Kamerbrief inzake het verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe
Betrekkingen (RAZEB) van 13 oktober 2008
14-10-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bieden wij u hierbij het verslag aan van de Raad Algemene Zaken
en Externe Betrekkingen van 13 oktober 2008.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van
13 oktober 2008
Algemene Zaken
Voorbereiding Europese Raad
Voorzitter Kouchner deed verslag van de uitkomsten van de bijeenkomst
van de Eurogroep op zondag 12 oktober jl. te Parijs (zie brief van
minister-president Balkenende en minister van Financiën Bos aan Uw
kamer van 13 oktober jl.). Met verwijzing naar de opvering van vele
Europese beurzen op 13 oktober verwelkomden de lidstaten de uitkomsten
van genoemde bijeenkomst. Enkele lidstaten hadden opmerkingen van
technische aard over de nationale uitwerking van de maatregelen.
Voorzitter Kouchner kondigde aan dat op 14 oktober nieuwe
ontwerp-conclusies van het Voorzitterschap over de kredietcrisis komen
waarin de resultaten van de top zijn verwerkt.
Het Voorzitterschap wees op de noodzaak om aan het eind van het jaar
de beraadslagingen over het klimaat- en energiepakket binnen de Raad
en met het Europees Parlement af te ronden. Daarvoor is het
noodzakelijk dat het Voorzitterschap over een mandaat van de Raad
beschikt. De ontwerp-conclusies en de bijlage met betrekking tot het
klimaat- en energiepakket riepen veel reacties op. Aan de ene kant
waren er lidstaten, waaronder Nederland, die vonden dat het
Voorzitterschap ten opzichte van de Commissievoorstellen al teveel
water bij de wijn had gedaan. Aan de andere kant waren er lidstaten
die -met verwijzing naar de kredietcrisis- om meer soepele normen voor
onder andere de CO2-uitstootvermindering vroegen en met name de
bijlage geen basis voor overeenstemming vonden. Voorzitter Kouchner
deelde mee dat de bijlage als tekst van het Voorzitterschap op tafel
blijft, maar dat de bijlage en de ontwerp-conclusies van het
Voorzitterschap in het licht van de opmerkingen zullen worden
aangepast.
Externe Betrekkingen
Georgië / relaties met Rusland
Tijdens de lunch spraken de ministers van Buitenlandse Zaken over
Georgië en de relaties van de EU met Rusland. Zij verwelkomden de
terugtrekking van Russische troepen uit de bufferzones en de
aanwezigheid van de EVDB-waarnemersmissie ter plaatste. De ministers
blikten ook vooruit naar de internationale besprekingen over de
stabiliteit en veiligheid in de regio die op 15 oktober a.s. in Genève
van start zal gaan. Ook werd vooruit gekeken naar de door de EU
georganiseerde donorconferentie t.b.v Georgië op 22 oktober.
De EU zal nauw betrokken blijven bij de internationale besprekingen
over een duurzame oplossing van het conflict en daarnaast ook
substantieel bijdragen aan de economische wederopbouw en hulp aan
ontheemden.
Sommige ministers waren van mening dat de recente positieve
ontwikkelingen aanleiding vormden voor het hervatten van de
besprekingen met Rusland over een nieuwe Partnerschap- en
Samenwerkingovereenkomst. Andere ministers stelden dat hiervan nog
lang geen sprake kan zijn en dat Rusland eerst het aantal troepen in
Zuid-Ossetië en Abchazië moet terugbrengen tot het niveau van voor 7
augustus 2008. Minister Verhagen stelde dat het nu nog te vroeg is om
terug te keren naar een relatie van business as usual. De komende
dagen en weken zullen moeten aantonen of de internationale
besprekingen ook het begin zijn van een constructief
onderhandelingsproces. De EU dient stap voor stap te werk te gaan.
Bovendien moet de EU geen nieuwe voorwaarden aan Rusland stellen. De
EU moet in eerste instantie bezien of er een volledig einde is gekomen
aan het gebruik van geweld. Voorts moet worden zekergesteld dat de
Russische terugtrekking wordt gehandhaafd. Tot slot moet worden bezien
of de komende weken door Rusland constructief wordt onderhandeld over
een duurzame oplossing conform het zes-puntenakkoord.
Moldavië
Er werd kort gesproken over de relaties van de EU met Moldavië. De
ministers besloten om de EU relaties met Moldavië te intensiveren
binnen het kader van het Europees Nabuurschapsbeleid en om te gaan
onderhandelen over een nieuw akkoord dat verder gaat dan de huidige
Partnerschap- en Samenwerkingsovereenkomst. Het tempo en de kwaliteit
van de noodzakelijke hervormingen in Moldavië zal de relaties met de
EU blijven bepalen. De ministers benadrukten daarbij in het bijzonder
het belang van hervormingen op het terrein van mensenrechten en
democratisering. Ook bevestigden ministers de noodzaak een vreedzame
oplossing te vinden voor het conflict in Transdnjestrië. Overigens
meent Nederland, gesteund door andere lidstaten, dat een
EU-toetredingsperspectief voor Moldavië niet aan de orde is.
Oezbekistan
De Raad sprak op verzoek van Nederland over de opportuniteit van
aanpassing van het EU-sanctieregime tegen Oezbekistan. Van Nederlandse
kant is duidelijk gemaakt dat het EU-mensenrechtenbeleid alleen
geloofwaardig is indien de EU zich ook gezamenlijk houdt aan op dit
terrein vastgesteld beleid. In het geval van Oezbekistan had de Raad
in april 2007 heldere benchmarks opgesteld, waaraan dit land zou
moeten voldoen om voor versoepeling van het sanctieregime in
aanmerking te komen. Aan die benchmarks is nog altijd niet volledig
voldaan. Tegelijkertijd moet worden onderkend dat zich het afgelopen
jaar ook positieve ontwikkelingen in Oezbekistan hebben voorgedaan.
In dat licht meende de Raad, op voorstel van het Voorzitterschap, dat
deze positieve ontwikkelingen verder moeten worden gestimuleerd. Het
Voorzitterschap stelde voor dat een en ander kon worden gerealiseerd
door de opheffing van (de reeds opgeschorte) visumrestricties. Het
Voorzitterschap werd daarin gesteund door de meerderheid van
lidstaten. Omdat alle sancties inclusief het wapenembargo zouden komen
te vervallen in november a.s., sloot Nederland zich uiteindelijk aan
bij de consensus over het voorstel van het Voorzitterschap omdat
hiermee het wapenembargo gehandhaafd zou worden. Tenslotte werd op
voorstel van Nederland afgesproken dat de EU-ambassadeurs in Tasjkent
met regelmaat zullen rapporteren over de mensenrechtensituatie in
Oezbekistan.
Wit-Rusland
De Raad sprak over de EU relatie met Wit-Rusland naar aanleiding van
de parlementsverkiezingen van 28 september jl. Een groot aantal
ministers was voorstander van een positief gebaar aan Wit-Rusland
ondanks het feit dat de parlementsverkiezingen beslist niet voldeden
aan de OVSE-criteria voor democratische verkiezingen. Minister
Verhagen stelde in dat licht dat er geen aanleiding was om te komen
tot een substantiële versoepeling van het EU beleid inzake
Wit-Rusland, niettegenstaande de enkele positieve stappen van de
Wit-Russische autoriteiten, zoals de vrijlating van enkele politieke
gevangenen en het toelaten van de Europese waarnemingsmissie tijdens
de verkiezingen.
Alles afwegend, besloot de Raad uiteindelijk dat de bestaande sancties
zouden blijven bestaan maar dat een beperkt deel van de
visumrestricties tijdelijk zou worden opgeschort. Daarbij werd
besloten, op nadrukkelijk verzoek van Nederland en Zweden, dat de
visumrestricties over zes maanden weer in werking zullen treden tenzij
de Raad unaniem besluit dat ze opgeschort kunnen blijven. De
buitenlandse financiële tegoeden van de Wit-Russische autoriteiten die
op de sanctielijst staan blijven bevroren. De visumrestricties ten
aanzien van de vier personen die verantwoordelijk waren voor de
verdwijning van journalisten in 1999 alsmede t.a.v. de Voorzitter van
de Wit-Russische kiesraad -die de verkiezingen had georganiseerd en
ook had moeten controleren- blijven van kracht.
Ten aanzien van de wens van veel EU partners om de politieke contacten
met de autoriteiten in Minsk te hervatten, pleitte Minister Verhagen
er wederom voor dat de EU niet alleen in gesprek treedt met de
Wit-Russische autoriteiten, maar ook met leden van de oppositie zoals
de heer Kazoelin. Hoge Vertegenwoordiger Solana bevestigde daarop
inmiddels contact te hebben opgenomen met de oppositie.
Zimbabwe
De Raad besprak de situatie in Zimbabwe en de recente eenzijdige
beslissing van president Mugabe een aantal cruciale ministersposten
toe te wijzen aan leden van zijn eigen partij, ZANU-PF. De MDC van
Morgan Tsvangirai heeft zich in scherpe bewoordingen gekeerd tegen het
besluit van president Mugabe en aangeven dat het besluit niet in
overeenstemming is met het akkoord over machtsdeling dat beide
partijen sloten op 15 september jl. Tsvangirai heeft aangegeven
mogelijk uit het akkoord te zullen stappen, mocht een nieuwe
bemiddelingspoging van de voormalige Zuid-Afrikaanse president Mbeki
geen oplossing bieden voor de verdeling van ministersposten.
De Raad veroordeelde het eenzijdige besluit voor het vormen van een
regering zonder instemming van alle betrokken partijen en besloot
derhalve de sancties te handhaven.
Daarnaast herhaalde de Raad zijn conclusies van 15 september jl. dat
verdere aanscherping van sancties zal worden voorzien indien het
akkoord van diezelfde datum niet wordt geïmplementeerd.
Nederland meent dat herstel van de EU-betrekkingen met Zimbabwe pas
kan worden overwogen als de Zimbabwaanse autoriteiten met concrete
acties blijk geven van vooruitgang. Belangrijke criteria zijn het
respecteren van de mensenrechten, het herstel van de rechtstaat en een
duidelijk commitment aan het macro-economisch herstel van de
samenleving. Wel zal de humanitaire noodhulp aan Zimbabwe gehandhaafd
blijven. Ook acht Nederland een actieve rol van de SADC en AU
noodzakelijk om uit deze impasse te komen.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken