4. Geschiedschrijving oorlog gaat nieuwe fase in
Geschiedschrijving oorlog gaat nieuwe fase in
Toespraak, 9 oktober 2008
`Ik wil de geschiedenis niet herschrijven, maar ik wil dat de
oorlogsgeschiedenis in de volle breedte wordt ontsloten', dat zei
staatssecretaris Bussemaker tijdens de presentatie van het boek Oorlog
op vijf continenten. Nieuwe Nederlanders en de geschiedenis van de
Tweede wereldoorlog.
De Tweede Wereldoorlog wordt niet voor niets een wereldoorlog genoemd.
Dat blijkt ook weer uit deze publicatie over de oorlogsgeschiedenis
van acht landen, die voor het merendeel buiten Europa liggen. Niet één
van deze landen is onberoerd gebleven door de oorlog.
Tegelijkertijd blijkt duidelijk dat ieder land de oorlog anders heeft
meegemaakt en beleefd.
De toelichting van Kees Ribbens was daar helder over.
Voor de meeste Nederlanders is de inhoud van dit boek nieuw.
We weten in het algemeen goed wat er in de oorlog in Nederland is
gebeurd. Al veel minder zijn mensen op de hoogte van de
oorlogsgeschiedenis van Nederlands Indië. Maar wat er nu precies is
gebeurd in landen, zoals Rusland, Turkije, China, Suriname en Marokko,
daar zijn we niet of nauwelijks mee bekend.
Ikzelf eerlijk gezegd ook niet.
En dat terwijl het toch om een wereldoorlog ging. Ik denk dat het heel
goed is dat dit duidelijker in beeld komt.
Dat is ook de reden waarom het NIOD dit onderzoek heeft verricht en
dit boek heeft geschreven. Ik ben daar erg blij mee.
Want dankzij deze publicatie kunnen we onze blik verruimen en nog meer
te weten komen van de enorme invloed en gevolgen van de Tweede
Wereldoorlog. Dat is nodig om waarden als vrijheid en verdraagzaamheid
onder alle bevolkingsgroepen in Nederland te laten leven.
Dat is geen herschrijving van de geschiedenis, zoals sommige mensen
eerder dit jaar hebben gesuggereerd, naar aanleiding van mijn
opmerkingen in een uitzending van de Nederlandse Moslim Omroep. Ik heb
daar gezegd dat de Tweede Wereldoorlog ook van betekenis is voor
Nederlanders die hier niet geboren zijn. En dan kan het zinvol zijn om
te weten hoe de Tweede Wereldoorlog in de landen van herkomst is
beleefd. Daarop ontstond een tamelijk surrealistische discussie. Op 4
mei had ik immers een speech gehouden op de Dam waarin ik sprak over
de oorlog in Nederlands Indië. Ineens werd de suggestie gewekt alsof
ik gezegd zou hebben dat de Marokkanen ons land bevrijd zouden hebben.
Dat heb ik natuurlijk nooit gezegd.
Waar het mij om gaat is dat de oorlogsgeschiedenis in de volle breedte
wordt ontsloten. Zodat we onze kennis over de oorlog kunnen verbreden
en verdiepen. Het moet een eerlijk beeld geven. Met zowel positieve
als negatieve voorbeelden. Dit boek geeft daartoe de mogelijkheid.
Zo trof ik in het boek de volgende twee, interessante historische
feiten over Marokkanen tijdens de Tweede Wereldoorlog aan.
Marokko was voor de Franse kolonisator vooral van belang als
soldatenreservoir. Veel Marokkanen waren als huursoldaten inzetbaar.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog stonden dan ook 90.000
Marokkanen paraat om met de Fransen tegen de Duitsers te vechten. 80%
was Berber. Ze hadden zich vooral aangemeld omdat ze in het leger een
stabiel inkomen hadden.
Het optreden van de Marokkanen was echter weinig succesvol. De meesten
zaten in de Franse divisies die de Duitse opmars in het noorden
moesten tegen gaan. Dat lukte niet en in mei 1940 werden ze in België
en in de Franse Ardennen omsingeld en verslagen.
2100 Marokkaanse soldaten kwamen daarbij om.
18.000 werden krijgsgevangenen gemaakt.
Een geheel andere bijdrage aan de oorlog leverden Marokkanen in 1943.
40.000 Marokkanen maakten toen deel uit van een Franse divisie die
betrokken was bij de verovering van Italië. Een deel van hen werd
ingezet in het berggebied ten oosten van Monte Cassino. De strijd in
de winter van `43-`44 was loodzwaar, maar de Marokkanen waren
bijzonder succesvol. Het waren uitstekende bergstrijders die zware
ontberingen doorstonden. Ze wisten ook als enige de Duitse linie op
enkele punten te doorbreken.
