Ministerie van Defensie

29-09-2008 11:45

OUD-MINISTER VAN DEFENSIE TER BEEK OVERLEDEN

Oud-minister van Defensie Relus ter Beek. - Foto: Hennie Keeris/AVDD

Oud-minister van defensie, Commissaris van de Koningin in de provincie Drenthe, Aurelus Louis ter Beek, is vanmorgen vroeg in zijn woonplaats Assen overleden. Hij overleed aan de gevolgen van kanker. Defensie herinnert zich Ter Beek als een markant en toegewijd bewindspersoon.

Relus ter Beek heeft een lange politieke staat van dienst, die grotendeels in het teken van vrede en veiligheid staat. In de landelijke politiek eerst als lid van de Tweede Kamer, waarin hij op 11 mei 1971 voor de PvdA zitting nam. Tijdens zijn Kamerlidschap fungeerde hij een aantal jaren als Internationaal Secretaris van de PvdA.

Vervolgens werd hij minister van Defensie in het derde kabinet-Lubbers. Als minister was hij verantwoordelijk voor de opschorting van de militaire dienstplicht, voor de uitzending van Nederlandse militairen naar de Golfoorlog en later naar Srebrenica in Bosnië.

Hoewel hij toen al geen minister meer was heeft de tragedie die zich in Srebrenica heeft afgespeeld, hem op een bijzondere en intense wijze beziggehouden en heeft hij zich altijd nauw betrokken gevoeld bij deze dramatische gebeurtenis.

Als Commissaris van de Koningin bleef Ter Beek geïnteresseerd en actief in defensiezaken en het buitenlandse beleid. Zo was hij tot zijn overlijden lid van de Adviescommissie Internationale Vraagstukken, waar hij voorzitter was van de Commissie Vrede en Veiligheid.

Met verslagenheid hebben minister Van Middelkoop en staatssecretaris De Vries kennis genomen van zijn overlijden. Volgens Van Middelkoop, die als kamerlid nauw met hem heeft samengewerkt, heeft minister Ter Beek snel en alert de juiste conclusies getrokken van de val van de Berlijns muur.

âDat wij nu een moderne, snel wereldwijd inzetbare en professionele krijgsmacht hebben â waar geen plaats meer is voor dienstplichtig militairen - is mede te danken aan de vooruitziende blik van Relus ter Beek. We zijn hem daar dankbaar voorâ, aldus Van Middelkoop.