Universiteit van Tilburg

27 september 2008

ONDER EMBARGO tot vrijdag 26 september, 17.00 uur

Hoogleraar Ben van der Genugten: Poker is geen kansspel Afscheidsrede aan Universiteit van Tilburg

De Hoge Raad heeft poker in 1998 ten onrechte gekwalificeerd als kansspel, een spel dus dat zonder vergunning niet gespeeld mag worden. Dat stelt hoogleraar Ben van der Genugten van de Universiteit van Tilburg in zijn afscheidsrede op 26 september. Hij ontwikkelde een beoordelingssystematiek om te bepalen wat een zuiver kansspel is. Volgens deze methode is poker een behendigheidsspel, en zou de Hoge Raad haar uitspraak moeten herzien. Het casinospel Golden Ten was heel populair in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. In 1991 werd het echter na verscheidene rechtszaken door de Hoge Raad beoordeeld als kansspel, en daarmee in feite verboden. Volgens de Wet op de Kansspelen is het exploiteren van een kansspel verboden zonder vergunning. Het Openbaar Ministerie vond Golden Ten een kansspel omdat de grote meerderheid van de spelers het op de gok spelen. Zij ontwikkelen geen behendigheid om de loop van het balletje in het spel te voorspellen, maar mogelijk is dat wel. Dat bracht hoogleraar Waarschijnlijkheidsrekening Ben van der Genugten en zijn collega hoogleraar Speltheorie Peter Borm tot de vraag waar volgens de Hoge Raad precies de grens ligt tussen een kansspel en een behendigheidsspel. Behendigheid berekend Met behulp van speltheoretisch onderzoek zochten de wetenschappers uit hoe die grens te trekken is. In de resulterende formule betrokken zij de verhouding tussen het toevalseffect en het leereffect van een spel, wat leidt tot een bepaalde behendigheidsscore. Volgens deze formule zijn roulette en Golden Ten inderdaad kansspelen die grotendeels berusten op toeval. Maar poker is volgens de formule een behendigheidsspel, net als bijvoorbeeld schaken en bridge. De Hoge Raad heeft in 1998 dus een inconsistente uitspraak gedaan, die zij volgens Van der Genugten zou moeten herzien. Prof. dr. B.B. (Ben) van der Genugten (1943, Enschede) studeerde wis- en natuurkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen met als specialisatie kansrekening en statistiek. Tijdens zijn militaire diensttijd deed hij promotieonderzoek, eveneens in Groningen, bij prof. dr. A.J. Stam (promotie 1969, cum laude). Van 1969 tot 1972 werkte hij bij de groep Statistiek van de ISA-research, Philips, Eindhoven. In 1972 werd hij benoemd aan de toenmalige Katholieke Hogeschool Tilburg (thans Universiteit van Tilburg) als lector waarschijnlijkheidsrekening en mathematische statistiek, waarna in 1975 zijn benoeming tot hoogleraar volgde. Van der Genugten was bestuurlijk actief als decaan van de (toenmalige) subfaculteit Econometrie, lid van het College van Decanen, bestuurslid van de Economische faculteit en voorzitter van de vakgroep Econometrie. Ook was hij bestuurslid van de VVS, the Netherlands Society for Statistics and Operations Research en hoofdredacteur van het tijdschrift Statistica Neerlandica. Hij schreef een inleidend leerboek en droeg bij aan andere boeken voor een breder publiek. Zijn wetenschappelijke publicaties lagen vooral op het gebied van regressieanalyse en speltheorie. Hij verrichtte ook contractonderzoek, de laatste jaren vooral in relatie tot een consequente toepassing van de Wet op de Kansspelen. Hierdoor trad hij menigmaal op als getuige-deskundige bij rechtszaken.

Universiteit van Tilburg