ChristenUnie



Joël Voordewind in Indonesië: Crisis (1)

dinsdag 14 oktober 2008 15:00 Tweede Kamerlid Joël Voordewind is tijdens het herfstreces in Indonesië. Voor het Reformatorisch Dagblad houdt hij een weekblog bij. Dit is deel één. "Het voelt een beetje raar om weg te zijn terwijl er een internationale financiele crisis gaande is. Toch maar op reis naar Indonesie. En het eerste waar mijn oog op valt als ik maandagochtend de Jakarta Post open sla, is het effect van de financiele crisis in Indonesie."

De vice-president Kalla oppert van het kapitalistische systeem over te gaan naar de Sharia-model. Hij zegt dat de crisis de weg baant om aandelen die in handen zijn van buitenlandse investeerders nu voor een koopje terug te kopen als staat. De crisis lijkt hier verder nog geen reëel gevaar op te leveren voor de man in de straat. Maar één procent van de aandelen die nu kelderen wordt beheerd door indonesiers. De gestegen voedselprijzen en brandstofprijzen hebben wel effect op de gewone indonesier. Vijftig procent van de bevolking moet hier rondkomen van minder dan twee dollar.

Mondkapjes
We vertrekken naar onze eerste afspraak en rijden op mooie driebaans snelwegen door de stad omringt door chique hoge gebouwen voornamelijk van banken en hotels, afgewisseld door kantons oftewel vele sloppenwijken met golfplaten huisjes of eerder hutjes. We krijgen politie-escorte en dat blijkt geen overbodige luxe. Het verkeer zit aardig vast en het wemelt van de scooters en motors, soms wel dertig voor een stoplicht. Politie-agenten en ook mensen in het verkeer dragen soms mondkapjes om niet de smog in te hoeven ademen. Om de smog tegen te gaan, is het op sommige grote wegen verplicht om met minimaal drie mensen in de auto te zitten. Dit leidt ertoe dat tieners en studenten zich aan het begin van de weg aanbieden om mee te rijden voor een klein bedrag, zodat de chauffeur gewoon zijn weg kan vervolgen. Dat schiet dus niet echt op voor het milieu.

Gierig
We bekijken een project van de Nederlandse ambassade om de kanalen te baggeren. Jakarta heeft elk jaar last van overstromingen. Er bestaat in het grootste deel van de stad geen riolering en geen netwerk van een vuilnisophaaldienst. Daar is geen geld voor. Dus alle afvoer van de toilletten en het afval belanden in de duizenden kanaaltjes.

Een van de medewerkers van het project werd laatst nog bestempeld als gierig. Zo gierig zelfs dat hij de afgebrande lucifers weer terugstopt in het doosjes, in plaats van het weg te gooien op straat, zoals men gewoon is. Een andere medewerker liep iets te lang met een leeg plastic flesje, wachtend op een prullebak, waarop de indonesische collega behulpzaam toeschoot en het flesje argeloos uit het raam van de auto gooide. Kortom een compleet andere kijk op afval. Maar de gevolgen laten zich dan ook zien. Het vuil hoopt zich op in de straten en kanalen. Zo erg dat de kanalen overstromen als het flink regent. In 2007 stond éénvierde deel van Jakarta onder water en één keer in de vijf jaar bedraagt de schade van overstromingen circa één miljard euro. Plotseling zie ik een vrouw zich aan het wassen in het kanaaltje. De poep en afval drijft langs haar heen. Een ongelooflijk tafereel. Bij navraag blijkt zij niet de enige te zijn. Mijn eerste indruk: het is geen overbodige luxe dat Nederland hier hulp geeft.

(Foto: Mee Lin Woon)