Partij van de Arbeid

'Georgië niet klaar voor kandidaat-lidmaatschap NAVO'

20.09.2008 | Redactie

Volgens PvdA-kamerlid Martijn van Dam en zijn collega Luuk Blom moet Georgië op de volgende NAVO-top het kandidaat-lidmaatschap worden toegekend. Marije Laffeber, Internationaal Secretaris van de PvdA, is het hier niet mee eens: 'Een kandidaat-lidmaatschap van de NAVO voor Georgië is naar de principes van de PvdA voorlopig niet aan de orde.'

'Volgens PvdA-kamerlid Martijn van Dam en zijn collega Luuk Blom moet Georgië op de volgende NAVO-top het kandidaat-lidmaatschap worden toegekend. De argumentatie die Van Dam en Blom hanteren is tweeledig.

Allereerst zou het NAVO-lidmaatschap noodzakelijk zijn om het democratiseringsproces aldaar op gang te houden. Daarnaast zou het Georgische lidmaatschap van de NAVO de machtsverhoudingen tussen het democratische Westen en het autoritaire Rusland in balans te houden. Beiden zijn volgens mij onjuist. Allereerst ben ik van mening dat uitzicht op lidmaatschap van de NAVO alleen weggelegd moet zijn voor landen waar aan de voorwaarde van respect voor democratie en mensenrechten wordt voldaan. Een beloning krijgt men niet bij voorbaat maar slechts bij bewezen goed gedrag. Het is dan ook in het belang van het democratiseringsproces dat alleen landen die daadwerkelijk voldoen aan deze criteria eventueel in aanmerking komen voor het lidmaatschap. Nederland verzette zich dit voorjaar om die reden tegen een volgende stap in richting van het lidmaatschap van de NAVO van Georgie. De gespannen verhoudingen met de afvallige regio's Zuid-Ossetië en Abchazië en het matige verloop van de presidentsverkiezingen in januari waarbij een televisiestation werd gesloten en protesten werden neergeslagen vormden begin dit jaar wat ons betreft een dieptepunt.

Zoals Van Dam en Blom zelf al aangeven is de situatie sindsdien niet verbeterd. In plaats van de geweldloze weg van politieke onderhandelingen met de afvallige regio's heeft Saakasjvili gekozen voor een militaire weg waarbij geweld is gebruikt tegen onschuldige burgers door Georgische troepen. Hiermee heeft Saakasjvili het al langer provocerende Rusland de gelegenheid geboden om zich als verdediger van de afvallige regio's op te stellen. Ontegenzeggelijk een schandelijke schending van de soevereiniteit van het buurland Georgië. Maar desalniettemin zit naast het democratische en mensenrechtelijke oogpunt in het handelen van Georgië nog een reden verscholen waarom het land niet klaar is voor het NAVO-lidmaatschap; een land dat zo lichtvaardig omspringt met de dreiging van oorlog en vrede toelaten tot de NAVO is ronduit gevaarlijk voor de internationale veiligheid. Toelating betekent in het geval van een aanval op Georgië dat deze (op grond van het befaamde artikel vijf) opgevat dient te worden als een aanval op allen en dat alle landen zullen meehelpen om de aanvaller (Rusland) af te weren. Een verdergaande stap richting een dergelijke verplichting gaat men zowel in het belang van vrede en veiligheid als in het belang van de stabiliteit van de NAVO alleen maar aan met landen die passende terughoudendheid en voorzichtigheid betrachten op militair gebied.

Daarnaast ben ik van mening dat de Europese belangen het beste worden gediend door met Rusland om de tafel te blijven zitten. De Koude Oorlog is voorbij en dialoog met Rusland, waarbij we ons hard maken voor democratie en mensenrechten, is de beste manier om samenwerking over zaken als energie en handel vorm te geven. Het buitenproportionele Russische machtsvertoon moet door de EU niet worden beantwoord met een onverantwoord lidmaatschap van een conflicterende natie maar met een zelfverzekerde Europese lijn waarbij met één stem wordt gesproken. De Europese Unie heeft zich dan ook terecht in stellige bewoordingen uitgesproken tegen de Russische agressie.

De aanval van Georgië op Zuid-Ossetië, waardoor een bevroren conflict ontdooid werd, moet worden gezien als een bevestiging dat Georgië niet klaar is voor uitzicht op NAVO-lidmaatschap. Het is van groot belang dat interne conflicten in een land zijn opgelost voordat een land lid kan worden van de NAVO. De recente oorlog tussen Georgië en Rusland over de afvallige deelrepublieken Zuid-Ossetië en Abchazië mag voor de PvdA geen aanleiding zijn om dit standpunt te wijzigen. Door mogelijke toetreding tot de NAVO van Georgië uit te stellen tot het moment dat het land de democratie en mensenrechten daadwerkelijk eerbiedigt en door in Europees verband de dialoog met Rusland te voeren dient men werkelijk de belangen van zowel het democratiseringsproces in Georgië als de belangen van Europa. Een kandidaat-lidmaatschap van de NAVO voor Georgië is naar de principes van de Partij van de Arbeid voorlopig dan ook niet aan de orde.'

Marije Laffeber Internationaal Secretaris PvdA