Algemene Rekenkamer ziet vier uitdagingen voor ambities topsportbeleid

24/09/2008 17:00

Algemene Rekenkamer

Onderzoek uitgevoerd ter gelegenheid afscheid collegelid Pieter Zevenbergen

Algemene Rekenkamer ziet vier uitdagingen voor grote ambities topsportbeleid

Een medaille op de Olympische Spelen in Beijing 2008 heeft bij benadering gemiddeld 4,4 miljoen euro van de rijksoverheid en De Lotto gekost. Voor de Paralympische Spelen in Beijing 2008 is dit bij benadering 324.000 euro per medaille.

Dit becijfert de Algemene Rekenkamer in het rapport Topsport in Nederland dat op 24 september 2008 is gepubliceerd. De Algemene Rekenkamer heeft het onderzoek Topsport in Nederland uitgevoerd ter gelegenheid van het afscheid van collegelid Pieter Zevenbergen; een man met grote belangstelling voor internationale samenwerking en voor sport, vooral voor de wielersport.

Kosten en opbrengsten van topsportbeleid

Sinds de jaren tachtig heeft topsport een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Er is een heuse medaillewedloop ontstaan tussen landen. Topsport is in Nederland primair een private aangelegenheid, en dat geldt ook voor de financiering ervan. De rijksoverheid faciliteert en stimuleert topsport vanwege het grote maatschappelijke belang en voert vanaf 1994 dan ook gericht beleid. Het rapport Topsport in Nederland brengt de kosten en opbrengsten van het Nederlandse topsportbeleid in beeld en plaatst het in internationale context. Om kosten en opbrengsten in beeld te brengen is een indicatie van de prijs van een medaille op de Olympische en Paralympische Spelen in Beijing 2008 becijferd. De Algemene Rekenkamer heeft daarbij alleen de gelden meegenomen waar de rijksoverheid direct invloed op uitoefent. Daartoe is gekeken naar het geld dat sporters kregen uit het Fonds voor de Topsporter (stipendia en onkostenvergoedingen) en het geld van de rijksoverheid en De Lotto dat is uitgegeven via de sportbonden die sporters konden nomineren voor de Zomerspelen. Dit bedrag is gedeeld door het aantal behaalde medailles.

Topsportbeleid professioneel en grote ambities

De Algemene Rekenkamer constateert dat aan het topsportklimaat in Nederland weinig meer ontbreekt. Er is sprake van professioneel uitgevoerd topsportbeleid met daarbij passende voorzieningen. Het vroegtijdig herkennen van talent kan overigens nog wel verbeteren. Nederland heeft de ambitie om bij de beste tien landen in de internationale sportwereld te horen. De staatssecretaris van VWS steunt bovendien de ambitie van de sportsector om Nederland binnen tien jaar een sportklimaat van olympisch niveau te laten hebben, wat kan leiden tot mogelijke kandidaatstelling voor de Olympische en Paralympische Spelen in 2028. Hiervoor heeft de sportsector, gesteund door overheid en bedrijfsleven, het Olympisch Plan 2028 ingezet.

Inkomsten voor de sport uit De Lotto dalen

Per jaar gaat er 6,4 miljoen euro van het Fonds voor de Topsporter (rijksoverheid) rechtstreeks naar de topsporter. De sportbonden geven in totaal gemiddeld per jaar bijna 63 miljoen euro uit aan topsport. Dit geld komt uit drie financieringsbronnen: de sportbonden zelf (privaat geld, bijvoorbeeld door sponsors of contributie, dus niet betrokken in de becijfering), het Ministerie van VWS en De Lotto. Het Ministerie van VWS financiert jaarlijks 12 % van de topsport in Nederland, dat is 7,5 miljoen euro. De Lotto draagt per jaar gemiddeld 10,1 miljoen euro bij (16%).

Aan gehandicaptentopsport wordt gemiddeld jaarlijks 2,5 miljoen euro uitgegeven. De rijksoverheid draagt hieraan 400.000 euro bij (16%). De Lotto neemt met gemiddeld 1,2 miljoen euro per jaar bijna de helft (47%) van de kosten voor gehandicaptentopsport voor haar rekening.

De Lotto is dus een belangrijke financier van topsport. Van gehandicaptentopsport is De Lotto de belangrijkste financier. 70% van de Lotto-inkomsten gaat naar NOC-NSF, maar inkomsten uit deze bron dalen. In 2005 was er nog 46 miljoen euro voor NOC-NSF beschikbaar. In 2007 was dit gedaald tot 39 miljoen euro.

Vier uitdagingen voor het topsportbeleid

De Algemene Rekenkamer ziet gezien de ambities vier uitdagingen voor het topsportbeleid:


1. De samenwerking tussen NOC-NSF en het Ministerie van VWS laat zich op dit moment als subtiel kenmerken. Die zou volgens de Algemene Rekenkamer echter moeten uitgroeien tot een robuust samenspel door te blijven investeren in een goede dialoog.


2. De sportambities van Nederland zijn groot. De Algemene Rekenkamer vraagt zich af of de ingezette publieke middelen hiermee proportioneel gezien wel in overeenstemming zijn gelet op bijvoorbeeld de teruglopende Lotto-inkomsten.


3. Internationaal richt de georganiseerde sport zich meer en meer op het bedrijfsleven. In een toenemend aantal landen speelt de centrale overheid ook een steeds nadrukkelijker rol. Bij het Ministerie van VWS is geen visie aangetroffen over de verhouding tussen publieke en private middelen. De Algemene Rekenkamer beveelt aan om deze visie alsnog te ontwikkelen vanwege het grote maatschappelijke belang.


4. Het bedrijfsleven lijkt vooralsnog niet bereid om in dezelfde mate te investeren in gehandicaptentopsport als in reguliere topsport. De gehandicaptentopsport heeft daardoor meer last van de teruglopende Lotto-inkomsten. Wordt de gehandicaptensport zo wel voldoende in staat gesteld om de achterstand op het gebied van topsportprestaties in te halen?

Bestuurlijke reacties en nawoord van de Algemene Rekenkamer

De staatssecretaris van VWS en de voorzitter van het bestuur van NOC-NSF reageren positief op de conclusies en aanbevelingen uit het rapport. Zij geven allebei aan dat een klassering bij de beste tien landen van de wereld een continue uitdaging is. Zij zien het Olympisch Plan 2028 als een mooie kans voor verdere verbetering van het sportklimaat en wijzen daarbij op de belangrijke verbindingen met het bedrijfsleven. De staatssecretaris van VWS geeft daarnaast aan dat de kiem voor de robuuste samenwerking met NOC-NSF al gelegd is. De Algemene Rekenkamer hoopt in haar nawoord dat alle betrokkenen in de toekomst de vruchten kunnen plukken van deze samenwerking en zij neemt met instemming

kennis van de reacties.

Op www.rekenkamer.nl is naast het volledige rapport ook een visuele samenvatting van drie minuten te vinden.








Algemene Rekenkamer