4. Eerste tussenrapportage evaluatie Wmo
Eerste tussenrapportage evaluatie Wmo
Kamerstuk, 10 oktober 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DMO/SFI-2881454
10 oktober 2008
Hierbij zend ik u, ter informatie, de eerste tussenrapportage in het
kader van de evaluatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning
(Wmo), die door het Sociaal en Cultureel Planbureau wordt uitgevoerd.
Deze deelrapportage geeft een beeld van de totstandkoming en inhoud
van het gemeentelijke Wmo-beleid in het eerste jaar na invoering van
de wet per 1 januari 2007.
Uit deze eerste tussenrapportage blijkt dat de Wmo in veel gemeenten
een stevig effect heeft gehad op de beleidsontwikkeling. Veel
gemeenten proberen in de opgestelde beleidsplannen relaties te leggen
tussen de verschillende prestatievelden in de Wmo en met andere
aanverwante beleidsterreinen, zoals het gezondheidsbeleid en het
woonbeleid. Circa één op de zes gemeenten heeft gekozen voor een
vergaande herziening van het bestaand beleid en een derde voor een wat
minder vergaande herziening.
Ook geeft 90% van de gemeenten aan dat zij voor de opstelling van de
beleidsplannen de behoeften en wensen van groepen burgers en
maatschappelijke organisaties hebben geïnventariseerd. In bijna alle
gemeenten zijn vertegenwoordigers van burgers en maatschappelijke
organisaties ook betrokken geweest bij de formulering van het
Wmo-beleid.
Ik wijs u er op dat in de komende periode meerdere tussentijdse
rapportages kunnen volgen over deelonderzoeken van de evaluatie van de
Wmo. In de eerstvolgende voortgangsrapportage over de Wmo, die ik naar
verwachting rond de jaarwisseling aan u zal doen toekomen, zal ik meer
inhoudelijk ingaan op de eerste resultaten van de dan beschikbare
tussenrapportages over de evaluatie van de Wmo.
De eindevaluatie van de Wmo zal, conform artikel 24 van de Wmo, eind
2009 aan de Staten-Generaal worden aangeboden. In de eindevaluatie
wordt verslag gedaan van de werking van de Wmo in de praktijk. Hierbij
ligt het accént op de inhoud van het gemeentelijk Wmo-beleid, de
uitvoering van dit beleid in de praktijk en de effecten van het beleid
voor de doelgroep van burgers met beperkingen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport