Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Antwoorden op de schriftelijke vragen van het kamerlid Dibi (GroenLinks) van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Van Bijsterveldt-Vliegenthart d.d. 26 september 2008.


1. Vraag: Kent u het bericht 1) dat een leerlinge van een Oosterhoutse school naar huis is gestuurd omdat de schoolleiding vreest voor haar veiligheid?

Antwoord: Ja.


2. Vraag: Hoe vaak komt het voor dat leerlingen voor hun veiligheid van school worden gestuurd? Bestaan er voor dit soort situaties richtlijnen waaraan schoolbesturen moeten voldoen? Zo ja, wie houdt precies toezicht op de naleving van deze richtlijnen? Zo neen, bent u het met mij eens dat schoolbesturen moeten weten hoe te handelen bij uit de hand gelopen pestgedrag?

Antwoord: Alvorens ik antwoord geef op uw vragen, wil ik graag eerst de werkelijke situatie schetsen. Navraag bij de Inspectie en de betreffende school leert dat in dit specifieke geval een leerling gepest werd voordat het incident plaatsvond. De school heeft deze pesterijen gesignaleerd. Als reactie heeft de school haar verantwoordelijkheid genomen en het pestprotocol in gang gezet, waarbij gesprekken zijn gevoerd tussen betrokken leerlingen en ouders/verzorgers. Twee weken later zijn op het schoolplein de betreffende leerlingen elkaar in de haren gevlogen. Aanleiding voor dit conflict waren pesterijen buiten school. Ik betreur het dat deze situatie uit de hand gelopen is, echter de school heeft op voorhand niet kunnen inschatten dat een dergelijke schermutseling zou ontstaan. De schoolleiding heeft vervolgens besloten om beide leerlingen die middag naar huis te sturen om af te koelen en de rust in de school te laten terugkeren. Vervolgens zijn gesprekken gevoerd tussen ouders/verzorgers, leerlingen en schoolleiding. Beide leerlingen zijn inmiddels weer op school aanwezig. Aanvullend is door de school interne en externe hulp ingeschakeld om de situatie te verbeteren. De school en het schoolbestuur hebben hiermee de verantwoordelijkheid genomen om het veilig schoolklimaat te herstellen en vervolgens te behouden, hetgeen ik een goede zaak vind.

Er bestaan geen gegevens over hoe vaak leerlingen voor hun veiligheid van school worden gestuurd. Indien een leerling langer dan één dag wordt geschorst, hetgeen in dit geval niet aan de orde was, dient de school de Inspectie van het Onderwijs en de leerplichtambtenaar te informeren. Daarnaast moet de school de leerlingen en de ouders/verzorgers schriftelijk in kennis stellen. De Inspectie houdt toezicht op deze procedure. Tevens houdt de Inspectie toezicht op hoe scholen hun `pestbeleid' vormgeven en hier in de praktijk mee omgaan. De Inspectie maakt daarbij gebruik van het reguliere toezichtinstrumentarium.


3. Vraag: Wat zijn de effecten van het landelijke pestbeleid tot nu toe? In hoeverre is het pestgedrag afgenomen?

Antwoord: Hoewel het fenomeen pesten helaas van alle tijden is, is structurele aandacht voor pesten, voor de slachtoffers van pesten en het voorkomen van pestgedrag van groot belang. Het is een randvoorwaarde voor een verantwoord pedagogisch schoolklimaat. Uit de gegevens van meest recente veiligheidsmonitor van het Primair Onderwijs en de veiligheidsmonitor van het MBO van vorig jaar blijkt een licht positieve trend: het aantal incidenten daalt licht en het gevoel van veiligheid neemt toe. Dit jaar verschijnt de veiligheidsmonitor van het Voortgezet Onderwijs. De resultaten daarvan zullen onderdeel uitmaken van de brief over de voortgang van veiligheidsbeleid in en om de school, die ik voor het eind van dit jaar naar de Tweede Kamer zal sturen.


4. Vraag: Kent u de berichten 2) over andere van school gepeste kinderen? Bent u met mij van mening dat het voorkomen van dit soort excessen niet alleen de verantwoordelijkheid van scholen is, maar ook uw verantwoordelijkheid? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om de veiligheid van ieder kind te waarborgen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord: Ik ken de beide genoemde berichten over andere van school gepeste kinderen en ik ben van mening dat pestgedrag, of het nou om excessen gaat of niet, niet te accepteren is. Scholen zelf zijn verantwoordelijk voor het creëren van een veilig schoolklimaat, waaronder ook het zorgen voor een pestvrije school valt. Scholen kunnen dit echter niet alleen. Er bestaan veel ondersteuningsmogelijkheden voor scholen als het gaat om het creëren van een veilig schoolklimaat.

Zo zijn er ondersteuningsprogramma's beschikbaar voor de aanpak van pesten. Scholen kiezen zelf programma's die het beste bij de school, de leerlingen en docenten passen en die toegespitst zijn op de lokale situatie. Veel scholen voeren anti-pestbeleid uit en hebben een protocol tegen pesten. De keuze is aan de scholen. Staatssecretaris Dijksma en ik ondersteunen scholen op het gebied van sociale veiligheid onder andere door middel van het gesubsidieerde Centrum School en Veiligheid (www.schoolenveiligheid.nl en www.pestweb.nl). Tevens ontvangen alle scholen in het voortgezet onderwijs sinds 2005 extra middelen voor de versterking van de leerlingbegeleiding. Daarnaast kunnen scholen in het basis-, voortgezet-, speciaal onderwijs en het MBO vanaf dit schooljaar een beroep doen op één van de Kwaliteitsteams Veiligheid. Deze Kwaliteitsteams Veiligheid bestaan uit veiligheidsdeskundigen uit diverse sectoren, zoals het onderwijs, bureau HALT, jeugdzorg en politie. Doel is om scholen die daar behoefte aan hebben te helpen bij het verbeteren van de sociale veiligheid, zodat leerlingen en docenten zich veiliger voelen op en rond scholen. Zo kan het veiligheidsteam ter plekke een quick scan uitvoeren om te bepalen of een school voldoende veiligheidsmaatregelen heeft genomen. Ook ondersteunen en adviseren de teams bij de totstandkoming van afspraken tussen scholen, Zorg- en Advies Teams, politie en gemeenten ter verbetering van de veiligheid en hulpverlening. Het instellen van de Kwaliteitsteams Veiligheid is één van de maatregelen die wordt genomen om scholen veiliger te maken.


5. Vraag: Vindt u het ook niet principieel onacceptabel dat slachtoffertjes van pestgedrag van school gestuurd worden, terwijl de daders op school kunnen blijven? Welke mogelijkheden, variërend van hulpverlening tot het van school verwijderen, bestaan er ten aanzien van de pestende leerlingen en bestaat er zicht op de toepassing ervan?

Antwoord: Ik verwacht van scholen dat zij hun verantwoordelijkheid nemen in het creëren van een veilig schoolklimaat en dat scholen derhalve passende maatregelen nemen richting daders van pestgedrag. In dit specifieke geval heeft de school besloten een korte time-out voor beide leerlingen in te lassen. Vervolgens is besloten zowel interne als externe hulp in te schakelen (opnieuw voor beide leerlingen) om hiermee het veilige schoolklimaat te herstellen en vervolgens te behouden. In het algemeen heeft de school verschillende mogelijkheden richting daders van pestgedrag. Die mogelijkheden lopen inderdaad uiteen van allerlei vormen van hulpverlening tot uiteindelijk schorsing en verwijdering. De school maakt hierin zelf keuzen, in overleg met betrokkenen, zoals bijvoorbeeld de Inspectie, zorg, leerplichtambtenaar en leerlingbegeleider.


1) `Gepest meisje weggestuurd van school', www.nu.nl 25 september 2008
2) `Pispaal omdat je geen moslim bent', Algemeen Dagblad 24 september 2007 en `Turkse kinderen van school na lang getreiter', NRC Handelsblad 23 mei 2008