Gemeente Breda

Vijf steden maken zich sterk voor spoorlijn Breda-Utrecht

Dit is een gezamenlijk persbericht van de gemeenten Breda, Utrecht, Dordrecht, Oosterhout en Gorinchem.

Gisteravond hebben verkeerswethouders van de grotere steden langs de beoogde spoorlijn Breda-Utrecht voor de eerste keer samen overlegd over de kansen die een nieuwe spoorlijn langs de A27 biedt voor de steden. Utrecht, Breda, Dordrecht, Oosterhout en Gorinchem hebben uitgangspunten geformuleerd die zij willen gebruiken in hun gezamenlijke lobby bij de rijksoverheid voor de aanleg van de nieuwe spoorlijn.

Eerder dit jaar hebben de bedrijven BAM Rail en Goudappel-Coffeng een visienota uitgebracht over de spoorlijn Breda-Utrecht. Zij zien goede kansen voor die verbinding, zowel qua aantallen reizigers als kosten (in combinatie met de aanpak van de snelweg A27). Het ministerie van Verkeer en Waterstaat voert momenteel een eigen onderzoek uit naar die twee aspecten. Een van de uitgangspunten van de vijf gemeenten is, dat dit onderzoek van het ministerie voldoende aanleiding geeft om door te gaan met het uitwerken van plannen voor de spoorlijn.

Een ander uitgangspunt is dat de planvorming voor de spoorlijn niet ten koste mag gaan van de voortgang van lopende processen, zoals de MER-procedure voor de verbreding van de A27, de inzet van EUR 4,5 miljard voor het Programma Hoogfrequent Spoor en de aanpak van de Merwede-Lingelijn. Tenslotte willen de vijf gemeenten in goed overleg treden met de drie betrokken provincies (Noord-Brabant, Zuid-Holland en Utrecht) en ook met de kleinere gemeenten die langs de beoogde spoorlijn liggen.

Minister Eurlings heeft overigens de Tweede Kamer toegezegd om nog voor de begrotings-behandeling in december aan te geven in hoeverre er besparingen mogelijk zijn als de spoorlijn tegelijk met de verbreding van de A27 wordt aangelegd. De vijf gemeenten hebben afgesproken om tegen die tijd nogmaals bij elkaar te komen voor nader overleg.

Breda, 9 oktober 2008