Een paar maanden later waren de Marokkanen ook betrokken bij de
bevrijding van Rome en Siena. Ook waren Marokkaanse eenheden betrokken
bij de bevrijding van verschillende Franse steden, waaronder
Marseille, Toulon en Parijs.
Door deze verhalen hoop ik dat jongeren, afkomstig uit de landen die
in dit boek beschreven zijn, meer willen weten over de betekenis van
de Tweede Wereldoorlog.
Het is overigens niet bijzonder dat we nu andere elementen van de
oorlogsgeschiedenis belichten en andere vragen stellen, dan pakweg
dertig jaar geleden.
Geschiedenis is immers niet iets statisch, maar is continu in
beweging. Iedere generatie stelt zijn eigen vragen aan het verleden en
is op zoek naar antwoorden. Zo is het ook met de Tweede Wereldoorlog,
63 jaar geleden keken we daar heel anders tegen aan dan nu.
Ik wil daar kort op ingaan.
Meteen na de oorlog gingen we in Nederland snel aan de slag om het
land op orde te brengen. We wilden, kun je zeggen, de rotzooi opruimen
en overgaan tot de orde van de dag. Zaken die herinnerden aan de
oorlog, zoals gevangenkampen, werden zo snel mogelijk afgebroken.
Vragen over de oorlog werden nauwelijks gesteld. Aandacht voor de
slachtoffers was ook beperkt. De houding was: niet terugkijken, maar
vooruitkijken.
Wel was er aandacht voor de mensen van het verzet, de mensen die het
lef hadden zich niet neer te leggen bij de Duitse overheersing. Dat
paste ook prima in het beeld dat de meeste mensen het liefst van
Nederland hebben. Een beeld van een tolerant, vredelievend en humaan
volk dat bruut was overvallen, maar zich heroïsch had verzet tegen de
indringer.
Pas in de jaren 70 van de vorige eeuw stelde een nieuwe generatie
vragen over het oorlogsverleden van Nederland. Deze generatie wilde
weten wat er allemaal precies in de oorlog was gebeurd. Hoe het kwam
dat er miljoenen joden om het leven zijn gekomen en dat er miljoenen
mensen naar concentratiekampen zijn afgevoerd. Zonder dat er erg veel
verzet tegen was.
Deze vragen leidden er toe dat er steeds meer aandacht ontstond voor
de slachtoffers van de oorlog.
En nog later, in de jaren tachtig, werd in het toenmalig ministerie
van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur een directie in het leven
geroepen die zich ging bezighouden met de slachtoffers van en de
herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog.
Dat was meer dan 35 jaar ná de oorlog.
Ook nu, bijna 65 jaar na de oorlog, gaat de geschiedschrijving en de
aandacht voor de oorlog een andere fase in. Dat is mede een gevolg van
het feit dat onze samenleving een stuk diverser en kleurrijker is
geworden. Tevens zijn er binnen afzienbare tijd geen Nederlanders meer
die zélf de oorlog bewust hebben meegemaakt. Dat betekent dat we
nieuwe wegen en vormen moeten vinden om de herinneringen aan de oorlog
levend te houden. Zoals u weet ben ik daar druk mee bezig, onder meer
door het programma Erfgoed van de oorlog.
Dames en heren,
Dit NIOD-onderzoek voorziet in de leemte die bestaat in onze kennis
over de Tweede Wereldoorlog. Daar kunnen we nu mee aan de slag.
Het onderzoek kan bijvoorbeeld dienen als basis voor lesmateriaal voor
lerarenopleidingen en voor scholen in het basis- en voortgezet
onderwijs. Zodat scholen, herinneringscentra en vormingsinstellingen
aandacht kunnen besteden aan de oorlog en de gevolgen daarvan in
landen buiten Europa. Dan kunnen jongeren zien dat de oorlog niet iets
exclusiefs voor Nederland en de omliggende buurlanden was, maar dat
deze oorlog terecht een wereldoorlog wordt genoemd. Ik wil benadrukken
dat de keuze hiervoor en ook de invulling ervan bij de
onderwijsinstellingen zelf ligt. Ik wil niet voorschrijven wat er
gedoceerd moet worden
Met dit boek wordt een weloverwogen beeld gepresenteerd van de Tweede
Wereldoorlog en de gevolgen die deze oorlog over de hele wereld heeft
gehad. Kortom: dit onderzoek en dit boek verruimen onze blik en doen
recht aan het wereldwijde karakter van deze periode.
Ik wil het NIOD nogmaals bedanken voor deze publicatie.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport