Universiteit Maastricht
Persbericht
29 september 2008
Embargo tot vrijdag 3 oktober, 16.30 uur
Oratie prof. mr. Gerard de Jonge, bijzonder hoogleraar Detentierecht
Gevangenisstraf is nu verloren tijd
Gevangenisstraf dient meer te zijn dan het tijdelijk uitschakelen en onzichtbaar maken van een tot delinquent bestempelde medeburger. Prof. mr. Gerard de Jonge constateert in zijn oratie Over de kwaliteit van detentie dat het in de gevangenissen lijkt het of het delict niet meer bestaat, alsof de inhoud van de detentie los staat van het gepleegde strafbare feit. Dat er niet gewerkt wordt aan de problemen die een gevangene heeft veroorzaakt, is zonde van de kostbare detentietijd. Dan is het niet zozeer afwachten óf maar wannéér hij recidiveert , aldus de bijzonder hoogleraar Detentierecht. Op 3 oktober aanvaardt hij dat ambt met zijn oratie.
De oratie van De Jonge draait om de vraag hoe aan de gevangenisstraf voor alle betrokkenen (gedetineerde en inrichtingspersoneel) een zinvolle inhoud kan worden gegeven, zinvoller dan nu het geval is. De huidige nadruk op handhaving van rust en orde in gevangenissen is naar zijn mening een veel te weinig ambitieuze invulling van detentietijd. Een mening die gestaafd wordt met feiten. De ongeveer twee miljard euro per jaar kostende Dienst Justitiële Inrichtingen blijkt niet in staat te zijn gedetineerden zodanig te bejegenen dat het merendeel van hen na invrijheidstelling delictvrij blijft , stelt De Jonge. Binnen twee jaar na ontslag is 30% weer gedetineerd geweest en na zes jaar is dat bijna de helft.
De kans voor verbetering moet volgens De Jonge worden opgepakt door de toeleveranciers van gedetineerden aan de gevangenis: de strafrechter en de officier van justitie. Zij dienen in hun strafeis en vonnis zo nauwkeurig mogelijk aan te geven wat er tijdens de gevangenisstraf aan een veroordeelde moet worden vertimmerd .
Het huidige kabinet legt de nadruk in haar nieuwe beleidsplannen voor het gevangeniswezen op het organiseren van een goede nazorg. Volgens De Jonge probeert het gevangeniswezen onophoudelijk, maar zonder erg veel succes, zichzelf opnieuw uit te vinden. De kwaliteit van de bejegening van gedetineerden mag mijns inziens niet afhangen van de min of meer toevallige signatuur van een kabinet, maar dient rechtstreeks verband te houden met de bedoeling van degene die een straf toemeet: de strafrechter. Die moet in zijn vonnis zo nauwkeurig mogelijk aangeven welk programma een gedetineerde moet volgen. Net als bij jeugdige gedetineerden zou een detentieplan voor volwassenen periodiek geëvalueerd dienen te worden en teruggekoppeld aan de strafrechter , aldus De Jonge.
Noot voor de pers:
Op dit persbericht rust een embargo tot vrijdag 3 oktober, 16.30 uur. Voor de volledige oratietekst of informatie over de inhoud van dit persbericht kunt u terecht bij Caroline Roulaux, tel. 043 388 5229, e-mail
De afdeling Communicatie & Relatiebeheer van de UM is bereikbaar via 043 388 5222, e-mail
Zie ook het Research Magazine voor interessant onderzoek aan de UM:
Leading in Learning
Based in Europe, focused on the world. Maastricht University is a stimulating environment. Where research and teaching are complementary. Where innovation is our focus. Where talent can flourish. A truly student oriented research university.
Universiteit Maastricht