GroenLinks in de Europese Unie

PERSBERICHT

Nederlandse regels over gezinshereniging niet door Europese beugel

Brussel, 9 oktober 2008 - Gisteren maakte de Europese Commissie haar evaluatierapport bekend over de toepassing van regels voor gezinshereniging in Europa. Nederland blijkt op veel punten steken te hebben laten vallen. GroenLinks-europarlementariër Kathalijne Buitenweg vraagt de Europese Commissie vandaag om verdere stappen.

Volgens de Europese Commissie werpen veel landen oneigenlijke barrières op met gezinshereniging. Ook de Nederlandse wetgeving is vooral gericht op het verminderen van migratie en niet op het verbeteren van de integratie, zoals wel was afgesproken. "Op deze manier komt het recht op gezinshereniging, dat de Europese richtlijn voor gezinshereniging expliciet erkent, onder druk te staan", zegt Buitenweg zorgwekkend.

Zo stelt de Europese Commissie grote vraagtekens bij de inkomenseisen. Volgens de Nederlandse wet moet iemand die een partner uit het buitenland wil laten overkomen minstens 120% van het minimumloon van een 23-jarige verdienen, dat komt neer op ¤1602 bruto. Deze blijkt het hoogste van alle Europese landen.

GroenLinks heeft zich altijd tegen de inkomenseis verzet. Buitenweg: "Het is natuurlijk vreemd dat 100% van het minimumloon niet volstaat en dat je in Nederland alléén een partner mag kiezen als je veel geld verdient. Ook laakt de Europese Commissie de Nederlandse wet vanwege leeftijdsdiscriminatie. Het is immers voor jong volwassenen veel moeilijker te voldoen aan de eis om een arbeidscontract van een jaar, of minstens drie jaar werkervaring te hebben".

Verder is Nederland volgens het rapport koploper uitmelken. De prijs die mensen voor een aanvraag voor gezinshereniging moeten betalen ligt in de Europese Unie gemiddeld tussen de 50 en 150 euro. Nederland vraagt 1368 euro! Buitenweg: "ik ben het met de Europese Commissie eens dat we niet een oneigenlijk hoge prijs moeten vragen die het recht op familiehereniging beperkt. Het feit dat mensen met de rug tegen de muur staan mag niet misbruikt worden".

De Commissie hekelt ook de manier waarop taalvereisten en inburgeringstesten als instrument worden ingezet om gezinshereniging te bemoeilijken. GroenLinks is tevreden dat de Commissie hierover meer opheldering wil. Zeker omdat sprake is van een gebrek aan adequate cursussen in het land van herkomst, voor een redelijke prijs.

Naast Buitenweg zijn ook de GroenLinks-parlementariërs in de Eerste en Tweede Kamer Tineke Strik, Naima Azough en Tofik Dibi van mening dat de Nederlandse wetgeving over gezinshereniging moet worden gewijzigd. Zij gaan deze week nog de Nederlandse regering vragen om verbeteringen.


-------------------

Vragen van Kathalijne Buitenweg aan de Europese Commissie


9 oktober 2008

Op 8 oktober jongstleden is door de Europese Commissie het rapport naar buiten gebracht over de toepassing van de zogenaamde gezinsherenigingsrichtlijn (2003/86/EC). De Commissie geeft daarin aan dat slechts beperkt harmonisatie heeft plaatsgevonden en dat sommige lidstaten hun wetgeving zelfs naar beneden hebben bijgesteld.


1. Is de Commissie van mening dat het neerwaarts bijstellen van de standaarden het gevolg is van het minimumkarakter van de richtlijn of van een onjuiste restrictieve implementatie door de lidstaten?


2. Wat heeft dit voor gevolgen voor voorstellen van de Commissie in de toekomst?

In het rapport levert de Commissie aanzienlijke kritiek op Nederland.


3. Heeft de Europese Commissie haar standpunt kenbaar gemaakt aan de Nederlandse regering? Zo ja, kan ondergetekende een kopie krijgen van de betreffende brief?


4. Hoe lang krijgt Nederland de gelegenheid om haar wetgeving en beleid aan te passen?


5. Is de eis van Nederland dat een aanvrager voor familievorming 120% van het wettelijk minimumloon van een 23-jarige moet verdienen alleen een vorm van leeftijdsdiscriminatie, of ook om andere redenen een vorm van discriminatie? Acht de Commissie het in overeenstemming met de Richtlijn om als inkomensnorm 20 procent meer dan het nationale bijstandsstelsel te hanteren?


6. Ten aanzien van de inburgeringsvereisten onder de Nederlandse wetgeving. Is de Commissie (gezien de kosten en het ontbreken van cursusaanbod en beroepsmogelijkheid) van mening dat de testen gemakkelijk toegankelijk zijn en uitsluitend het doel van integratie dienen en daartoe proportioneel zijn? Is er al voldoende inzicht in de onbedoelde effecten van deze vereisten? Zo nee, wat doet de Commissie om daar inzicht in te krijgen?


7. Zijn inburgeringseisen toegestaan onder de gezinsherenigingsrichtlijn? Zo ja, mag het daarbij gaan om een verplicht kennisniveau? Of zou het beperkt moeten blijven tot deelname aan een cursus of test?


8. Heeft de Nederlandse regering bij de Commissie een reden gegeven voor het feit dat de leges tien keer zo hoog zijn dan gemiddeld in de Europese lidstaten? Zo ja, wat is die reden? Ondermijnt de hoogte van de kosten van de procedure het recht op gezinshereniging?