Waterschap Brabantse Delta


om meststoffen uit het water te halen

`Moerasbufferstroken' effectief middel om meststoffen uit het water te halen

Aanpassingen moeten effectiviteit verder verhogen

Speciaal ingerichte natuurstroken tussen landbouwpercelen en watergangen kunnen een bijdrage leveren in het verwijderen van meststoffen uit drainagewater. Dat blijkt uit een onderzoek dat in opdracht van waterschap Brabantse Delta is uitgevoerd langs de Strijbeekse Beek in Chaam (West-Brabant). Het onderzoek laat zien dat lokale omstandigheden, zoals kweldruk en de gesteldheid van de bodem, een grote invloed hebben op de effectiviteit van deze stroken. Daarom is maatwerk geboden bij de aanleg en inrichting van deze stroken. De resultaten van het onderzoek verschijnen in het komende nummer van het vakblad H2O.

Zuivering door infiltratie in de bodem
moerasbufferstrook langs strijbeekse beek De `moerasbufferstrook' langs de Strijbeekse beek is een natuurstrook die 6 meter breed is, 350 meter lang en 1 meter lager ligt dan het naastgelegen landbouwperceel. De strook, die drassig is en begroeid is met diverse grassoorten, is enkele jaren geleden aangelegd in het kader van een proef (gebiedspilot) om het water in het stroomgebied van de Chaamse beken te verbeteren. Doel van deze strook is om meststoffen (fosfaat en stikstof) uit het drainagewater te halen door middel van infiltratie in de bodem en zo schoon water naar de sloot weg te laten stromen.

Uitgebreid onderzoek
Waterschap Brabantse Delta heeft opdracht gegeven aan de Universiteit van Utrecht en het Landbouwkundig Economisch Instituut, verbonden aan Wageningen Universiteit, om de effectiviteit van deze strook te onderzoeken. Het onderzoek is mede gefinancierd door de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA). Medewerkers van de Universiteit van Utrecht hebben de afgelopen twee jaar monsters genomen van het water en de bodem ter plaatse. Over dit onderzoek is door STOWA een rapport uitgebracht en verschijnt een artikel in het vakblad H2O (nummer 20, oktober 2008).

Fosfaatverwijdering hoog, stikstofverwijdering nihil Het onderzoek wijst uit dat de verwijdering van fosfaat hoog is. Dat kan worden toegeschreven aan de aanwezigheid van ijzer-ionen in de bodem van deze strook langs de Strijbeekse beek. IJzer is een bekend `bindmiddel' voor fosfaten.

De verwijdering van stikstof in de moerasbufferstrook is daarentegen beperkt. Dat wordt veroorzaakt door de hoge kweldruk in de strook. Het drainagewater krijgt daardoor weinig kans om in de bodem van deze strook te infiltreren.

Aanpassingen noodzakelijk
Met een andere inrichting en beheer van de strook kan ook de verwijdering van stikstof worden verhoogd. De strook zou een flauw aflopend talud richting de waterloop moeten hebben. Brede natuurvriendelijke oevers zijn in die zin prima! Het uiteindelijke doel van deze aanpassingen is dat het drainagewater goed kan infiltreren in de bodem van de moerasbufferstrook en er lang mee in contact is. En er moet gemakkelijk afbreekbaar organisch materiaal in de bodem zitten. Dat is nodig als voedsel voor de bacteriën die het zuiverende werk doen.

Economisch rendement van moerasbufferstroken
Tegelijkertijd met het onderzoek naar de effectiviteit van de moerasbufferstroken hebben de onderzoekers gekeken of deze stroken economisch rendabel zijn door ze bijvoorbeeld te combineren met recreatie, natuurontwikkeling en waterberging.

Daaruit is gebleken dat de moerasbufferstrook economisch niet rendabel is. Dat geldt zowel voor een strook zoals die bij de Strijbeekse beek ligt als in een scenario waarbij bufferstroken met een gezamenlijke lengte van 6,5 kilometer worden aangelegd. In het laatste geval worden weliswaar meer typen maatschappelijke baten verwacht, maar dan nog zijn die onvoldoende om op te wegen tegen kosten van uit productie genomen landbouwgrond. Op nog grotere schaal aangelegd kunnen bepaalde positieve effecten wel van belang zijn, zoals waterberging en baten van fijnstofafvang.

Proefprojecten
Waterschap Brabantse Delta voert samen met de provincie Noord-Brabant twee gebiedspilots (proefprojecten) waterkwaliteit uit, in het zandgebied bij de Chaamse beken en in het kleigebied bij de Rietkreek (Nieuw-Vossemeer, gemeente Steenbergen). In deze gebiedspilots worden samen met de doelgroepen (gemeente, particulieren, agrariërs en andere grondeigenaren) verschillende maatregelen onderzocht om de waterkwaliteit te verbeteren. De betrokkenen testen hierbij de maatregelen op effectiviteit en uitvoerbaarheid. De resultaten van de maatregelen worden verwerkt in de stroomgebiedbeheerplannen, zoals deze worden opgesteld voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) voor de periode 2009-2015.
||||||||||||||||| ||||||||||||||||| ||||||||||||||||| ||||||||||||||||| ||||||||||||||||| |||||||||||||||||