO-voorstel medio november. Op dit moment is de Commissie van Velzen nog bezig om extra voorstellen op nationaal niveau (met een internationale uitstraling) of voorstellen met potentie voor een volgende ESFRI-roadmap te bekijken. De totale roadmap zal hiermee eveneens in november beschikbaar zijn.

Nederland heeft zich aldus tijdig voorbereid op de beoogde discussie eind dit jaar tussen de Europese landen over de ESFRI projecten die zij willen ondersteunen, als ook op de actualisering van de roadmap, die ESFRI eind dit jaar, of uiterlijk begin 2009, voornemens is voor te stellen.

Aan het eind van dit jaar zal ik de Kamer verder informeren over de besluitvorming over de Nederlandse inzet op basis van het eindrapport van de Commissie Van Velzen en het advies van NWO. De verdere ontwikkelingen in de Brusselse besluitvorming kunnen onderwerp van gesprek zijn bij de voorbereiding van de volgende Raad voor concurrentievermogen (1-2 december 2008). Het Franse voorzitterschap heeft op de concept-agenda voor deze raad de stand van zaken met betrekking tot de ESFRI roadmap opgenomen. Ik merk daarbij op dat ook niet-EU lidstaten zoals bijvoorbeeld Noorwegen of Zwitserland een rol van betekenis kunnen vervullen bij de realisering van de ESFRI roadmap.

Ik hoop u hiermee in dit stadium voldoende geïnformeerd te hebben.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

blad 3/3